Actueel

Nietigheid dreigt voor overnemingsbeding bij onjuiste vormgeving
18-03-2024

Een wat bijzondere zaak geeft weer eens aanleiding om te overdenken hoe de overgang van een onderneming met overnemingsbeding het beste kan worden vormgegeven. In deze zaak ging dat niet helemaal goed.

In de agrarische praktijk wil het nog wel eens voorkomen dat een onderneming of onderdelen daarvan tegen een lagere waarde worden overgedragen dan de waarde in het economisch verkeer. Dat is met name een gevolg van de geringe opbrengsten in die agrarische praktijk. Vaak wordt dan een regeling getroffen waarbij de voortzetting van het bedrijf belangrijker wordt geacht dan de rechten van de kinderen op een erfdeel of hun legitieme portie - dat gedeelte van de erfenis waar je als kind tenminste recht op hebt.

Nietig beding

In deze zaak werd onroerend goed met een waarde in het economisch verkeer van € 1.400.000 overgedragen aan het kind dat de onderneming had voortgezet voor een bedrag van € 90.000. Omdat het overnemingsbeding niet op de juiste wijze was vormgegeven, was het overnemingsbeding nietig. De reden daarvoor was dat het beding in deze specifieke zaak vormgegeven had moeten worden in een notariële akte. Gevolg was dat het overnemingsbeding niet werkte en de waarde in het economisch verkeer van de onroerende goederen onderdeel uitmaakte van de nalatenschap.

De voortzetter had derhalve een bittere pil te slikken en diende om hetzelfde resultaat te bereiken een veel grotere som geld te betalen. Let daarom goed op als er sprake is van een overnemingsbeding en voorkom dit soort onnodige schade!

Wilt u meer weten over bedrijfsovername of -overdracht? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Een onduidelijk testament
18-03-2024

Soms komt het voor dat iemand is overleden die een testament heeft gemaakt en dat het testament op bepaalde onderdelen onduidelijk is of dat er iets gebeurd is, nadat het testament is getekend, waarmee geen rekening is gehouden bij het maken van het testament. Bij het maken van een testament is dan van onjuiste feiten uitgegaan. Het testament kan dan natuurlijk niet meer worden veranderd door degene die is overleden.

Om de nalatenschap te kunnen afwikkelen moet het testament dan worden uitgelegd of worden aangevuld. Het lijkt erop dat uitleg van testamenten steeds vaker voorkomt als er naar de rechtspraak wordt gekeken, ook als de bewoordingen van het testament op het eerste gezicht wel duidelijk zijn. Niet alleen met grammaticale onduidelijkheid, maar ook met onduidelijkheid die ontstaat gelet op bijvoorbeeld de relaties met anderen die de testateur had of de omstandigheden waaronder een testament is gemaakt wordt rekening gehouden.

De wet bepaalt dat bij de uitleg van het testament dient te worden gelet op de verhoudingen die het testament kennelijk wil regelen en de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. De bedoeling van de overledene is daarbij van belang. Daden of verklaringen van de testateur die niet in het testament zijn opgenomen mogen alleen dan voor de uitlegging van het testament worden gebruikt, als het testament zonder die daden of verklaringen geen duidelijke zin heeft. Niet alleen daden en verklaringen van vóór het opstellen van het testament, maar ook van nadien zijn van belang.

Voorbeeld

Als duidelijk is dat de testateur zich heeft vergist bij de benoeming van een bepaalde persoon of een bepaald goed, wordt het testament naar de bedoeling van testateur uitgevoerd, indien deze bedoeling ondubbelzinnig met behulp van het testament of met andere gegevens kan worden vastgesteld. Er mag dus rekening worden gehouden met een daad of verklaring van de testateur op een omstandigheid die pas ná het maken van het testament is ingetreden. Overigens wordt een enkel niets doen van de testateur zoals het niet herroepen van een testament niet als een daad of verklaring beschouwd.

Als blijkt dat de uitvoering van het testament onmogelijk is, vervalt de niet uit te voeren beschikking en mag daar geen andere beschikking voor in de plaats worden gesteld. De wet maakt hier echter zelf ook soms een uitzondering op. Bijvoorbeeld voor de situatie dat door de testateur een goed uit de huwelijksgoederengemeenschap is gelegateerd, terwijl dat goed bij de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap aan de andere echtgenoot is toebedeeld. De erfgenamen zullen dan in plaats van dat gelegateerde goed de waarde van het gelegateerde goed moeten uitkeren.

Een beschikking in een testament voor degene met wie de testateur op het tijdstip van het maken van het testament gehuwd was of reeds trouwbeloften gewisseld had, vervalt door een daarna ingetreden echtscheiding, tenzij uit het testament het tegendeel is af te leiden. Dit kan in sommige gevallen ook analoog worden toegepast met betrekking tot de familie van de ex-echtgenote of in het geval bij verbreking van samenleving.

Rechtspraak

In een uitspraak van oktober 2013 oordeelde de Hoge Raad dat een andere persoon erfgenaam was, dan degene die in het testament was benoemd. De testateur had haar broer tot enig erfgenaam genoemd, voordat zij trouwde. Daarna trouwde zij. Toen zij overleed stelde haar broer op grond van de tekst van het testament dat hij erfgenaam was, maar daar was haar echtgenoot het niet mee eens. Hij stelde dat hij krachtens uitleg van het testament enig erfgenaam was. Volgens de echtgenoot had erflaatster alleen bedoeld om met het testament haar ouders te onterven en was het niet de bedoeling om haar broer te bevoordelen. Aan de hand van getuigenbewijs lukt het de echtgenoot te bewijzen dat erflaatster alleen haar broer had benoemd tot erfgenaam, omdat er voor die situatie geen alternatief was. Door het latere huwelijk was er wel een alternatief ontstaan. De Hoge Raad gaat hierin mee: het was de bedoeling van erflaatster om bij een alternatief als een huwelijk, de erfstelling ten gunste van haar broer te doen vervallen. De echtgenoot werd daardoor uiteindelijk erfgenaam in plaats van de broer die als zodanig in het testament was benoemd.

In een recentere uitspraak van de Hoge Raad van november 2023 werden bij de uitleg niet alleen verwachtingen van de erflater tijdens het opmaken van zijn uiterste wil betrokken, maar ook feiten en omstandigheden van daarna. Het feit dat een erflater in zijn uiterste wil geen rekening heeft gehouden met een bepaalde toekomstige situatie, kan betekenen dat de uiterste wil zo moet worden uitgelegd dat de beschikking niet geldt als die situatie zich voordoet.

In deze zaak had een testateur in 2006 een testament laten opmaken waarin hij zijn toenmalige vrouw benoemde tot erfgename en executeur, onder de voorwaarde dat hun huwelijk nog zou bestaan op zijn sterfdag. En voor het geval de erfstelling van zijn toenmalige echtgenote geen doorgang zou vinden had zijn broer tot erfgenaam benoemd. Na het maken van het testament is testateur gescheiden en hertrouwd met de vrouw die nu weduwe geworden is, en uit hun huwelijk zijn kinderen geboren. De testateur had tijdens zijn huwelijk een concept van een nieuw testament laten maken, maar dat is nooit definitief gemaakt. Het testament uit 2006 was daarom geldend.

De weduwe vond dat de broer geen rechten kon ontlenen aan het testament uit 2006. Volgens haar is het testament alleen bedoeld voor het geval dat haar man ongehuwd en kinderloos zou overlijden. Vervolgens overweegt de Hoge Raad: “doen zich na het opmaken van de uiterste wil feiten en omstandigheden voor waardoor de feitelijke verhoudingen niet langer aansluiten bij hetgeen de erflater kennelijk wenste te regelen, dan kan de uiterste wil zo worden uitgelegd dat de desbetreffende beschikking alleen gold voor de situatie die bestond voordat de bedoelde feiten en omstandigheden zich hadden voorgedaan. Voor een dergelijke uitleg is niet vereist dat de erflater bij het opmaken van de uiterste wil op de bedoelde feiten en omstandigheden is vooruitgelopen.” Omdat testateur in zijn testament geen rekening heeft gehouden met een dergelijke wijziging, moet vervolgens afgevraagd worden of hij ook deze huwelijks- en gezinssituatie kennelijk wilde regelen. De Hoge Raad verwijst de zaak verder terug naar het Hof.

De notaris zal, mede gezien het vorenstaande, altijd zo veel mogelijk toekomstige situaties samen met u bekijken, bespreken en willen opnemen in uw testament, om te voorkomen dat bij uw overlijden onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van het testament. Wilt u uw testament laten veranderen of een testament maken? Neemt u dan contact met ons op.

Pas op met (starters)vrijstelling en tarief overdrachtsbelasting
11-03-2024

De wetgeving met betrekking tot overdrachtsbelasting bij vastgoedtransactie is er de laatste jaren niet eenvoudiger op geworden. Er is momenteel sprake van drie verschillende tarieven waarbij de notaris moet bepalen welk tarief van toepassing is. Over de aankoop van een eigen woning is in beginsel 2% overdrachtsbelasting verschuldigd. Koopt u een woning om deze vervolgens te gaan verhuren dan is het tarief 10,4%. Koopt iemand onder de leeftijd van 35 jaar een woning met een lagere waarde dan € 510.000,- dan is het tarief 0%, waarvan voor een aan te kopen woning gebruik gemaakt mag worden gemaakt.

Dat er in de praktijk wel eens iets mis gaat blijkt uit de volgende kwestie waarover de rechtbank zich recent heeft gebogen. Een koper heeft een aandeel in een bestaande woning gekocht. Deze woning zal worden gesloopt en vervangen door een nieuw appartementengebouw waarin onze koper een woonappartement zal verkrijgen / zal voorbehouden. Bij de aankoop is door de koper 2% overdrachtsbelasting afgedragen. De inspecteur der belastingen heeft echter een naheffingsaanslag opgelegd omdat het bestaande gebouw niet als hoofdverblijf wordt/is gebruikt. De Rechtbank heeft in de beroepsprocedure geoordeeld dat de koper geen recht heeft op toepassing van het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van 2%. Vast staat wel dat de koper bij de overdracht een woning heeft verkregen.

Hoofdverblijf

Sinds 1 januari 2021 is het verlaagde tarief echter alleen van toepassing als de koper de woning na de verkrijging als eigen hoofdverblijf gaat gebruiken. Vast staat ook dat op het moment van de aankoop voor de koper al duidelijk was dat de verkregen woning (het bestaande gebouw) zou worden gesloopt en dat er nieuwe appartementen zouden worden gesticht. De koper is dus nooit in de oorspronkelijk gekochte woning gaan wonen en had dus 10,4% overdrachtsbelasting moeten betalen. Volgens de Rechtbank is de wet helder en niet voor meerdere uitleg vatbaar. In de parlementaire geschiedenis is opgemerkt dat het lage tarief niet kan worden toegepast bij verkrijgingen van woningen waarin, kort gezegd, de belastingplichtige niet zelf gaat wonen. Daarbij wordt geen uitzondering gemaakt voor een geval als hiervoor beschreven. De grammaticale uitleg van de wet leidt volgens de Rechtbank ook niet tot een ander resultaat.

De Rechtbank concludeerde dat aankoop van een bestaande, voor eigen bewoning bestemde, woning nu eenmaal een andere situatie geeft dan de aankoop van een bestaande, voor sloop bestemde woning, ook al wordt deze vervangen door een nieuwe, voor eigen bewoning bestemde woning. Het staat de overheid/belastingdienst vrij om beide situaties voor de heffing van overdrachtsbelasting anders te behandelen. Dat het de bedoeling van de op 1 januari 2021 ingevoerde wetswijziging is geweest om de positie van particuliere woningkopers te verbeteren ten opzichte van beleggers, verandert hier niets aan. Ook de verwijzing naar de inkomstenbelasting, waarin volgens de koper zowel het oorspronkelijke gebouw als het nieuw te bouwen appartement als een hoofdverblijf in de zin van de eigenwoningregeling wordt aangemerkt, verandert niets in het standpunt van de Rechtbank. Dit aangezien de wet inkomstenbelasting eigen regels heeft voor woningen in aanbouw. Voor de overdrachtsbelasting gelden die regels domweg niet.

Kortom, de koper heeft dikke pech en moet naast de naheffing mogelijk ook nog een boete en de proceskosten betalen. Heeft u dergelijke plannen? Neem dan vooraf contact op met de notaris die de overdracht zal doen en vertel hem/haar exact wat de plannen met het pand zijn. Zo voorkomt u narigheid en kosten achteraf.

Een legaat voor kleinkinderen
11-03-2024

Het kleinkind-legaat is een testamentaire bepaling waarbij een grootouder een deel van zijn of haar nalatenschap specifiek toewijst aan een of meer van de kleinkinderen. Dit legaat kan in verschillende vormen voorkomen, maar meestal wordt een vast bedrag of een bedrag ter grootte van een percentage van de nalatenschap nagelaten. Wanneer de erflater overlijdt, treedt het testament in werking en wordt het kleinkind-legaat uitgevoerd. Het kleinkind-legaat wordt direct toegewezen aan de kleinkinderen, waardoor zij als eerste recht hebben op dit specifieke deel van de nalatenschap. Als de erflater kinderen achterlaat als zijn enige erfgenamen komt dit legaat in mindering op de erfdelen van de kinderen. Zij ontvangen dus een kleiner erfdeel dan wanneer de kleinkinderen geen legaat hadden ontvangen.

Aandachtspunten

Is het wel de bedoeling dat een kleinkind direct over het bedrag kan beschikken? Een kleinkind van 18 jaar of ouder ontvangt het bedrag immers zelf en diens ouders hebben daar verder dan niets meer over te zeggen. Bij een kleinkind jonger dan 18 jaar wordt het geld door de ouders beheerd. De ouders mogen het nagelaten geld echter alleen gebruiken om noodzakelijke uitgaven voor het kleinkind te doen.

In het testament kan ook een bewindvoerder zijn aangewezen, bijvoorbeeld de ouders zelf of iemand anders die dan het beheer heeft over het nagelaten geld. Dat bewind kan overigens langer doorlopen dan tot 18 jaar, bijvoorbeeld tot 23 jaar, dan kijkt de bewindvoerder net iets langer mee over de schouder van het kind. De bewindvoerder beslist tot die leeftijd wat er met het geld gebeurt en niet het kleinkind, of de ouder als die geen bewindvoerder is. Er is dus toestemming nodig van de bewindvoerder.

In het testament kan ook bepaald worden dat het geld op een BEM-rekening moet worden gestort. Een BEM-rekening (belegging erfenisgelden minderjarigen) is een bankrekening waarover een ouder alleen met toestemming van een kantonrechter kan beschikken.

Een andere vraag is of het legaat voor het kleinkind in mindering komt op de totale nalatenschap of op het erfdeel van de betreffende ouder van het kleinkind. Een voorbeeld: stel dat de grootouder twee kinderen heeft. Het oudste kind heeft twee kinderen en het jongste kind heeft drie kinderen. Als ieder kleinkind even veel ontvangt en dit zou in mindering komen op de totale nalatenschap dan is dit nadeliger voor oudste kind. Dit is op te lossen door te bepalen dat beide kinderen ieder de helft van de nalatenschap erven en dat het gelegateerde bedrag voor de kleinkinderen worden afgetrokken van het erfdeel van de desbetreffende ouder. Het oudste kind ontvangt dan meer dan het jongste kind, die heeft immers drie kinderen.

En hoe gaat dat dan als beide grootouders in hun testament een dergelijk legaat hebben opgenomen? Een probleem kan dan zijn dat de langstlevende grootouder dit bedrag dan al direct moet uitbetalen aan de kleinkinderen. Om dit te voorkomen kan in het testament worden bepaald dat pas uitgekeerd moet worden als de langstlevende grootouder ook is overleden. Het kleinkind krijgt dan een niet-opeisbare vordering op de grootouder. Deze vordering geldt overigens voor de inkomstenbelasting wel als vermogen van het kleinkind, waarover belasting moet worden betaald.

Belasting besparen

Het kleinkind-legaat is niet alleen een mooi middel om direct iets aan hen na te laten, maar ook een mooie middel voor het verminderen van de erfbelasting. Het bedrag dat grootouders aan kleinkinderen belastingvrij kunnen nalaten is gelijk aan het belastingvrije bedrag dat ouders aan kinderen kunnen nalaten en bedraagt € 25.187 (voor het jaar 2024). Dit bedrag wordt elk jaar geïndexeerd. In het hiervoor gegeven voorbeeld waarbij er vijf kleinkinderen zijn bedraagt de totale belastingvrije vererving dus vijf keer de vrijstelling. Dat scheelt dan weer 10 of 20 procent erfbelasting welke belasting anders bij de kinderen was geheven.

Wilt u meer weten over het kleinkind-legaat? Bel ons voor het maken van een afspraak

Drijvende woning soms onroerende-, soms roerende zaak
04-03-2024

Wanneer wordt een drijvende woning als een onroerende zaak bestempeld, en wanneer als een roerende zaak. Die vraag komt nogal eens aan de orde bij de oriëntatie van woningzoekers naar een drijvende woning. De vraag is ook van belang voor huurders van een dergelijke woning. Bij een onroerende zaak geldt huurbescherming, bij een roerende zaak niet. Uit een recente zaak voor het hof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de grens ligt bij de vraag wanneer de woning gaat drijven.

Bij de beoordeling van de situatie gaat het er om of de woning naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam op dezelfde plaats te blijven. Juridisch is er dan sprake van dat het gebouw kan worden beschouwd als duurzaam met de grond verenigd.

De casus waarop de uitspraak van het hof is gebaseerd dat de betreffende woning op een fundament staat van in de grond aangebrachte betonpalen die een constructief doel dienen. Het huis is ook via kabels aangesloten op gas, water, riolering en elektra. Dat laatste is overigens niet een allesbepalende regel voor het antwoord op de vraag of de woning duurzaam verenigd is met de grond. In het betreffende geval gaat het ook en vooral om de constructie, waaruit de duurzame vereniging met de grond volgt. Dat is namelijk op basis van objectief waarneembare uiterlijke kenmerken vast te stellen. Het feit dat de woning bij uitzonderlijke tijdelijke waterstijgingen kan gaan drijven, verandert daar niets aan.

Als een woning qua constructie bestemd was om te drijven en ook daadwerkelijk drijft, is er sprake van een schip. Een verbinding tussen een schip en de onder dat schip gelegen bodem die toelaat dat het schip met de waterstand mee beweegt, heeft niet als conclusie tot gevolg dat het schip met de bodem is verenigd.

Wilt u meer weten over de juridische status van drijvende woningen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Fusievrijstelling afhankelijk van noodzaak op zakelijke gronden
04-03-2024

Als er registergoed is betrokken bij de fusie tussen twee stichtingen, gaat ook dat registergoed over op de nieuwe entiteit. Als de betrokken besturen een succesvol beroep willen doen op de fusievrijstelling, moeten zij aantonen dat het beroep hoofdzakelijk is gedaan op grond van zakelijke overwegingen.

Geen absoluut criterium

De belastinginspectie zal niet zonder meer meegaan in het beroep op fusievrijstelling. Uit een uitspraak van het gerechtshof blijkt dat het criterium hoofdzakelijk op grond van zakelijke overwegingen geen absoluut criterium is maar een weging is van alle overwegingen. Een van de argumenten van de fiscus om geen vrijstelling te verlenen is bijvoorbeeld dat de fusie niet noodzakelijk was en dat de stichting ook voor een minder fiscaal gunstige regeling had kunnen kiezen. De fiscus vraagt zich daarbij dan af of in deze niet op onzakelijke gronden is gekozen voor vrijstelling? Het gerechtshof vindt echter dat het kiezen voor een fiscaal gunstige regeling niet perse onzakelijk is.

Feitelijke discussie

Er is ook plaats voor een feitelijke discussie, namelijk of rentevoordelen en andere voorkomende kostenvoordelen ook zijn meegewogen. De inspectie is daar heel kritisch op, maar als er een goede onderbouwing is, hebben de fuserende partijen ook hier het gerechtshof aan hun zijde.

De conclusie is dan ook dat wanneer de kostenbesparingen de genoten vrijstelling aan overdrachtsbelasting in ruime mate overschrijden, de fusie hoofdzakelijk is geschiedt op zakelijke gronden. Ons advies aan partijen is om vooroverleg met de fiscus te plegen zodat een rechtsgang niet nodig is.

Wilt u meer weten over fusie en fusievrijstelling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nationaal Koopstartfonds biedt woonstarters korting
26-02-2024

Het Nationaal Koopstartfonds biedt binnenkort voor kunnen starters op de koopwoningmarkt maximaal € 50.000 voor het kopen van een nieuwbouwhuis van maximaal € 390.000 kost. Met deze regeling wordt het voor starters een beetje eenvoudiger om een huis te kopen. De bijdrage wordt gedaan in de vorm van een lening. Het geleende bedrag hoeft pas te worden terugbetaald als de starter het huis later weer doorverkoopt.

Het kabinet streeft er naar het fonds nog dit jaar operationeel te maken. Een datum is nog niet bekend. Het kabinet heeft zeventig miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Nationaal Koopstartfonds. Het is de bedoeling dat ook gemeenten en projectontwikkelaars ook bijdragen.

Nieuwbouwhuis

Om voor de lening in aanmerking te komen moeten starters aan enkele voorwaarden voldoen. Het betreffende huis mag niet meer kosten dan € 390.000 en zij mogen maximaal twee keer modaal verdienen. Hiermee hoopt het kabinet de positie van koopstarters op de woningmarkt te verbeteren. Vorig jaar had slechts 20% van de starters de verwachting binnen een jaar een huis te kunnen kopen.

Koopstartregeling

Het Nationaal Koopstartfonds is gebaseerd op al bestaande Koopstart-regelingen die gemeenten en projectontwikkelaars kunnen toepassen. In 2021 ontstond het plan voor een Nationaal Koopstartfonds gebaseerd op al bestaande regelingen. Toen beoogde het kabinet daarmee jaarlijks 10.000 nieuwe woningen te kunnen bouwen voor starters, waarbij gemeenten, ontwikkelaars en het rijk samen zorgdragen voor de financiering.

Wilt u als koopstarter meer weten over het kopen van een huis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nut van de verklaring van erfrecht na een overlijden
26-02-2024

Na overlijden van een van beide ouders vraagt de bank vrijwel altijd om een verklaring van erfrecht. Daarmee kan de achterblijvende echtgenoot of kinderen toegang krijgen tot de bankrekeningen op naam van de overleden ouder.

Voor alle betrokkene is wel duidelijk dat de langstlevende ouder en de kinderen normaal gesproken voor gelijke delen erfgenaam zijn. Voor de bank ligt dat anders. In een testament kan namelijk anders zijn bepaald. Zo kunnen er bijvoorbeeld (nog) andere erfgenamen zijn benoemd. Of het kan zijn dat u of uw kinderen afstand hebben gedaan van de erfenis. De bank heeft een zorgplicht en wil om die reden eerst een verklaring van erfrecht ontvangen waaruit blijkt wie erfgenamen zijn en of zij de erfenis ook hebben aanvaard. Als er geen testament is, zal de notaris controleren wie de wettelijke erfgenamen zijn en hen inlichten over hun positie.

Huis op naam zetten

Het voordeel van de verklaring van erfrecht is verder dat u deze kunt gebruiken om het ouderlijk huis op naam van de langstlevende te zetten. Zo kan het huis later eenvoudig worden verkocht. Als u dat later wilt doen zonder dat er een verklaring van erfrecht is opgesteld, moet die alsnog worden opgesteld, met alle extra kosten en extra tijd voor het verkoopproces van dien. Het kan zelfs leiden tot een boete van 10% van de koopsom.

In de verklaring wordt ook de executeur of boedelgevolmachtigde opgenomen. Die moet vervolgens de nalatenschap afwikkelen en bijvoorbeeld de bankrekening beheren. Ook dat is van belang voor de bank.

Lukt het niet om de verklaring van erfrecht binnen een normale termijn te krijgen – bijvoorbeeld vanwege tegenwerkende andere erfgenamen – en bent u de in het testament genoemde executeur, dan kunt u de notaris om een verklaring van executele vragen. Daarmee kunt u ook toegang krijgen tot het beheer over de bankrekeningen.

Wilt u meer weten over de verklaring van erfrecht of executele? Bel ons voor het maken van een afspraak

Algemene vergaderingen mogen weer volledig digitaal
19-02-2024

Privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen, verenigingen, coöperaties en verenigingen van eigenaren, mogen opnieuw geheel digitaal vergaderen. Tijdens de coronapandemie was dit tijdelijk toegestaan. De ministerraad heeft op voorstel van minister Weerwind voor Rechtsbescherming ingestemd met indiening van een wetsvoorstel hierover bij de Tweede Kamer.

Volledig digitaal vergaderen maakt laagdrempelig vergaderen en besluiten nemen mogelijk en vermindert de regeldruk voor het bedrijfsleven. Rechtspersonen besluiten zelf of zij volledig digitaal willen vergaderen.

Veel rechtspersonen zijn verplicht om minimaal 1 keer per jaar met hun leden of aandeelhouders te vergaderen. Tot nu waren deze vergaderingen wettelijk verplicht fysiek of deels fysiek en deels digitaal. Tijdens de coronapandemie werd ook volledig digitaal vergaderen tijdelijk toegestaan. In de praktijk is dit door veel rechtspersonen als succesvol ervaren. Daarom wordt volledig digitaal vergaderen opnieuw en permanent toegestaan.

Voor volledig digitaal vergaderen moet voldoende draagvlak bestaan onder leden of aandeelhouders. Leden en aandeelhouders moeten goed geïnformeerd worden over de toegang tot een digitale vergadering. Ook moet een volledig digitale vergadering plaatsvinden via een middel waarmee deelnemers kunnen worden geïdentificeerd en kunnen stemmen. Hiervoor zijn gebruikelijke videobel-applicaties geschikt. Daarnaast vereenvoudigt het wetsvoorstel een elektronische oproep voor een algemene vergadering, zoals een e-mail.

Het wetsvoorstel wordt op korte termijn ingediend bij het parlement. Het streven is dat de wet per 1 januari 2025 in werking zal treden. (bron Rijksoverheid)

Wijzigingen giftenaftrek, schenkingsvrijstelling en vermogenstoets
19-02-2024

Per 1 januari zijn voor diverse wetswijzigingen van kracht geworden. De staatssecretaris van Financiën heeft verschillende uitvoeringsregelingen aan deze wetswijzigingen aangepast. Die hebben gevolgen voor onder meer de periodieke giftenaftrek, de schenkingsvrijstelling eigen woning en de vermogenstoets bij minderjarigen.

Periodieke giftenaftrek

De notariële schenkingsakte moet voldoen aan allerlei voorwaarden. Zo moeten daarin periodieke giften zijn vastgelegd. Zowel in de notariële als de onderhandse moeten vastgestelde gegevens worden opgenomen. Voor notariële akten is nieuw dat daarin voortaan ook onder meer het transactienummer moet worden opgenomen dat de ontvangende instelling aan de schenking heeft toegekend.

Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning

Sinds 1 januari 2024 is de schenkingsvrijstelling eigen woning definitief afgeschaft. In verband hiermee is ook artikel 5 Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting vervallen. Hierin werden aan de schenking nadere voorwaarden gesteld. Op grond van het overgangsrecht blijft echter voor schenkingen die in het verleden hebben plaatsgevonden de voorwaarde gelden dat de schenking tijdig aan de eigen woning is besteed. Dit betekent bijvoorbeeld dat als in het jaar 2022 voor de eerste keer een beroep is gedaan op de vrijstelling de begiftigde de schenking uiterlijk 31 december 2024 aan zijn eigen woning moet hebben uitgegeven. Deze datum wordt niet anders als in 2023 aanvullend een beroep is gedaan op de vrijstelling. Is evenwel in het jaar 2023 voor de eerste keer een beroep gedaan op de vrijstelling dan moet de begiftigde de schenking uiterlijk 31 december 2025 hebben besteed aan zijn woning.

Aanpassing vermogenstoets

Tot voor kort werd op verzoek het vermogen van een minderjarig kind niet meegeteld bij de vermogenstoets. Dat gold in gevallen waarin de ouder, diens partner-medebewoner en het kind zelf niet hierover kunnen beschikken. Sinds 1 januari van dit jaar is het woord ‘minderjarig’ geschrapt, omdat het maken van onderscheid tussen minderjarige en meerderjarige kinderen in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Deze aanpassing vloeit voort uit een zaak waarin een meerderjarig kind niet over geërfd vermogen kon beschikken omdat ter uitvoering van een testamentair bewind het geld op een geblokkeerde rekening voor minderjarigen stond.

Geldproblemen voor bewindvoerders en mentoren
12-02-2024

Voor bewindvoerders en mentoren blijven de vergoedingen die de overheid toestaat al jarenlang achter bij de gestegen kosten. Terwijl bewindvoerders en mentoren anderen helpen bij hun financiën, moeten zij nu zelf actie ondernemen.

De branchevereniging van bewindvoerders en mentoren roept de leden op te stoppen met het afhandelen van ingewikkelde zaken en geen nieuwe zaken meer aan te nemen. Een noodzakelijke stap, aldus de vereniging.

Bewindvoerders- en mentorkantoren zijn wettelijk gehouden aan het in rekening brengen van een beperkt aantal uren per cliënt. Voor een gebruikelijk dossier is de vergoeding gebaseerd op 17 uur, terwijl men er in de meeste gevallen meer dan 25 uur aan besteden. Bovendien is de uurvergoeding voor die 17 uur ook nog eens te laag. Sinds 1 januari mogen bewindvoerders en mentoren 6% meer berekenen terwijl de kosten volgens de branchevereniging zijn gestegen met 15-20%. Om toch rond te kunnen komen sturen velen nu op volume – meer cliënten aannemen dan ze eigenlijk aankunnen – wat ten koste gaat van de kwaliteit van dienstverlening.

Wilt u meer weten over bewindvoering en mentorschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Woningwaardegrens voor startersvrijstelling overdrachtsbelasting verhoogd
12-02-2024

Vanaf 1 januari 2024 is de grens voor woningwaarde om in aanmerking te komen voor toepassing van de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt € 510.000. De indexering van de hoogte van deze vrijstelling is geregeld in een ministeriële regeling. Het bedrag van de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling wordt jaarlijks aangepast aan de veranderingen van de gemiddelde WOZ-waarde.

Het grensbedrag wordt telkens een jaar van tevoren bekend gemaakt in de bijstellingsregeling. Daarmee wordt beoogd dat burgers ruim van tevoren op de hoogte kunnen zijn van de komende woningwaardegrens.

De woningwaardegrens is de afgelopen jaren verhoogd van € 400.000 (2022), via € 440.000 (2023) naar € 510.000 (2024). Schijnbaar goed nieuws voor de starter, maar de keerzijde is de stijging is gebaseerd op de gemiddelde stijging van de eigenwoningwaarden in het voorafgaande jaar. Daarmee is de positie van de starter op de woningmarkt niet echt verbeterd. Bij daling van de huizenprijzen kan de vrijstelling dus ook lager gaan uitvallen.

Digitaal een besloten vennootschap oprichten
05-02-2024

Sinds 1 januari 2024 is het mogelijk om een besloten vennootschap (bv) volledig digitaal op te richten. Het is dus niet meer noodzakelijk dat u hiervoor in persoon naar de notaris gaat.

Hoe verloopt het digitaal oprichten van een bv, ook wel dobv genoemd, en wat is de rol van de notaris daarbij. Eerst een samenvatting van de belangrijkste punten en daarna volgen vragen en antwoorden over het oprichtingsproces.

In het kort

  • Digitale oprichting van een bv vereist een digitale notariële oprichtingsakte.
  • Het oprichtingsproces omvat verschillende stappen, zoals contact opnemen met de notaris, bespreken van wensen, opstellen van de akte, digitale identificatie, digitaal bespreken van de akte en tot slot digitale ondertekening van de akte.
  • Voor digitale identificatie heeft u een digitaal identificatiemiddel met het Europese betrouwbaarheidsniveau 'hoog' nodig.
  • Voor een extra verificatie van uw identiteit heeft u verder een app nodig die in staat is uw gegevens van een fysiek identiteitsbewijs uit te lezen en digitaal te verstrekken aan de notaris.
  • Voor digitale ondertekening heeft u een gekwalificeerde digitale handtekening nodig.
  • De akte kan in het Nederlands of Engels worden opgesteld.
  • De kosten voor het digitaal oprichten van een bv variëren en zijn afhankelijk van onder meer de notaris die u kiest en uw precieze wensen.
  • Om het oprichtingsproces zo eenvoudig mogelijk te houden, is bij digitale oprichting van een bv geen andere inbreng dan in geld mogelijk. Wilt u bij de oprichting de inbreng in natura voldoen, dan moet u voor oprichting naar de notaris voor een op te stellen papieren akte.
  • De benoeming van bestuurders gebeurt voor de eerste keer bij de akte van oprichting. U kunt niet benoemd worden tot bestuurder als u een bestuursverbod heeft.

Wat heb ik nodig?

Voor het digitaal oprichten van een bv heeft u het volgende nodig:

  • De uitnodiging per e-mail van uw notaris met een link naar de online locatie waar u samen met de notaris de akte digitaal gaat passeren.
  • Een elektronisch identificatiemiddel met het Europese betrouwbaarheidsniveau 'hoog' en voor het zetten van een gekwalificeerde handtekening: hiervoor gebruikt u de app ItsMe op uw mobiele telefoon (app voor Android | app voor IOS). ItsMe is momenteel het enige middel in Nederland dat voldoet aan het vereiste betrouwbaarheidsniveau (eIDAS hoog) en u in staat stelt een gekwalificeerde elektronische handtekening te zetten met 1 app.
  • Uw paspoort, rijbewijs of identiteitsbewijs.
  • Uw mobiele telefoon met camera.
  • Mobiele app ReadID Ready voor de extra verificatie van uw identiteit
  • Goed werkende apparatuur waarmee u goed zichtbaar en verstaanbaar bent voor het videogesprek met de notaris.

Wilt u meer weten over het digitaal oprichten van een bv? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Hoe toetst de notaris of iemand wilsbekwaam is?
05-02-2024

De notaris zal bij het bepalen van wils(on)bekwaamheid in het gesprek met iemand nagaan of deze de gestelde vragen begrijpt. Bijvoorbeeld door hem of haar in eigen woorden te laten vertellen wat hij of zij wil regelen en waarom. Soms vindt er een tweede gesprek plaats. Dat kan bij de betreffende persoon thuis, als dat prettiger is.

Het is soms moeilijk voor de notaris om vast te stellen of iemand wilsonbekwaam is. Ook kan het per situatie verschillen. Zo kan iemand door rouw, ziekte of medicijngebruik tijdelijk wilsonbekwaam zijn. De notaris is geen arts. Daarom zal hij bij twijfel advies vragen van een gespecialiseerd en onafhankelijk arts, bijvoorbeeld een VIA-arts. Daar is toestemming van de betreffende persoon voor nodig.

In de brochure Het onderzoek van de notaris bij uw levenstestament leest u nog wat uitgebreider hoe de notaris te werk gaat bij het opstellen van een levenstestament.

Wilt u meer weten over het bepalen van wilsbekwaamheid voor het opmaken en passeren van een notariële akte? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Medewerking partner nodig bij opheffing aansprakelijkheid voor hypotheekschuld
29-01-2024

Als uw ex-partner niet wil meewerken om u door de bank te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld, heeft u er een hele dobber aan om dat wel voor elkaar te krijgen.

Het helpt u zelfs niet als de relatie met uw ex-partner al een aanzienlijk aantal jaren is beëindigd, of als u geen mede-eigenaar van de woning bent, dat uw ex-partner al die tijd al de hypothecaire lasten voor zijn of haar rekening neemt, of dat u geen enkele band meer met uw ex-partner wilt.

Wat u moet kunnen overleggen u te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid zijn de financiële gegevens van uw ex-partner. Daaruit moet dan moet blijken dat hij of zij zelf de hypothecaire lasten kan dragen en de tenaamstelling op alleen zijn naam verantwoord is.

Wilt u meer weten over hoofdelijke aansprakelijkheid bij het afsluiten van een hypothecaire lening? Bel ons voor een afspraak.

Voorkom narigheid, maak een testament
29-01-2024

Het belang van een testament is al lang aangetoond. Het aantal ruzies om erfenissen tussen erfgenamen waarde verdeling wel op een testament is gebaseerd en die waarin dat niet het geval is, is groot. Het ontbreken van een testament levert meer kans op ruzie op, maar heeft bovendien tot gevolg dat niet maximaal geprofiteerd kan worden van belastingvoordelen.

Veel mensen hebben nog steeds geen testament heeft. Naast het regelen van de uitvaart krijgen nabestaanden ook al direct te maken met de verdeling van de erfenis. Zonder testament kan dit tot grote problemen en zelfs familieruzies leiden. Rechtbanken hebben het daar druk mee. Onnodig, want met een testament weten de nabestaanden zeker dat de wil van de overledene wordt nagekomen. In het testament kan worden vastgelegd wie welke spullen krijgt en hoe de erfenis verder financieel moet worden afgewikkeld.

Het is wel belangrijk om een eenmaal gemaakt testament ook regelmatig te actualiseren. Raadzaam is om elke vijf, zes jaar uw testament bij ons te laten checken, dat hoeft lang niet altijd te leiden tot een nieuw testament, maar u weet dan wel dat uw testament nog wel of niet meer up tot date is.

U kunt ook mogelijk ruzie om uw nalatenschap voorkomen door tijdens uw leven al geld en goederen (= vermogen) te schenken. U kunt daarmee ook nog eens belasting besparen. Op dit moment draagt slechts één van de tien ouderen structureel vermogen over naar kinderen. U mag jaarlijks ruim € 6.600 belastingvrij aan elk van uw kinderen schenken. Dat kan na uw overlijden ook nog eens behoorlijk wat erfbelasting besparen.

Wilt u meer weten over testamenten en schenkingen en wat de mogelijkheden voor u persoonlijk zijn? Neem contact met ons op en wij helpen u bij het maken van een afgewogen keuze.

Nieuwe rechtsvorm voor maatschappelijk betrokken ondernemingen
22-01-2024

Er komen steeds meer ondernemingen die vanuit maatschappelijke betrokkenheid opereren. Bedrijfsvoering wordt of is dan aangepast aan aandachtpunten als bijvoorbeeld verduurzaming of sociale betrokkenheid. Voor die ondernemingen is een nieuwe rechtsvorm in voorbereiding, de maatschappelijke BV, ofwel de BVm. Deze kan worden toegepast door ondernemingen die in hun bedrijfsvoering een maatschappelijk doel nastreven.

De nieuwe wet gaat vastleggen aan welke eisen een onderneming moet voldoen om voor de nieuwe rechtsvorm in aanmerking te komen. Het gaat dan om vereisten die te maken hebben met sociale, ecologische of culturele aspecten in de samenleving. Voor relaties van een dergelijke onderneming en voor het publiek is dan duidelijk dat de onderneming zich bezighoudt met maatschappelijke doelen. Wanneer een onderneming de rechtsvorm gebruikt en er niet naar handelt, kunnen gedupeerden een beroep doen om bedrog of misleiding. De rechter kan de BVm ontbinden als de onderneming fors afwijkt van het statutaire doel.

De BVm mag gewoon winst maken, aandeelhouders hebben winstrechten. Daarmee is de BVm iets heel anders dan een stichting. Een stichting mag namelijk geen winst beogen. In de BVm mag winst niet het enige leidende doel zijn. De BVm moet aan meer eisen voldoen. In de statuten van de BVm moet duidelijk blijken dat de BVm een maatschappelijk doel beoogt. Daarbij moet worden vastgelegd welk doel dat is en hoe de onderneming daaraan invulling gaat geven. De BVm wordt verplicht om jaarlijks te rapporteren over de verwezenlijking van het maatschappelijke doel.

Wilt u meer weten over de de maatschappelijke BV? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Denk aan wettelijke regels bij schenking op papier
22-01-2024

In de laatste maanden van het jaar wordt nogal eens bij de notaris de vraag gesteld hoe vermogen van ouders naar kinderen kan worden overgeheveld om bijvoorbeeld de heffing van erfbelasting te besparen bij overlijden.

In de eerste plaats kan worden geschonken in contanten van de spaarrekening. Dat is de gemakkelijkste vorm van schenken en kan onderling worden geregeld tussen ouders en kinderen.

Maar zit het vermogen vast, bijvoorbeeld in een huis, en heeft u niet de beschikking over veel contanten, of wilt u uw financiële buffer behouden op uw spaarrekening, dan kunt u toch nog wel profiteren van de belastingvoordelen van schenken.

U kunt dan namelijk op papier een bedrag schenken. Pas na uw overlijden krijgt uw kind dit bedrag ook echt in handen. Uw vermogen verminderd op papier en uw kind krijgt het bedrag niet in handen. Het bedrag dat op papier is geschonken leent u direct weer terug van uw kind. U moet wel jaarlijks rente gaan betalen aan uw kind over het bedrag dat u op papier geschonken heeft. Deze rente bedraagt 6%. Als u meerdere jaren een dergelijke schenking doet zal u dus steeds meer rente aan uw kind moeten betalen.

In de aangifte inkomstenbelasting moet u in box III opgeven dat u een schuld heeft aan uw kind. Uw kind geeft bij zijn aangifte inkomstenbelasting in box III op dat hij een vordering heeft op u. Uw kind gaat dus wel extra inkomstenbelasting betalen als hij in box III boven de vrijstelling uitkomt. Het geld dat u op papier schenkt, valt dus niet meer onder uw vermogen. Daardoor hoeven uw erfgenamen na uw overlijden minder erfbelasting te betalen.

Notariële akte

Voor een dergelijke schenking gelden wel wettelijke regels. Een schenking op papier moet u namelijk regelen via de notaris in een notariële akte! Om notariskosten te besparen wordt soms een contante schenking gedaan en onderhands het geld terug geleend. Recent heeft de rechter een uitspraak gedaan over deze terugleenconstructie.

Een kind kreeg van zijn ouders als schenking een geldbedrag overgeboekt. Een paar dagen later boekte het kind geldbedragen als lening terug naar zijn ouders. De lening is ook beschreven in een getekende onderhandse akte. Afgesproken was dat de lening voor onbepaalde tijd niet opeisbaar was en dat de lening uiterlijk bij het overlijden van de langstlevende ouder moest zijn afgelost. Na het overlijden van de eerste ouder moest een aangifte voor de erfbelasting worden gedaan. Vervolgens is een geschil ontstaan met de belastingdienst over de vraag of de helft van de schuld aftrekbaar was bij de berekening van de erfbelasting.

De inspecteur van de Belastingdienst stelde dat de schuld niet aftrekbaar was omdat de overeenkomst niet in een notariële akte was vastgelegd.

De rechter gaf de inspecteur op dit punt gelijk. Volgens de rechter was het aannemelijk dat de ouders en het kind niet de intentie hadden om de lening al tijdens het leven van de ouders terug te storten. Daarbij is er door de rechter op gelet dat er sprake was van een kort tijdsverloop tussen de betalingen over en weer, het ondertekenen van de leenovereenkomst en het aangaan van de lening voor onbepaalde tijd.

De rechter ziet deze constructie als een schenking die pas na de dood van de schenker wordt uitgevoerd. En daarvoor moet een notariële akten worden gemaakt.

De lening was dus niet aftrekbaar en er moest meer erfbelasting worden betaald.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden om te schenken, neemt u dan contact met ons op. Wij zullen u hierover graag adviseren.

Taken bestuurder alleen overdraagbaar met aandeelhoudersbesluit
15-01-2024

Statuten van besloten vennootschappen bevatten normaal gesproken altijd een zogenaamde beletregeling. Daarin wordt geregeld dat wanneer een van de aandeelhouder-bestuurders niet meer in staat is zijn of haar taak naar behoren uit te voeren, de algemene vergadering van aandeelhouders iemand anders – eventueel tijdelijk – met het bestuur kan belasten. Deze statutaire bepaling kan niet via een algemene volmacht worden omzeild.

Zo diende onlangs een zaak waarin de kinderen van een door dementie niet meer bekwame bestuurder via een algemene volmacht de feitelijke leiding van de BV in handen kregen. De volmacht strekte namelijk mede tot rechtshandelingen in de hoedanigheid van bestuurder van een rechtspersoon. Daar kwam de minderheidsaandeelhouder tegen in het geweer. Die stelde dat de andere aandeelhouder diens bestuurstaken niet met een volmacht aan zijn kinderen kon overdragen, maar dat daarvoor een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist is. Het verzoek was om de door dementie geplaagde aandeelhouder te schorsen als bestuurder en diens aandelen met beheerbevoegdheden aan een derde over te dragen.

De statuten van de BV in kwestie bevatten een beletregeling. Daarin is geregeld dat in geval van belet van de enige bestuurder wijst de algemene vergadering van aandeelhouders een persoon aan die (tijdelijk) met het bestuur is belast. Deze regeling kan niet met volmacht worden omzeild. Dit leidde er uiteindelijk toe dat gedurende de loop van het geding de demente bestuurder werd geschorst en een derde tot bestuurder werd benoemd. Daarbij werd ook bepaald dat de te benoemen bestuurder een beslissende stem krijgt en zelfstandig bevoegd is de BV te vertegenwoordigen en dat zonder hem/haar de BV niet kan worden vertegenwoordigd. De kinderen kunnen ondertussen met aan hen gegeven volmacht wel hun rechten als aandeelhouder waarnemen.

Wilt u meer weten over beletregelingen in statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Concept testament soms toch bepalend
15-01-2024

Alleen een door de notaris (mede-)ondertekend testament is rechtsgeldig. Concept testamenten doen er niet toe. Dat is de regel. Heel af en toe wijkt de rechter van de regel af. Zo ook in geval van de onterving van een stiefvader door een moeder van kinderen uit haar eerdere huwelijk. De vrouw had nog geen notarieel opgemaakt testament, de stiefvader zou daarom alle goederen van de nalatenschap toebedeeld krijgen.

De moeder had intussen een testament bij de notaris voorbereid waarin zij de stiefvader onterfde. Het concept daarvan was echter nog niet bij de notaris vastgelegd in een definitieve akte. Daarnaast was door de rechter al een echtscheiding tussen de moeder en de stiefvader uitgesproken, maar kon dit vanwege het overlijden van de moeder niet meer bij de burgerlijke stand worden ingeschreven. De kinderen deden bij de rechter een beroep op de redelijkheid en billijkheid met het betoog dat de stiefvader vanwege voorgaande feiten geen erfgenaam meer kon zijn.

De rechter volgde hun betoog en oordeelde dat een rechtsregel buiten toepassing gelaten kan worden als deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit kan alleen als toepassing tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Er moet dan sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden. Uit de jurisprudentie blijkt ook dat van de regel kan worden afgeweken als uit een concept testament op grond van de redelijkheid en billijkheid mogelijk met “volstrekte zekerheid” kan worden vastgesteld de inhoud van het concept testament overeenstemt met de uiterste wil van de overledene op het moment van overlijden.

In dit geval leidde dit tot de conclusie dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de stiefvader als erfgenaam en enig rechthebbende op de goederen kan beroepen.

Wilt u meer weten over het opmaken van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vergoedingsrecht op investering in aflossing hypotheek tijdig vastleggen
08-01-2024

Bij huwelijken op huwelijkse voorwaarden kan het voorkomen dat een van de partners uit privévermogen aflost op de gezamenlijke hypotheeklening voor hun gezamenlijke woning. Of die partner hiermee automatisch een vergoedingsrecht ten opzichte van zijn of haar partner krijgt, is nog maar de vraag. In de huwelijkse voorwaarden moet namelijk worden vastgelegd wanneer sprake is van een vergoedingsrecht. Als dat wel is vastgelegd maar niet is nageleefd, is er geen sprake van een vergoedingsrecht.

Soms wordt in huwelijkse voorwaarden afgesproken dat in dergelijke gevallen binnen een beperkte periode nadat het geld aan het privévermogen van een van de partners is onttrokken, de partners in een schriftelijke overeenkomst moeten hebben vastgelegd dat sprake is van een vergoedingsvordering. Als zij dat doen, is de vergoeding gelijk aan het bedrag of de waarde op het moment van de onttrekking. Het doet dan niet ter zake of het onttrokken bedrag is besteed.

Als beide partners niet schriftelijk hebben vastgelegd dat er sprake is van een vergoedingsvordering, dan wordt de onttrekking beschouwd als bestemd voor voldoening van de kosten van de huishouding en is er ook geen sprake van een vergoedingsrecht.

Wilt u meer weten over vergoedingsrechten binnen huwelijkse voorwaarden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onderzoek naar voortbestaan wettelijk erfdeel
08-01-2024

Kinderen kunnen in Nederland door hun ouders bij testament worden onterfd. Echter, die kinderen hebben dan de mogelijkheid om toch hun wettelijk toekomend erfdeel op te eisen. Dat wettelijke erfdeel is de helft van wat een kind normaal gesproken zou toekomen. Uit sommige peilingen blijkt dat een groot deel van de bevolking vindt dat deze zogenaamde legitieme portie wel kan worden afgeschaft. Andere peilingen wijzen juist het tegendeel uit. De Rijksuniversiteit Groningen gaat nu onderzoeken hoe het echt zit.

De onderzoekers gaan zoeken naar antwoorden op de vraag of er in Nederland voldoende draagvlak is om de legitieme portie af te schaffen. Daarbij kijken zij ook naar de juridische en maatschappelijke – positieve en negatieve – gevolgen die daarvan zijn te verwachten. In het onderzoek wordt ook meegenomen hoe hier in andere landen mee wordt omgegaan en wat daar de effecten zijn.

Centraal in het onderzoek staat een enquête onder de Nederlandse bevolking. Via diepte-interviews vanuit verschillende maatschappelijke gezichtspunten wordt bezien wat de gevolgen van afschaffing kunnen zijn.

Het rapport van de onderzoekers wordt uiterlijk 1 oktober 2024 verwacht.

Schenk- en erfbelasting 2024
02-01-2024

Schenk- en erfbelasting worden geregeld in de Wet op de schenk- en erfbelasting. Daarin is geregeld dat u belasting moet betalen over wat u uit iemands nalatenschap krijgt. Onderstaand de nieuwe vrijstellingsbedragen voor 2024.

Schematisch overzicht Schenk- en erfbelasting 2024

Deel van de belaste verkrijging

Tariefgroep 1 (partners en kinderen)

Tariefgroep 1A (kleinkinderen)

Tariefgroep 2 (overige verkrijgers)

zie ()

(tot € 152.368) 10%

(tot € 152.368) 18%

(tot € 152.368) 30%

Zie ()

(v.a. € 152.368) 20%

(v.a. € 152.368) 36%

(v.a. € 152.368) 40%

Vrijstellingsbedragen erfbelasting

Partners

€ 795.156

Kinderen en kleinkinderen

€ 25.187

Zieke en gehandicapte kinderen

€ 75.546

Ouders

€ 59.643

Overige verkrijgers

€ 2.658

Vrijstellingsbedragen schenkbelasting

Kinderen

€ 6.633

Kinderen 18-40 jaar (eenmalig)

€ 31.813

Kinderen 18-40 jaar (eenmalig, indien de schenking wordt gebruikt voor studie )

€ 66.268

Overige verkrijgers

€ 2.658

Bedrijfsopvolgingsregeling

Het overhevelen van uw bedrijf naar uw kinderen is helemaal vrijgesteld van belasting. Althans voor zover de onderneming niet meer dan € 1.205.871 waard is. Als uw bedrijf meer waard is, dan geldt een 100% vrijstelling voor het deel dat de verkrijger krijgt van die € 1.205.871; voor het meerdere geldt een vrijstelling van 83%. Voor de belasting die dan eventueel nog is verschuldigd (meestal tariefgroep 1 tegen een tarief van 10-20%) kan uw kind tien jaar uitstel van betaling krijgen.

U moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Wilt u gebruik maken van de regeling, dan moet uw zoon of dochter de onderneming vijf jaar voortzetten. En u moet 55 jaar of ouder zijn.

Goede doelen

Regeling voor Algemeen nut beogende instellingen (ANBI's). Alleen instellingen die (nagenoeg) uitsluitend het algemeen nut beogen komen in aanmerking voor de ANBI-regeling. Dat betekent dat zij geen belasting hoeven te betalen over ontvangen schenkingen.

Daarnaast is er een regeling voor Sociaal belang behartigende instellingen (SBBI's). Dat zijn bijvoorbeeld sportorganisaties en niet-commerciële dorpshuizen. Ook SBBI's hoeven geen schenk- of erfbelasting te betalen over de schenkingen en nalatenschappen die ze ontvangen.

Hoge Raad: testament kan vervallen door wijziging feiten en omstandigheden
27-12-2023

Dat een erflater niet is vooruitgelopen op een latere wijziging in zijn huwelijks- en gezinssituatie, betekent niet dat dit geen rol speelt bij de uitleg van het testament. Het kan dus zo zijn dat de uiterste wil zo wordt uitgelegd, dat deze alleen gold voordat de situatie van de erflater veranderde. Met dit oordeel vernietigt de Hoge Raad een eerdere uitspraak van het gerechtshof.

In de onderliggende zaak had een erflater vóór zijn huwelijk en de geboorte van zijn kinderen een testament opgesteld. Daarin benoemde hij zijn broer als enige erfgenaam. In een gerechtelijke procedure stelden de echtgenote en kinderen dat de broer geen rechten kan ontlenen aan het testament. Dit zou namelijk alleen gelden als de erflater bij zijn overlijden niet is gehuwd en geen afstammelingen nalaat.

Verhoudingen en omstandigheden

De rechtbank ging hier in mee, maar het gerechtshof was het daar niet mee eens. Volgens het hof tellen feiten en omstandigheden van na het maken van het testament alleen mee als daarop is vooruitgelopen bij het maken van het testament. De Hoge Raad fluit nu dus het gerechtshof terug en heeft bepaald dat bij de uitleg van een testament gelet dient te worden op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wil regelen op de omstandigheden waaronder het testament is opgesteld.

Wilt u meer weten over het opmaken van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Mondelinge koopovereenkomst bij bouwkavel kan bindend zijn
18-12-2023

Een bouwkavel te koop waarop op grond van het bestemmingsplan een woning gebouwd mag worden. Voor sommigen een buitenkans om zelf een woning op te (laten) bouwen. Wat gebeurt er als een potentiële koper een bod uitbrengt, dat bod geaccepteerd wordt en de koper zich vervolgens bedenkt en wil afzien van de koop? Is er met het accepteren van het bod een koopovereenkomst tot stand gekomen, zij het nog mondeling?

Veelal zal dan door de koper een beroep gedaan op een wetsartikel waarin staat dat er pas een koopovereenkomst tot stand komt door ondertekening van een schriftelijke koopakte. Dat klopt waar het om woningen gaat, maar klopt dat ook voor bouwkavels? De rechtbank kwam er in een dergelijke casus niet zelf uit en vroeg de Hoge Raad om duidelijkheid. Die stelt dat de publiekrechtelijke bestemming van de onroerende zaak – in dit geval de bouwkavel – niet bepalend is voor het uitgangspunt van het betreffende wetsartikel, namelijk of het gaat om “een tot bewoning bestemde onroerende zaak”. Wel bepalend is of de verkoper een verplichting is aangegaan tot het leveren van een gebouw of een gedeelte daarvan dat woondoeleinden dient.

Als de verkoper zich verplicht heeft tot het leveren van een onbebouwde onroerende zaak – de bouwkavel in deze zaak – dan is dat wetsartikel niet van toepassing. Daar doet niet aan af of de verkoper bij voorbaat wist dat de koper er een huis op wilde laten bouwen. In juridische termen: het schriftelijkheidsvereiste geldt niet als de verkoper een onbebouwde onroerende zaak als bouwkavel heeft verkocht. De verkoper heeft zich dan immers niet verplicht tot het leveren van een woning.

Wilt u meer weten over het kopen van een bouwkavel en het vastleggen daarvan in een koopovereenkomst? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Meer transparantie en rechtsbescherming bij snelle ontbinding bedrijven
18-12-2023

Met turboliquidatie kunnen ondernemers snel en eenvoudig stoppen met hun bedrijf als het bedrijf niets meer van waarde bevat. Turboliquidaties kennen echter ook een risico op misbruik, vooral als er schulden achterblijven. Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming neemt maatregelen voor meer transparantie, meer rechtsbescherming voor schuldeisers en om misbruik tegen te gaan. De turboliquidatie wordt hierdoor een geschiktere manier voor ondernemers om te kunnen stoppen. De maatregelen staan in de Tijdelijke wet transparantie turboliquidaties die op 15 november 2023 in werking is getreden.

Turboliquidaties maken het ondernemers mogelijk om op tijd te stoppen met hun bedrijf als het bedrijf niets meer van waarde bevat, bijvoorbeeld om de laatste voorraden te verkopen en met deze opbrengst zoveel mogelijk schulden te betalen. Op deze wijze kan een ondernemer voorkomen dat schulden verder oplopen als deze bijvoorbeeld door het wegvallen van inkomsten niet meer betaald kunnen worden. Het alternatief is vaak een faillissement waarbij schuldeisers veel minder van hun geld terugkrijgen. Nieuwe maatregelen moeten eventueel misbruik van turboliquidaties tegengaan, transparantie vergroten en schuldeisers meer rechtsbescherming bieden. Ondernemers moeten bijvoorbeeld schuldeisers actief informeren over het stoppen van het bedrijf.

Daarnaast moeten ondernemers bij een turboliquidatie verplicht financiële verantwoording indienen bij de Kamer van Koophandel. Op deze manier wordt duidelijk waar de laatste opbrengsten aan zijn besteed en waarom er niet meer schulden konden worden betaald. Meer transparantie maakt het ook mogelijk voor schuldeisers om tegen de turboliquidatie in actie te komen, bijvoorbeeld door inzage te eisen in de administratie, bestuurders aansprakelijk te stellen of de turboliquidatie door de rechter ongedaan te laten maken. Misbruik maken van een turboliquidatie is strafbaar op grond van de Wet economische delicten en kan leiden tot een bestuursverbod van maximaal 5 jaar.

Om de maatregelen voor meer transparantie en rechtsbescherming snel in te kunnen voeren, is gekozen voor een tijdelijke wet waarmee de maatregelen twee jaar gelden. Na deze periode kunnen de maatregelen worden verlengd.

Wilt u meer weten over turboliquidatie? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Verondersteld voorkeursrecht tot koop blijkt niet altijd
11-12-2023

Een Nederlandse notaris is verplicht en goed verzekerd tegen beroepsaansprakelijkheid. Juist hierdoor wordt de notaris regelmatig geconfronteerd met claims van cliënten die proberen hun schade te verhalen bij de notaris. Als er sprake is van een door de notaris gemaakte fout dan moet de notaris de client uiteraard schadeloos stellen en kan het uitgekeerde bedrag indienen bij de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

Dat een claim vaak ook ten onrechte bij de notaris wordt neergelegd blijkt uit een zaak die onlangs door de rechter moest worden beoordeeld. De notaris heeft ter uitvoering van een aan hem overlegde koopovereenkomst een woning overgedragen van verkoper naar koper. Na de overdracht melde zich een andere koper bij de notaris met de mededeling dat hij een voorkeursrecht tot koop zou hebben afgesproken met de verkoper. Er was kennelijk sprake van een mondelinge koopovereenkomst tussen de verkoper en deze “voorkeurs”koper.

Mede op basis van de reactie van de verkoper op de uitdrukkelijke vraag van de notaris tijdens een bespreking voorafgaand aan de overdracht, welke reactie blijkt uit de dossieraantekeningen van de notaris, (“Hij heeft destijds geen voorkeursrecht van koop gevestigd”) heeft de notaris geconcludeerd dat er geen sprake was van een rechtsgeldig gevestigd voorkeursrecht tot koop. Het rechercheren van naastgelegen percelen, om na te gaan of de verkoper in een akte van levering van een naastgelegen perceel grond het in de procedure gestelde recht van voorkeur al dan niet zou hebben erkend, behoort niet tot de kadastrale recherche die een notaris moet doen voordat een woning wordt overgedragen.

De bewoordingen “bekend te zijn met” zijn niet voldoende om een voorkeursrecht te vestigen. Sterker nog, zelfs al was het voorkeursrecht gevestigd, dan geldt de koopovereenkomst in deze zaak als sterker recht waardoor de eerste koper vóór de “voorkeurs”koper gaat. Van feiten en/of omstandigheden die de notaris zouden verplichten tot nader onderzoek ten aanzien van koper is niet gebleken. Ook is niet gebleken dat koper, indien deze op de hoogte was van het voorkeursrecht, anders had moeten handelen, of dat koper met diens handelen onrechtmatig handelde tegenover degene die pretendeert het voorkeursrecht te hebben.

Om taferelen zoals hiervoor omschreven te voorkomen is het altijd verstandig om afspraken met betrekking tot verkoop en koop van onroerend goed vooraf duidelijk en schriftelijk vast te leggen. Een voorkeursrecht tot koop kan zelfs bij het Kadaster worden geregistreerd zodat het voor iedereen kenbaar is. De notaris kan deze registratie voor u verzorgen.

Naleven regels voor ontslag statutair directeur in BV cruciaal
11-12-2023

Een statutair directeur is een directeur die wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders in een Besloten Vennootschap. De statutair directeur kan alleen worden ontslagen door het orgaan dat hem ook benoemde, namelijk de algemene vergadering van aandeelhouders.

De werkgever heeft geen akkoord van het UWV of de kantonrechter nodig om tot ontslag over te gaan. De statutair directeur heeft in principe geen recht op ontslagbescherming uit hoofde van het arbeidsrecht.

De statutair directeur dient zich bij het uitoefenen van zijn taak te richten naar de belangen van onderneming. Daarnaast heeft de statutair directeur een bijzondere zorgplicht tegenover de besloten vennootschap en haar aandeelhouders. Deze zorgplicht kan resulteren in een persoonlijke aansprakelijkheid van de statutair directeur.

De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat een geldig vennootschapsrechtelijk besluit tot ontslag van de statutair directeur ook de arbeidsrechtelijke overeenkomst met de statutair directeur beëindigd. Dat betekent dat de statutair directeur bij ontslag in principe alleen maar recht heeft op de transitievergoeding en niets meer.

In een recent gewezen uitspraak werd echter geredeneerd dat als er een statutair directeur wordt ontslagen en een redelijke grond tot ontslag ontbreekt er wel degelijk recht is op meer vergoeding. Het ontslaan zonder redelijke grond is de werkgever aan te rekenen. De werkgever heeft zich dan ernstig verwijtbaar gedragen.

De rechter oordeelde in een dergelijke situatie dat de betreffende ontslagen statutair directeur recht heeft op een billijke vergoeding. Die vergoeding werd in dat geval vastgesteld op een bedrag bestaande uit vijf jaar loon en bonussen alsmede pensionschade.

Conclusie is dus dat inderdaad de statutair directeur redelijk eenvoudig kan worden ontslaan, maar dat de werkgever zich wel betamelijk heeft te gedragen. Doet de werkgever dat niet dan kan het ontslag een begrotelijk geheel worden.

Wilt u meer weten over het benoemen en ontslaan van een statutair directeur? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Problemen en uitdagingen binnen de Vereniging van Eigenaren
04-12-2023

Problemen binnen Vereniging van Eigenaren (VvE) bij appartementencomplexen zijn van alledag, zo blijkt in de notariële praktijk. De VvE is een essentieel orgaan binnen een appartementencomplex, waarin eigenaren gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het beheer en onderhoud van het gebouw. Hoewel het concept van een VvE bedoeld is om gezamenlijke belangen te behartigen, ervaren veel appartementseigenaren een scala aan problemen binnen deze organisatiestructuur. Wat zijn veel voorkomende uitdagingen binnen VvE's?

Gebrek aan betrokkenheid

Een van de meest voorkomende problemen binnen VvE's is het gebrek aan betrokkenheid van eigenaren. Sommige leden nemen niet actief deel aan vergaderingen en besluitvormingsprocessen, wat kan leiden tot inefficiënt beheer en trage besluitvorming. Dit gebrek aan betrokkenheid kan resulteren in verwaarlozing van onderhoudstaken en een algemene afname van het woongenot binnen het complex.

Hiervoor kan een eventuele oplossing bestaan uit het bevorderen van bewustwording onder de leden en het benadrukken van het belang van deelname aan de VvE. Betrokkenheid van de meerderheid van de leden is essentieel voor het goed functioneren van de VvE. Het organiseren van regelmatige vergaderingen met een aansprekende agenda en het gebruik van digitale communicatiemiddelen kunnen ook bijdragen aan een actievere participatie.

Financiële problemen

Financiële kwesties vormen vaak een bron van conflict en ergernis binnen VvE's. Slechte financiële planning, geen meerjaren-onderhoudsbegroting of zelfs geen exploitatiebegroting zijn aan de orde van de dag. Het niet naleven van de begroting en onduidelijkheid qua verdeling van kosten kunnen leiden tot tekorten op de begroting en onvrede tot zelfs hooglopende ruzie onder de eigenaren.

Oplossing: Het opstellen van een realistische begroting, het inzichtelijk maken van de financiële situatie en het invoeren van duidelijke procedures voor het innen van bijdragen kunnen helpen bij het verminderen van financiële spanningen.

Onderhoudsproblemen

Een ander veelvoorkomend probleem betreft het onderhoud van het appartementencomplex. Gebrek aan onderhoud kan niet alleen de waarde van de individuele eigendommen verminderen, maar ook tot veiligheidsrisico's leiden.

Oplossing: Het opstellen van een gedegen onderhoudsplan en het regelmatig uitvoeren van inspecties kunnen problemen vroegtijdig signaleren. Het instellen van een – overigens wettelijk verplicht – reservefonds voor onvoorziene onderhoudskosten kan de financiële lasten beter beheersbaar maken.

Conclusie

Het succes van een VvE hangt af van de effectieve samenwerking en communicatie tussen eigenaren en het bestuur. Het verbeteren van betrokkenheid, het zorgvuldig beheren van financiën en het invoeren van een doordacht onderhoudsplan zijn cruciale stappen om de leefbaarheid en waarde van appartementencomplexen te garanderen. Door deze uitdagingen op te pakken, kunnen VvE's een gezonde en duurzame leefomgeving voor hun leden creëren.

De notaris is de enige partij die akten van splitsing bij appartementen mag opstellen en is dan ook de partij bij uitstek die u kan informeren en helpen problemen te voorkomen.

Vrijgestelde bedrag grens voor doen van aangifte erfbelasting
04-12-2023

De belastingdienst stuurt meestal een brief waarin staat of de erfgenamen aangifte moeten doen. Dit doet zij binnen 4 maanden na het overlijden. De aangifte moet binnen 8 maanden na het overlijden zijn ingediend. De datum waarvoor de aangifte moet zijn ingediend staat ook in de aangiftebrief.

Deze aangiftebrief wordt meestal naar de partner of het oudste kind van de overledene toegestuurd, tenzij is doorgegeven dat een andere erfgenaam contactpersoon is.

Indien uit een testament of een verklaring van erfrecht blijkt dat er een executeur of een notaris gemachtigd is om de aangifte erfbelasting in te vullen dan wordt de aangiftebrief verstuurd naar die executeur of gemachtigde. U dient altijd aangifte te doen als u meer erft dan het vrijgestelde bedrag. Hoe groot de vrijstelling is, hangt overigens af van uw relatie met de overledene. De vrijstellingen voor de erfbelasting worden jaarlijks aangepast.

Wie doet er aangifte voor de erfbelasting

Indien er door de overledene een executeur is benoemd in het testament dan dient die executeur aangifte erfbelasting te doen voor álle erfgenamen. Als er geen executeur is dan kan iedere erfgenaam voor zichzelf aangifte doen. Sommige erfgenamen doen samen aangifte en andere alleen voor zichzelf. Erfgenamen kunnen ook samen kiezen wie aangifte doet voor álle erfgenamen. Het laatste is ook het meest praktisch want dan kunt u in de aangifte ook zien of u samen de volledige erfenis heeft aangegeven.

Uitstel

Lukt het niet om binnen 8 maanden de aangifte erfbelasting in te dienen dan kan er uitstel worden aangevraagd. Dit uitstel dient u aan te vragen vóór de inleverdatum die op de brief staat waarin de belastingdienst de erfgenamen vraagt om aangifte te doen. U krijgt dan 5 maanden uitstel. Als de erfgenamen samen aangifte doen geldt het uitstel voor alle erfgenamen. Doet u afzonderlijk aangifte erfbelasting? Dan moet u ook zelf uitstel aanvragen. Dat kan alleen als u zelf een brief van de belastingdienst heeft gekregen waarin staat dat u aangifte erfbelasting moet doen. Indien u deze brief niet heeft gekregen kunt u die opvragen bij BelastingTelefoon voor nabestaanden.

Belastingrente

Als de belastingdienst niet afwijkt van uw aangifte berekent zij belastingrente en wel over het tijdvak dat 8 maanden na de overlijdensdatum begint tot 6 weken na de datum van de aanslag, maar niet langer dan 19 weken na ontvangst van uw aangifte.

U kunt belastingrente dus beperken of voorkomen. U dient er dan voor te zorgen dat de belastingdienst uw aangifte volledig en helemaal correct ontvangt, binnen 8 maanden na het overlijden. Ook kunt u er voor zorgen dat de belastingdienst binnen die termijn een aanvraag voor een voorlopige aanslag van u ontvangt. Is het bedrag aan erfbelasting op de voorlopige aanslag lager dan het bedrag aan belasting op de definitieve aanslag? In dat geval moet u nog een deel betalen en over dat deel berekent de belastingdienst dan mogelijk wel belastingrente.

Wilt u hulp bij of meet informatie over het indienen van uw aangifte erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

De onvindbare erfgenaam
27-11-2023

Wanneer iemand is overleden komt het soms voor dat een erfgenaam onvindbaar is. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals verloren contact of geen bekende adresgegevens. Een oorzaak kan ook zijn dat er geen testament is gemaakt en blijkt dat er mogelijk alleen nog maar achterneven of achternichten of verdere afstammelingen van deze personen de erfgenamen zijn en een deel van de stamboom van de overledene moeilijk terug te vinden is.

Op grond van het Burgerlijk Wetboek heeft iedere erfgenaam recht op zijn of haar deel van de nalatenschap en daarom is het van belang om elke mogelijke inspanning te leveren om de onvindbare erfgenaam op te sporen. De eerste stap is contact opnemen met familieleden, vrienden of kennissen van de overledene om na te vragen of zij weten waar de erfgenaam zich bevindt. Als dat niet lukt kan de notaris worden gevraagd een onderzoek te beginnen door in de gemeentelijke registers van de burgerlijke stand onderzoek te doen. Soms kan ook een genealogisch bureau uitkomst bieden dat door de notaris wordt ingeschakeld. Alles met elkaar kan dat wel veel tijd gaan kosten.

Vereffenaar

Als alle redelijke inspanningen zijn gedaan om de erfgenaam op te sporen en deze nog steeds niet gevonden kan worden, is er echter wel een oplossing om de nalatenschap verder te kunnen afhandelen zodat de bekende erfgenamen uiteindelijk hun deel kunnen ontvangen.

De nalatenschap kan immers niet afgehandeld worden voordat alle erfgenamen daarmee hebben ingestemd. Voordat iedereen heeft ingestemd kan bijvoorbeeld de woning van de overledene niet worden verkocht en kunnen de rekeningen niet worden betaald van diens bankrekening omdat die rekening geblokkeerd is. Een juridische oplossing is om een wettelijk vereffenaar aan te laten stellen op grond van het erfrecht. Deze persoon kan dan de nalatenschap van een overleden gaan afhandelen. Dit kan een notaris zijn of een andere bevoegde persoon.

De bevoegdheid om een vereffenaar te benoemen ligt bij de rechtbank en het verzoek moet worden ingediend bij de rechtbank van het rechtsgebied waar de overledene woonde. Het verzoek moet de redenen voor het benoemen van een vereffenaar bevatten, evenals het bewijs van de inspanningen om de onvindbare erfgenaam te lokaliseren. De rechter zal het verzoek beoordelen en beslissen of het benoemen van een vereffenaar gerechtvaardigd is. Als de vereffenaar is benoemd is deze vervolgens verantwoordelijk voor het afwikkelen van de nalatenschap en heeft de taak om de bezittingen en schulden van de overledene te inventariseren, de schulden af te lossen en de bezittingen te verdelen onder de erfgenamen.

De vereffenaar is wettelijk verplicht om het deel dat voor de onvindbare erfgenaam is te bewaren tot deze persoon alsnog wordt gevonden. Mochten er in een nalatenschap uiteindelijk toch geen erfgenamen tot in de 6e graad (kort gezegd overgrootouders en afstammelingen daarvan) te vinden zijn, of mocht er 20 jaar lang geen aanspraak zijn gemaakt op de erfenis, dan vervalt de erfenis aan de Staat. Het ministerie van Financiën wordt verzocht om het geld te mogen storten in de consignatiekas. Van de storting vindt publicatie plaats op internet en in de Staatscourant. Een erfgenaam die zich meldt met een officiële notariële verklaring van erfrecht kan dit bedrag dan nog 20 jaar lang opeisen.

Heeft u vragen over het opstellen van een testament of de afwikkeling van uw eigen of een andere nalatenschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Maximale termijn bestuurders stichting niet laten verlopen
27-11-2023

In statuten van sommige stichtingen staan maximale bestuurstermijnen. In een aantal gevallen kan dat erg handig zijn. U voorkomt dat er mensen blijven kleven aan het pluche, er is een verplichting om als bestuurder na een bepaalde periode op te stappen.

Veel vaker blijkt dat het sowieso heel moeilijk is om bestuurders te vinden. U bent mogelijk al blij als er een of meer bestuurder(s) zijn. Als u kiest of heeft gekozen voor een maximale zittingstermijn van bestuurders, moet u wel alert zijn op de einddata van zittingstermijnen van bestuurders. Zodra de zittingstermijn van alle bestuurders is verlopen heeft de stichting geen rechtsgeldig bestuur meer. Op verzoek van de oud bestuursleden zal de rechtbank in die gevallen een nieuwe bestuurder benoemen.

U kunt dergelijke problemen voorkomen als er door het bestuur van de stichting eerder en adequaat naar de statuten wordt gekeken. Immers, het aanpassen van zittingstermijnen via statutenwijziging is een eenvoudige, makkelijke en simpele oplossing. In een dergelijke zaak voor de rechtbank bleek dat de bestuurders zich van geen kwaad bewust waren en derhalve nietige statutenwijzigingen en besluiten hadden doorgevoerd omdat ten tijde van het nemen van de besluiten de zittingstermijn al lang en breed verlopen was. Dat betekende dat de nieuwe bestuurder zijn termijn moest beginnen met het bekrachtigen of het opnieuw nemen van de diverse besluiten om daarmee ellende uit het verleden weg te poetsen.

Wilt u meer weten over de voor en nadelen van het al dan niet opnemen van zittingstermijnen in statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Waarde woning na overlijden op basis van WOZ of waarde in economisch verkeer
20-11-2023

Waardebepaling van een ouderlijke woning na overlijden van ouders roept nogal eens vragen op. Bij het overlijden van de eerste ouder is waardering op grond van de WOZ-waarde vereist. Dat is de waarde die in de aangifte erfbelasting moet worden meegenomen. Bij het overlijden van de eerste ouder krijgen de kinderen over het algemeen een vordering op de langstlevende ouder. Hoe moet bij de vaststelling van de hoogte van de vordering de woning dan worden gewaardeerd?

De werkelijke waarde van een huis is in de praktijk meestal hoger dan de WOZ-waarde. In de meeste gevallen is er sprake van een gemeenschap van goederen tussen beide ouders, dan telt de helft van de WOZ-waarde mee voor de waarde van de nalatenschap van de eerstoverleden ouder. De langstlevende ouder krijgt dan (de beschikking over) alles, de kinderen ontvangen een niet-opeisbare vordering op de langstlevende ouder. Die heeft dan een schuld aan de kinderen, de overbedelingsschuld.

De waarderingsbasis in de Successiewet – de WOZ-waarde – geldt niet voor de waardebepaling van de woning in de overbedelingsschuld. De overbedelingsschuld wordt opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende ouder en wordt dan gewaardeerd op basis van de waarde in het economisch verkeer. Het verschil tussen de WOZ-waarde en de uiteindelijk werkelijke waarde wordt niet belast met erfbelasting.

Als de langstlevende ouder rente over de overbedelingsschuld aan de kinderen betaalt, kan dat een flink fiscaal voordeel opleveren. Of dat werkelijk zo is hangt af van uiteenlopende factoren, zoals leeftijd van de langstlevende, aanwezigheid van voldoende liquiditeiten bij overlijden van de eerste ouder, en nog andere factoren. Als er geen rentebepaling wordt opgenomen, kan dat bij het eerste overlijden ook betekenen dat de kinderen minder erfbelasting hoeven te betalen.

Wilt u meer weten over de voor- en nadelen van het opnemen van een rentebepaling voor de overbedelingsschuld? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Acht maanden na overlijden belastingrente over erfbelasting
20-11-2023

De Belastingdienst heeft een waarschuwing voor nabestaanden laten uitgaan waarin zij aangeeft dat acht maanden na overlijden belastingrente zal worden geheven over de erfbelasting. De Belastingdienst gaat die rente berekenen als de aangifte erfbelasting later binnen is dan acht maanden na de overlijdensdatum.

De renteberekening gaat ook op als de Belastingdienst de definitieve aanslag vaststelt en daarbij moet afwijken van de aangifte. Dat kan bijvoorbeeld omdat de aangifte niet juist of onvolledig is. Bij afwijking brengt de Belastingdienst dan ook belastingrente in rekening. De waarschuwing is gepubliceerd op het Forum Fiscaal Dienstverleners. U kunt de rente voorkomen door óf een aangifte volledig en helemaal correct te versturen vóór de termijn van acht maanden na overlijden óf binnen die termijn een voorlopige aanslag aan te vragen.

Is het bedrag aan erfbelasting op de voorlopige aanslag lager dan het bedrag aan belasting op de definitieve aanslag dan moet er mogelijk over dat resterende deel ook belastingrente worden betaald.

De termijn, waarover de Belastingdienst belastingrente berekent, begint te lopen vanaf acht maanden na het overlijden, ook als iemand vóór het verstrijken van de termijn van 8 maanden uitstel voor het indienen van de aangifte vraagt.

Wilt u meer weten over het doen van aangifte erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onderzoek naar wettelijke regeling meerouderschap voortgezet
13-11-2023

Het demissionaire kabinet zet de onderzoeken naar de mogelijke invoering van meerouderschap en -gezag voort. Naar verwachting worden de resultaten begin 2024 met de Tweede Kamer gedeeld.

Dat melden de minister voor Rechtsbescherming en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in een brief aan de Tweede Kamer. Aanleiding voor de onderzoeken is het advies van de Staatscommissie herijking ouderschap uit 2016. Daarin wordt voorgesteld meer dan 2 juridische ouders en meer dan 2 personen met gezag mogelijk te maken. De Staatscommissie heeft geadviseerd om een brede regeling te treffen voor verschillende meeroudersituaties, niet alleen voor regenbooggezinnen, maar ook voor stiefouders en pleegouders.

Maatschappelijke context

Een interdepartementale werkgroep heeft nader onderzoek uitgezet naar de maatschappelijke behoefte aan een regeling, afbakening van de doelgroep voor een regeling, het belang van het kind, en de impact op bestaande wet- en regelgeving. Er zijn gesprekken gevoerd met het maatschappelijk middenveld. In focusgroepen is beter zicht gekomen op de problemen en het leed dat meeroudergezinnen ervaren vanwege het ontbreken van een wettelijke regeling van meerouderschap en -gezag.

Standpunt demissionair kabinet

Het demissionaire kabinet erkent dat in onze samenleving meeroudersituaties bestaan. Het zal zelf geen beslissing nemen over de invoering van meerouderschap en -gezag, maar acht het wel van belang om de besluitvorming zo goed mogelijk voor te bereiden. Daarom zijn verschillende onderzoeken uitgezet. De eerste resultaten daarvan worden naar verwachting begin 2024 met de Tweede Kamer gedeeld.

Fiscale regelingen overdrachtsbelasting mogelijk op de schop
13-11-2023

Het ministerie van Financiën gaat onderzoek doen naar de vrijstellingen en andere fiscale regelingen binnen de overdrachtsbelasting. De komende jaren worden 20 vrijstellingen, het verlaagde tarief voor woningen en de tariefdifferentiatie in de overdrachtsbelasting geëvalueerd.

Sinds 2011 geldt een verlaagd tarief voor woningen. En sinds 2021 gelden er voor verschillende doelgroepen verschillende tarieven bij het kopen van een woning. Kopers onder de 35 jaar betalen bijvoorbeeld geen overdrachtsbelasting voor woningen met een koopprijs van maximaal € 440.000. Dit wordt de startersvrijstelling genoemd. Wie geen starter is maar wel een woning koopt om er zelf in te wonen, betaalt 2% overdrachtsbelasting. In andere gevallen moet 10,4% worden betaald.

Tariefdifferentiatie

In 2024 wordt volgens de verkenning deze tariefdifferentiatie voor particuliere kopers geëvalueerd, inclusief de startersvrijstelling. In 2025 staat de volgende evaluatie op het programma: vrijstellingen in de overdrachtsbelasting voor ondernemers. Vervolgens wordt in 2026 gekeken naar vrijstellingen voor natuur en landbouw en in 2027 naar vrijstellingen van technische of notariële aard.

Door buurman geannexeerde grond moet terug naar nieuwe koper buurperceel
06-11-2023

Wat zijn de rechten van de oorspronkelijke eigenaar als buurman al een kwarteeuw een deel van diens tuin bij zijn eigen perceel heeft getrokken? Kan een koper van de woning van de benadeelde eigenaar die grond terugvorderen? Die vraag werd onlangs aan het Hof Den Haag voorgelegd nadat de rechter de vordering van de koper tegen de buurman had toegewezen.

Het Hof ging mee met het vonnis van de rechter. De motivering daarachter was dat de buurman wist dat het betreffende stuk grond niet zijn eigendom was, waarmee hij destijds te kwader trouw en onrechtmatig heeft gehandeld. Punt van aandacht hierbij was dat de buurman onrechtmatig had gehandeld ten opzichte van de vorige eigenaar en niet ten opzichte van de koper. Daarmee zou de oorspronkelijke eigenaar van de woning – verkoper – eigenlijk de terugvordering moeten eisen en niet de koper. Zowel rechtbank als Hof vonden echter dat met de verkoop de vordering rechtsgeldig aan de koper is overgedragen. Dat komt omdat in de leveringsakte was opgenomen dat alle aanspraken van de verkoper met betrekking tot de verkochte onroerende zaak tegenover derden ook aan de koper worden geleverd. Uit de leveringsakte bleek ook dat de oppervlakte van het gekochte overeen komt met het perceel inclusief de door de buurman geannexeerde grond.

De buurman werd uiteindelijk veroordeeld tot het terugleveren van de “wederrechtelijk in bezit genomen zaak” aan de benadeelde partij, in casu de koper van het buurperceel met woning.

Wilt u meer weten over uw rechten bij het in gebruik zijn van een deel van een buurperceel? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Gelijkwaardigheid aandelenverhouding dga’s schept verplichtingen
06-11-2023

BV’s met meerdere aandeelhouders als bestuurder zijn in veel gevallen gebaseerd op een gelijkwaardige verhouding tussen de aandeelhouders. Elk van hen bezit dat evenveel aandelen. Dat schept verplichtingen in de besluitvorming. Elk van de aandeelhouders moet daarbij volwaardig betrokken worden.

Dat bleek uit een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarbij twee aandeelhouders in een deelneming ieder een belang had van 50%. Een van hen had eenzijdig op een aandeelhoudersvergadering besloten aandelen aan hemzelf uit te geven en de statuten van de deelneming te wijzigen waardoor de andere aandeelhouder niet hoefde te worden betrokken bij de aandelenuitgifte. De daarvoor noodzakelijke notariële akten waren ook gepasseerd. De andere aandeelhouder kon daarmee statutair niet langer zijn aan zijn aandelen verbonden rechten uitoefenen en werd daarom ook niet opgeroepen voor de aandeelhoudersvergadering en ook niet geïnformeerd over de besluiten en de notariële akten.

Redelijkheid en billijkheid

Alle reden voor de tweede aandeelhouder om deze handelwijze voor te leggen aan de rechter. Daar kreeg hij zijn gelijk, de rechtbank vernietigde het besluit tot statutenwijziging en aandelenemissie. De rechter oordeelde dat dit in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. Bij aanvang van de deelneming hadden beide aandeelhouders afgesproken om gelijkwaardig samen te weren, zowel als aandeelhouder als bestuurder. Dat heeft tot gevolg dat verhoudingen niet buiten deze afspraken mogen worden veranderd. Als dat al moet gebeuren, dan moeten partijen de belangen en het daarbij gevoerde beleid tegen elkaar afwegen en gemotiveerd aan aandeelhouders kenbaar maken. Daarmee kan de rechter de redelijkheid en billijkheid beoordelen.

Wilt u meer weten over de haken en ogen bij besluitvorming in BV’s waar het gaat om aandeelhouders belangen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Meer mensen toegang tot een hypotheek met NHG
30-10-2023

De NHG-grens voor hypotheekleningen wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar €435.000. Deze verhoging maakt het voor meer mensen mogelijk om een woning te financieren met de bescherming van NHG. NHG biedt een vangnet als woningeigenaren te maken krijgen met financiële problemen, gedwongen verkoop of restschulden.

Hoewel de impact van NHG verder reikt, kan een woning alleen met NHG gefinancierd worden als deze onder de NHG-grens valt. Ruim 40% van alle koopwoningen in Nederland hebben een hypotheek met NHG. Zowel de borgtochtprovisie – het eenmalige bedrag dat iemand voor een hypotheek met NHG betaalt - als de NHG-grens worden jaarlijks opnieuw bepaald via een vastgestelde methodiek, gebaseerd op de gemiddelde woningwaarde. Hiervan is het doel enerzijds stabiliteit op de woningmarkt creëren en anderzijds zorgen dat mensen toegang behouden tot een hypotheek met NHG. In september was de gemiddelde koopsom van een bestaande woning € 422.000.

Bescherming

De nieuwe NHG-grens neemt in 2024 toe tot € 435.000 euro, een stijging van € 30.000 ten opzichte van de huidige grens van € 405.000. Voor mensen die de woning willen verduurzamen is extra leenruimte beschikbaar. Met Energie Besparende Voorzieningen wordt de NHG-grens in 2024 € 461.100. De borgtochtprovisie – de kosten voor het afsluiten van een hypotheek met NHG - blijft gelijk aan die in 2023, namelijk 0,6% van het totale hypotheekbedrag. NHG zet zich in voor een duurzaam en betaalbaar thuis, ook als het tegenzit. Dankzij de verhoging van de NHG-grens komen meer huizenkopers in aanmerking voor de voordelen van NHG, waaronder een veiligere financiële positie en een lagere rente. Met name starters maken veel gebruik van NHG.

De NHG-grens en -borgtochtprovisie zijn vastgelegd in de Voorwaarden & Normen, die NHG uiterlijk 1 november publiceert en per 1 januari 2024 ingaan.

Bron: NHG

Poortwachters slaan handen ineen om witwassen beter te bestrijden
30-10-2023

Een nationaal coördinator vanuit de overheid, informatiedeling tussen poortwachters in de keten en een onderling waarschuwingssysteem om criminelen te weren. Deze en andere voorstellen doen banken, verzekeraars, makelaars, trustkantoren, notarissen (poortwachters) en ondernemers in het rapport 'Krachten gebundeld, naar een effectievere en efficiëntere invulling van de poortwachtersrol in Nederland' om de aanpak van witwassen, terrorismefinanciering en naleving van sancties in ons land fors te verbeteren.

Het rapport focust op onderlinge samenwerking – ook publiek-privaat – en gaat in op wat poortwachters zelf kunnen doen en waar zij ondersteuning van de overheid nodig hebben. Doel is ook ervoor te zorgen dat bonafide klanten zo min mogelijk last hebben van alle anti-witwasmaatregelen en sanctiecontroles die poortwachters verplicht moeten uitvoeren.

Het is uniek dat de verschillende zogeheten poortwachters - NVB (banken), Verbond van Verzekeraard, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB, notarissen), Holland Quaestor (trustkantoren) en NVM en VBO (makelaars en taxateurs - de krachten hebben gebundeld. Samen met MKB-Nederland en VNO-NCW hebben zij KPMG opdracht gegeven om te onderzoeken hoe zij vanuit hun poortwachtersrol zo effectief en efficiënt mogelijk kunnen bijdragen aan witwasbestrijding, terrorismebestrijding (Wwft) en naleving van de Sanctiewet.

Belemmeringen in de praktijk

Poortwachters ervaren in de praktijk nogal wat knelpunten en belemmeringen bij de uitvoering van hun wettelijke taken. Zo missen ze ondersteuning, duidelijke sturing en prioritering vanuit de overheid, kampen ze met conflicterende wet- en regelgeving en lopen zij het risico hard te worden aangepakt als ze volgens diezelfde overheid hun rol in niet goed genoeg vervullen. Met als gevolg dat zij zich in sommige situaties gedwongen voelen meer te doen dan nodig is: het rule-based invullen van risicogebaseerde normen of een compliance-gerichte naleving om maar te kunnen aantonen dat ze aan alle vereisten hebben voldaan.

Klanten, zowel ondernemers als burgers, hebben daar steeds meer last van: herhaalde, disproportionele verzoeken om informatie en documentatie, hogere kosten, langere doorlooptijden en particulieren en bedrijven met verhoogde integriteitsrisico’s die te maken kunnen krijgen met een weigering of beperking van (financiële) dienstverlening. Denk daarbij aan politiek prominente personen (PEP’s), een winkelier die meer cash in de winkel heeft omdat er veel toeristen komen die contant afrekenen of een exporteur van Nederlandse voertuigen. Niet crimineel, maar wel meer risico’s.

Waarschuwingssysteem en informatiedeling

Met meer (onderlinge) samenwerking, de inzet van technologie en centrale sturing vanuit de overheid kunnen wij forse stappen voorwaarts zetten, aldus de poortwachters in hun onderzoeksrapport. Ze willen toewerken naar een onderling waarschuwingssysteem, zoals de banken en verzekeraars dat al kennen bij fraude, en onderlinge informatiedeling, zodat ze beter in staat zijn risico’s in kaart te brengen en daarop te reageren. De poortwachters erkennen het spanningsveld tussen effectieve witwasbestrijding en bescherming van de privacy. Bij de verdere uitwerking van de plannen gaan zij hierover in gesprek met deskundigen en de Autoriteit Persoonsgegevens.

Stroomlijnen

De poortwachters willen ook de mogelijkheid onderzoeken van een gezamenlijke voorziening, waar andere landen al mee experimenteren. In zo’n systeem worden beschikbare data – altijd met toestemming van de klant – hergebruikt, geactualiseerd en verrijkt, waardoor herhaalde uitvragen bij die klant niet meer nodig zijn. Ook het stroomlijnen van de verschillende werkwijzen bij het accepteren van een klant kan de effectiviteit verhogen. Nu moet de koper van een huis bijvoorbeeld bij alle poortwachters in de keten – makelaar, bank, notaris – iedere keer opnieuw dezelfde gegevens aanleveren.

Nationaal coördinator

Ook pleiten poortwachters voor een nationaal coördinator die vanuit de overheid de regie pakt in de nationale anti-witwasaanpak. Die aanpak is nu te gefragmenteerd en te weinig gebaseerd is op daadwerkelijke risico’s. Zij hebben behoefte aan een ondersteunende overheid, die met één stem spreekt, belemmeringen wegneemt en inzet op meer structurele publiek-private samenwerking om criminelen de pas af te snijden.

Poortwachters leveren een geweldige inspanning om alle mogelijke risico’s op witwassen tegen te gaan, maar constateren dat die van de overheid daarmee geen gelijke tred houdt. Criminelen tegenhouden lukt alleen als ook de overheid extra investeert om meldingen nader onder de loep te nemen, de boeven daadwerkelijk op te pakken en dit terug te koppelen aan de poortwachters.

Nieuw kabinet

Poortwachters zijn onvoldoende in staat efficiënt en effectief hun werk te doen. Bonafide ondernemers lijden hieronder en criminelen kunnen vrijwel ongestoord hun gang gaan via ondergrondse bankiers. Het nieuwe kabinet heeft de belangrijke taak de regie te pakken zodat poortwachters criminelen kunnen tegenhouden, zonder dat ondernemers en burgers daar onnodig last van hebben.

Belastingmaatregelen voor huizenbezitters
23-10-2023

Wie tussen 18 en 35 jaar oud is en na dit jaar een huis koopt, hoeft bij een koopsom tot € 510.000 geen overdrachtsbelasting te betalen. Voorwaarde is dat u als koper zelf in het huis gaat wonen en niet al eerder heeft geprofiteerd van de koop van een huis zonder daar voor overdrachtsbelasting

Als u niet aan de genoemde voorwaarden voldoet maar wel zelf in het gekochte huis gaat wonen, betaalt u bij de koop 2% overdrachtsbelasting. U betaalt de overdrachtsbelasting bij de overdracht van het huis via de notaris. Wie aan geen van de hiervoor vermelde voorwaarden voldoet, betaalt 10,4% overdrachtsbelasting. Dat geldt bijvoorbeeld bij beleggingspanden, bedrijfspanden en percelen grond.

Jubelton

De jubelton is al bij eerdere belastingmaatregelen afgeschaft. In enkele specifieke gevallen kon er ook nog in 2023 extra geld voor de eigen woning worden geschonken. Voorwaarde daarvoor is dat er in 2022 al een deel is geschonken, ook al is dat maar een euro. Die schenking moet dan vóór 1 maart 2023 aan de Belastingdienst zijn gemeld in een aangifte. Als dat allemaal het geval is, geldt er nog één voorwaarde, namelijk dat de ontvanger van de schenking het bedrag vóór 1 januari 2025 moet hebben besteed aan de eigen woning.

Appartement

Appartementsbezitters gaan minder belasting betalen in box 3 over het bedrag dat voor hen is gereserveerd in het reservefonds. Met het geld uit het reservefonds wordt onder meer groot onderhoud betaald. Ieders bijdrage aan het reservefonds is afhankelijk van de oppervlakte van elks appartement.

Het parlement moet deze belastingverlaging nog wel goedkeuren.

Waardering legaat ter grootte van erfdeel niet altijd duidelijk voor betrokkenen
23-10-2023

In sommige testamenten wordt aan iemand een legaat toegekend in de vorm van een bedrag gelijk aan wat de begunstigde zou ontvangen als hij of zij erfgenaam zou zijn. In dergelijke gevallen kan de vraag ontstaan welke peildatum dan moet gelden voor de waardering van de nalatenschap, zodat daarmee de omvang van de geldlegaten kan worden vastgesteld.

Degene die de nalatenschap vereffend, zal normaal gesproken uitgaan van de overlijdensdatum. Voor degene die het legaat ontvangt kan het echter voordeliger uitpakken als voor de berekening van het legaat wordt uitgegaan van de waarde op het moment van de verdeling. De rechter gaat daarin niet mee. De wet bepaalt immers dat de peildatum voor de waarde van de goederen uit een nalatenschap gelijk is aan het tijdstip onmiddellijk na het overlijden van de erflater. Voor- of nadelen van waardestijging of waardedaling zijn het risico voor de erfgenamen, niet voor degene die een legaat ontvangt.

Zelfs de Hoge Raad is niet meegegaan in het betoog dat het testament zo moet worden uitgelegd dat de legataris in een dergelijk geval evenveel zou moeten krijgen als wanneer hij of zij erfgenaam zou zijn geweest en dat daarom voor de berekening van de legaten moet worden uitgegaan van de gewone erfgenamen plus de legataris. Vanuit dat oogpunt zou dan net als bij de verdeling van een gemeenschap – moeten worden uitgegaan van de waarde op het moment van verdeling.

Het advies aan wie een dergelijk legaat in zijn of haar testament wil opnemen, is om een formulering in het testament op te nemen waaruit blijkt welk tijdstip als peildatum moet worden gehanteerd.

Wilt u meer weten over het opnemen van speciale clausules in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ook einde huurovereenkomst regelen in samenlevingscontract
16-10-2023

Sommige samenlevingscontracten bevatten clausules over voortzetting van huur en woonrecht ingeval de samenwoning wordt beëindigd. In zo’n clausule wordt dan bepaald dat de huur dan kan worden voortgezet door degene die daar in redelijkheid de meeste aanspraak op kan maken, soms aangevuld met de bepaling dat elk van beiden het recht heeft om nog drie maanden na het besluit om de samenleving te beëindigen in het huis te blijven wonen. Dat kan voor een van beiden wel eens tot problemen leiden.

De rechtbank Rotterdam moest zich onlangs in een dergelijke zaak uitspreken. Na beëindiging van de samenwoning had de vrouw de gezamenlijk gehuurde woning verlaten. Zij vroeg de rechter haar te ontslaan uit de verplichtingen uit de huurovereenkomst omdat zij ergens anders graag een huis wilde huren. Voor dat ontslag had zij op grond van de huurovereenkomst de medewerking van haar voormalige partner nodig. Die wilde die medewerking wel geven, maar de verhuurder meende dat diens salaris onvoldoende zou zijn om de huurlast te dragen.

De partner had het recht om nog drie maanden in de woning de blijven wonen. De rechter las uit de samenlevingsovereenkomst dat elk van beide partners het recht had om nog gedurende drie maanden in de gezamenlijk gehuurde en bewoonde woning te wonen. Ook al staat er in de samenlevingsovereenkomst bij de betreffende clausule niets over het opzeggen van de huurovereenkomst in geval partijen deze niet kunnen of willen voortzetten, de rechter concludeerde dat uit de clausule zelf blijkt dat partijen na het verstrijken van de periode van drie maanden uit de woning moeten vertrekken als zij de huurovereenkomst niet alleen kunnen of willen voortzetten.

Bovendien kon van de vrouw niet worden verwacht dat zij hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de betaling van de huur van een woning die zij niet meer bewoont. Voor het kunnen huren van een andere woning had zij een verhuurdersverklaring nodig die zij pas kan krijgen nadat de huurovereenkomst is geëindigd. Haar belang weegt daarmee zwaarder dan het belang van haar ex-partner om in de woning te blijven wonen. Haar ex-partner werd dan ook veroordeeld tot het opzeggen van de huurovereenkomst.

Wilt u meer weten over woonclausules in samenlevingscontracten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Schenkingen aan niet-onterfde kinderen tast niet de legitieme portie van onterfd kind
16-10-2023

Helaas komt het nogal eens voor dat een kind in het testament van ouders onterfd wordt. Soms omdat er al heel lang geen contact is, maar ook bijvoorbeeld onenigheid tussen ouders en kind kunnen een reden zijn. Ouders zijn dan nogal eens geneigd om het betreffende kind te onterven en er met schenkingen aan de andere kinderen voor te zorgen dat de legitieme portie van het onterfde kind – de helft van wat deze normaal zou krijgen – zo klein mogelijk wordt. Die vlieger gaat meestal niet op.

Schenkingen aan de te bevoordelen kinderen om uw vermogen te verlagen pakken voor die kinderen niet altijd goed uit. Immers, de legitieme portie van het onterfde kind wordt berekend over het saldo van de erfenis, vermeerderd met de door ouders aan de andere kinderen geschonken bedragen. Het saldo van uw liquide vermogen kan dan bij uw overlijden wel eens niet toereikend zijn om het door de schenkingen ontstane tekort op de legitieme portie van het onterfde kind te voldoen. De bevoordeelde kinderen zullen gezamenlijk het tekort aan het onterfde kind moeten betalen.

Als u flinke bedragen aan uw andere kinderen hebt geschonken, dan hebben zij daarmee vóór uw overlijden mogelijk al onomkeerbare uitgaven gedaan, bijvoorbeeld een deel van een gekocht huis mee betaald. Als zij bij uw overlijden het tekort op de legitieme portie alsnog aan uw onterfde kind moeten betalen, brengt u hen daarmee wellicht – ongewenst – alsnog in de problemen. Die lopen de kans na uw overlijden het onterfde kind een deel van het geschonkene te moeten betalen.

De kans is dus groot dat u hier niets mee wint. Wilt u zeker zijn van uw zaak, dergelijke ongewenste situaties voorkomen en toch mogelijkheden te benutten om uw wensen uitvoerbaar te laten zijn? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Uitleg huwelijkse voorwaarden nogal eens geschilpunt
09-10-2023

Wie gaat trouwen, kan de vermogensrechtelijke gevolgen daarvan regelen in huwelijkse voorwaarden. Bij het maken van afspraken en die vastleggen in de huwelijkse voorwaarden levert vrijwel nooit een probleem op, de uitleg daarvan bij echtscheiding echter des te meer. Het Gerechtshof Den Haag heeft onlangs meer richting gegeven aan wat bij de uitleg van huwelijkse voorwaarden leidend is.

Het hof gaat bij de uitleg uit van de zogenaamde Haviltexmaatstaf. Daarin wordt niet alleen naar de letterlijke tekst van de voorwaarden gekeken maar ook naar de bedoeling van partijen en naar wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

Het nieuwe arrest is gebaseerd op een zaak waarin de huwelijkse voorwaarden een gemeenschap van inboedel bevatten met uitsluiting van elke andere gemeenschap van goederen en een periodiek verrekenbeding. Wat te vaak bij periodieke verrekenbedingen gebeurt is dat partijen geen uitvoering geven aan de jaarlijkse verrekening van hun resterende inkomen.

In deze zaak had de man bij aanvang van het huwelijk de aandelen van zijn besloten vennootschap aangebracht. Deze aandelen waren zijn niet gefinancierd met overgespaarde inkomsten. Volgens hem is verrekening van de economische waarde van de aandelen daarmee niet aan de orde.

Haviltex

De Hoge Raad heeft al in 1981 een arrest gewezen met als hoofdregel dat bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen naar de letterlijke tekst moet worden gekeken maar ook naar de bedoeling van partijen en naar wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Het gaat dan ook niet alleen om de taalkundige uitleg, maar ook om de gang van zaken bij het sluiten van de overeenkomst en de mededelingen van partijen over en weer spelen. Die regel staat sindsdien bekend als de Haviltexmaatstaf.

In dit geval blijkt uit de stukken dat de man bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden al aandelen in de besloten vennootschap had. De aandelen zijn dus niet verworven met overgespaarde inkomsten. Daarover is bij de besprekingen over de huwelijkse voorwaarden ook in het bijzijn van de notaris gesproken. De waardetoename van de aandelen valt hiermee in dit geval niet in de verrekening bij echtscheiding.

Wilt u meer weten over het duidelijk en ondubbelzinnig redigeren van uw wensen in huwelijkse voorwaarden? Bel ons voor een afspraak.

Digitaal oprichten Besloten Vennootschap
09-10-2023

Sinds 1 augustus 2021 moet het volgens een Europese richtlijn mogelijk zijn volledig online een bv op te richten. Het ministerie van Justitie en Veiligheid maakt gebruik van de uitstelmogelijkheid die de Europese richtlijn biedt. In april 2022 is het wetsvoorstel dat digitale oprichting van een bv mogelijk moet maken naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel is in juni 2023 door de Tweede Kamer en vervolgens ook door de Eerste Kamer aangenomen. De wet zal naar verwachting per 1 januari 2024 ingaan.

In de nieuwe situatie kan de cliënt voor de notaris “verschijnen” via een digitale audio-video verbinding. Ook de identificatie van de cliënt gebeurt digitaal, conform de zogenaamde eIDAS verordening. De digitale akte wordt dan vervolgens bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie digitaal bewaard. De digitale notariële akte is met dezelfde waarborgen omkleed als de papieren notariële akte.

Een volgende stap in digitaal notarieel werken! Wilt u meer weten over het digitaal oprichten van een besloten vennootschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bedrijfsopvolgingsregeling behouden, maar aangepast
02-10-2023

Het kabinet pakt een ongewenste belastingbesparende constructie bij vastgoedtransacties aan. En de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet wordt aangepast. Deze en andere maatregelen staan in het pakket Belastingplan 2024 dat staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën dinsdag tijdens Prinsjesdag heeft ingediend bij de Tweede Kamer.

Eerder dit jaar heeft het kabinet een voorstel voor aanpak van een ongewenste belastingbesparende constructie bij vastgoedtransacties gepubliceerd voor consultatie. Hierbij wordt via een aandelentransactie voorkomen dat btw en overdrachtsbelasting verschuldigd zijn bij overdracht van nieuwe onroerende zaken. Naar aanleiding van de reacties op de internetconsultatie en een bijeenkomst met de vastgoedsector heeft het kabinet het voorstel aangepast. Het voorstel dat wijzigingen in de overdrachtsbelasting bevat gaat in op 1 januari 2025 en kent een overgangsregeling.

Box 3

Het heffingsvrij vermogen in box 3 (57.000 euro) wordt volgend jaar niet geïndexeerd en het belastingtarief in box 3 stijgt in 2024 van 32 naar 34 procent. Hierdoor worden mensen met vermogen iets hoger belast. Het box 3-stelsel wordt verbeterd door meer vormen van vermogen te beschouwen als banktegoeden. Geld op de derdengeldenrekening van een notaris en een lidmaatschapsrecht in een vereniging van eigenaars worden niet langer beschouwd als overige bezittingen maar als banktegoeden. Ook worden bepaalde onderlinge vorderingen en schulden niet meer meegeteld voor box 3. Deze twee maatregelen werken terug tot 1 januari 2023.

Bedrijfsopvolgingsregeling

Het kabinet kiest ervoor om de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet te behouden, maar wel op een aantal punten beter aan te laten sluiten op het doel van de regeling. Daarmee wordt voorkomen dat het voortbestaan van een bedrijf in gevaar komt door een bedrijfsoverdracht. Aan derden verhuurd vastgoed komt met ingang van 1 januari 2024 niet meer in aanmerking voor de regeling. De algemene vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling gaat per 1 januari 2025 omhoog van 1,2 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro. Tegelijkertijd wordt de bestaande vrijstelling van 83 procent boven de 1,5 miljoen euro verlaagd naar 70 procent. Dit zorgt ervoor dat de voordelen van de regeling anders worden gespreid.

15 wetsvoorstellen

Het pakket Belastingplan 2024 bestaat dit jaar uit 15 wetsvoorstellen. De commissie voor Financiën van de Tweede Kamer gaat de wetsvoorstellen nu schriftelijk behandelen, zodat deze half november plenair kunnen worden besproken. Hierna kan de Eerste Kamer ermee aan de slag.

Verschillen tussen legaat en erfenis
02-10-2023

Veel testamenten bevatten een of meer legaten, soms aan een of meer goede doelen, soms aan andere mensen in de omgeving van degene die het testament maakt. Wat moet u als begunstigde doen om het legaat in handen te krijgen?

Een legaat is alleen geldig als het is opgenomen in het testament. De begunstigden is dan legataris. Een legataris is geen erfgenaam. Hij wordt dat ook niet als legataris. Een legataris is dan ook nooit verantwoordelijk voor de schulden in een nalatenschap en kan daar dus ook ooit in privé aansprakelijk worden gesteld bij een negatieve nalatenschap.

Een legataris kan een legaat overigens wel verwerpen. Dat zou bijvoorbeeld aan de orden kunnen zijn als hij of zij verwacht dat daar nu of later hoge kosten uit voort kunnen vloeien. Of dat er ongewenste voorwaarden aan het legaat verbonden zijn.

Een legataris is schuldeiser van de nalatenschap. Bij de afwikkeling van de nalatenschap worden eerst de legaten aan de legataris en de vorderingen van mogelijk andere schuldeisers uitbetaald. Andere schulden gaan overigens altijd voor op het legaat.

De erfgenamen krijgen na betaling aan de schuldeisers en het uitkeren van de legaten het restant van de erfenis. Soms is de nalatenschap niet voldoende om het legaat uit te keren. In dat geval krijgt de legataris niets of alleen een deel van het legaat.

Wilt u meer weten over het opnemen van legaat in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Ongelijke inleg door samenwoners bij aankoop woning
25-09-2023

Tegenwoordig gaan er meer stellen samenwonen dan trouwen (of geregistreerd partnerschap aangaan). Bij huwelijk/geregistreerd partnerschap staan de spelregels in het wetboek terwijl voor samenwoners in de wet nagenoeg niets is geregeld. Hierdoor zijn samenwoners zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van de spelregels binnen de relatie.

Zelf een contractje opstellen is alvast iets, maar beter is het laten opstellen en tekenen van een notariële samenlevingsovereenkomst. Dit aangezien een notariële akte in de bijna alle gevallen een voorwaarde van pensioenfondsen is voor het in aanmerking komen voor partnerpensioen. Daarnaast leg je afspraken vast voor geval van uit elkaar gaan of overlijden van een van beiden, dit nog los van de fiscale voordelen.

Als samenwoners samen een huis kopen komt het vaak voor dat een van de partners meer spaargeld of geschonken/geleend familiegeld in de woning investeert voor de aankoop of de verbouwing. Als hierover niets wordt vastgelegd is dit een garantie voor latere problemen en/of complicaties. In een notariële samenlevingsovereenkomst kan exact worden vastgelegd wie welk bedrag heeft geïnvesteerd en hoe hiermee moet worden omgegaan bij uit elkaar gaan of bij overlijden. Als je de afspraken niet vooraf vastlegt met betrekking tot de ongelijke inbreng kan het zomaar zijn dat je de geïnvesteerde gelden voor de helft kwijt bent.

In een recente uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de rechter geoordeeld dat de partner die meer geld had ingelegd in de gezamenlijk gekochte woning, daar géén aanspraak meer op kon maken, aangezien de vordering inmiddels was verjaard.

In getallen zat het als volgt: Een stel is niet gehuwd en koopt samen een huis. De vrouw heeft haar eigen huis verkocht en gebruikt de overwaarde van € 80.000,00 voor de aankoop van de gezamenlijke woning. De man heeft geen eigen geld. De vrouw heeft bij de aankoop dus (€ 80.000,00:2 =) € 40.000,00 meer voldaan dan waartoe zij verplicht was. Hierdoor kreeg zij op grond van de wet op het moment van de betaling/inbreng een vordering op haar partner van € 40.000,00. Door verder niets te doen of bij te houden verjaart deze vordering op grond van de wet na vijf jaar.

Als beiden niets vastleggen over de vordering en ze gaan na vijf jaren na de aankoop van de woning uit elkaar, dan kan de vrouw dit bedrag niet meer terugvorderen van haar inmiddels ex-partner en is dus € 40.000,- kwijt. In een goede samenlevingsovereenkomst had tussen de man en de vrouw S vastgelegd kunnen worden dat de vordering zoals hiervoor bedoeld niet voor verjaring vatbaar is.

In een samenlevingsovereenkomst wordt uiteraard meer geregeld, bijvoorbeeld hoe verdelen jullie de kosten van de huishouding, het partnerpensioen. Maar nog belangrijker, een verblijvingsbeding waardoor bij overlijden van een partner de woning vanzelf eigendom wordt van de andere partner. Daarnaast gelden diverse fiscale voordelen. Bij overlijden van een partner (binnen vijf jaar na te zijn ingeschreven op eenzelfde adres), zonder dat er een notariële samenlevingsovereenkomst is gemaakt, valt de langstlevende partner voor de erfbelasting in het hoogste tarief (40%) en geldt er nauwelijks vrijstelling voor de erfbelasting. Indien er wel een notariële samenlevingsovereenkomst is gemaakt komt de langstlevende in aanmerking voor de hoge vrijstelling voor de erfbelasting van nu € 723.526,00 en voor het meerdere valt u in het lage erfbelastingtarief (10%). Kortom een kleine investering in een notarieel samenlevingscontract kan later enorme financiële voordelen opleveren.

Ook als er al een samenlevingsovereenkomst, kan het geen kwaad om door ons te laten controleren of de regeling die nu is opgenomen nog voldoet aan jullie wensen en/of aan de huidige fiscale regels.

Het advies: wacht niet af en ga naar de notaris. Nu vastleggen voor later scheelt een hoop toekomstige narigheid

Wilt u meer weten over de haken en ogen bij het als samenwoners kopen van een huis? Bel ons voor het maken van een afspraak..

Regels volgen bij overdragen taken van executeur
25-09-2023

In veel testamenten wordt of is een executeur aangewezen, iemand die de afwikkeling van de nalatenschap gaat verzorgen. Het kan echter voorkomen dat de aangewezen executeur deze taak niet aanvaardt, dat hij na aanvaarding zijn taken wegens ziekte moet neerleggen of hulp nodig heeft bij de uitvoering van zijn of haar taken. Voor hoe het dan verder moet of kan, gelden weer allerlei regels.

In testament met een executeursbenoeming kan staan dat de aangewezen persoon alleen tot executeur is benoemd, soms wordt er ook een mogelijke opvolger genoemd. Zonder opvolgende executeur of zonder dat deze de taak wil aanvaarden, moet uit het testament blijken of daarin weer een nieuwe mogelijke stap is opgenomen. Een executeur kan zelf in een notariële akte een nieuwe executeur aanwijzen. Als er niets in het testament vermeld staat, zijn alle erfgenamen weer gelijkwaardig en moeten zij samen de nalatenschap gaan afwikkelen of een boedelgevolmachtigde benoemen.

Een executeur heeft echter nog meer mogelijkheden. Hij kan bij zijn werkzaamheden iemand anders of een instantie betrekken die hem kan helpen bij zijn werk. Hij blijft zelf eindverantwoordelijk. De kosten van inschakeling van derden kunnen in rekening worden gebracht bij de nalatenschap. Uiteraard is het raadzaam dat de executeur over een dergelijke stap eerst met de erfgenamen overlegt.

De executeur kan ook de kantonrechter vragen hem van zijn taken te ontheffen en een vervanger te benoemen. Dat is de meest onzekere variant omdat dan vooraf niet duidelijk is wie executeur zal worden.

Wilt u meer weten over het benoemen van een executeur in uw testament en het regelen van mogelijk opvolging of hulp? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wijziging akte van splitsing soms wel, soms niet noodzakelijk
18-09-2023

In de praktijk ervaren wij als notariskantoor vaak problemen rond appartementensplitsingen. Veel kan worden geregeld in een huishoudelijk reglement, maar vaak moet bij wijzigingen in de feitelijke situatie de akte van splitsing worden aangepast. Zo speelde een situatie waarbij een eigenaar van een appartement op de begane grond een gedeelte van de bij het appartement behorende tuin via een erfdienstbaarheid in gebruik wilde geven als toegangsweg voor een buurperceel. Hiervoor moesten de bestaande tuinmuur en de berging worden verplaatst. Omdat de VvE-vergadering hiervoor geen toestemming heeft verleend, moest de kantonrechter er aan de pas komen voor een vervangende machtiging. Die wees het verzoek af.

De appartementseigenaar ging in hoger beroep bij het Gerechtshof waarop de beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd. Zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen kan de appartementseigenaar wel zonder toestemming van de VvE een erfdienstbaarheid vestigen (dat bleek uit een artikel uit het wetboek en uit het splitsingsreglement), maar dan moet de aard van de erfdienstbaarheid wel in overeenstemming zijn met de bestemming die in de splitsingsakte is opgenomen. Hier was dat niet het geval omdat de bestemming volgens de splitsingsakte “tuin en berging” is.

Toestemming afwijkend gebruik

Toestemming voor een afwijkend gebruik kan slechts worden gegeven wanneer dat afwijkend gebruik tijdelijk van aard is, persoonlijk en eenvoudig is terug te draaien. Als dit alles niet het geval is, moet op grond van de wet een wijziging van de bestemming plaatsvinden door wijziging van de splitsingsakte. Uit de splitsingsakte moet volgens vaste jurisprudentie namelijk voor derden de goederenrechtelijke situatie kenbaar zijn. In de verzoekschriftprocedure kan de appartementseigenaar dus niet bewerkstelligen dat op basis van een correcte belangenafweging toestemming wordt verkregen voor een situatie die blijvend afwijkt van hetgeen in de splitsingsakte is bepaald. Het Hof volgt de appartementseigenaar niet in haar betoog dat haar verzoek betrekking heeft op een tijdelijke situatie die zal kunnen bestaan in afwachting van een wijziging van de splitsingsakte die ook volgens haar uiteindelijk wel nodig is.

De situatie die de appartementseigenaar wil bewerkstellingen is niet een tijdelijke, maar een permanente situatie. Als die eenmaal is gerealiseerd (en er een erfdienstbaarheid is gevestigd), is die in beginsel niet meer eenvoudig terug te draaien. Dat er een wijziging van de splitsingsakte op handen is die de door de appartementseigenaar gewenste situatie regelt, is nergens uit gebleken en ligt gelet op de stemverhoudingen tijdens de laatst gehouden VvE-vergadering ook niet voor de hand. Onder die omstandigheden kan dus in ieder geval niet op zo’n wijziging worden vooruitgelopen.

Het Hof gaat geheel voorbij aan de stelling van de appartementseigenaar dat het splitsingsreglement in dat geval een ‘dode letter’ wordt voor zover het splitsingsreglement bepaalt dat de VvE-vergadering toestemming kan verlenen voor een gebruik van een appartement dat afwijkt van de bestemming in de splitsingsakte. Immers, deze bepaling in het splitsingsreglement kan worden gebruikt voor een van de bestemming afwijkend gebruik dat wel voldoet aan de hierboven genoemde criteria. Dit betekent dat het de appartementseigenaar niet vrij staat om zonder wijziging van de splitsingsakte de door haar beoogde toestand, waarbij blijvend haar tuin wordt gebruikt als inrit ten behoeve van de buren, te bewerkstelligen. Het verzoek van de appartementseigenaar om een vervangende machtiging te verlenen kan daarom niet worden toegewezen en ook de overige verzoeken ketsen hierop af.

De les die uit dit verhaal kan worden getrokken is om bij feitelijke wijzigingen rond een appartementencomplex, altijd contact met de notaris op te nemen. De notaris is de specialist op het gebied van appartementsrechten. Had de appartementseigenaar vooraf haar licht opgestoken bij de notaris dan had haar dit veel tijd, kosten en moeite bespaard.

Stief- of pleegkinderen laten erven alleen bij testament
18-09-2023

In het Nederlandse erfrecht wordt een verschil gemaakt tussen verschillende kinderen. Het is niet zo dat een stief- of pleegkind automatisch van u erft. Wat zijn verschillen in het nalaten van uw vermogen aan een juridisch kind (een “eigen” kind), een stiefkind en een pleegkind?

De juridische moeder van een kind is de vrouw uit wie een kind geboren wordt. Dit volgt uit onze wet. De vrouwelijke partner van de moeder van het kind kan sinds 1 april 2014 óók juridisch ouder worden, namelijk door het kind te erkennen of door het kind te adopteren. Zij wordt dan “duomoeder”.

De juridische vader van een kind is de man die getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder van het kind op het moment dat het kind geboren wordt. Als de man echter géén relatie met de moeder heeft, dan wel ongehuwd en niet als geregistreerd partner met de moeder samenwoont, dan verwerft hij die status van juridisch vader niet automatisch. In die gevallen moet de man het kind eerst hebben erkend. Voor de erkenning is wel de toestemming van de moeder nodig. Als het kind ouder is dan twaalf jaar op het moment dat u wilt erkennen, dan heeft u ook de toestemming van het kind zelf nodig. Als de moeder of het kind geen toestemming geeft, kunt u de rechtbank verzoeken vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning. De rechtbank zal alsdan ook rekening houden met de belangen van alle betrokkenen.

Een geadopteerd kind wordt juridisch gelijkgesteld aan een juridisch kind van een moeder of vader. Een juridisch kind en geadopteerd kind wordt in dit artikel hierna “eigen kind” genoemd.

Zonder testament erft alleen een eigen kind

Een stiefkind en een pleegkind erft wettelijk gezien van diens juridische ouders; dus niet van diens pleegouder(s) of stiefouders. Wil een stief- of pleegouder zijn of haar stief- of pleegkinderen ook mee laten erven, dan kan dat alleen door hen in een testament mede tot erfgenamen te benoemen.

Wordt een stief- of pleegkind niet genoemd in het testament van de stiefouder, dan kan deze geen beroep doen op een minimaal deel van de nalatenschap. Dat recht blijft voorbehouden aan de eigen kinderen. Het stiefkind moet dan berusten in het feit dat zijn of haar stiefouder hem of haar niet mee laat erven.

Erfbelasting eigen kind en stiefkind

Als het huwelijk of het geregistreerd partnerschap tussen de ouder en de stiefouder wordt ontbonden door overlijden wordt een stiefkind voor de erfbelasting gelijkgesteld met een “eigen” kind.

Voor de erfbelasting heeft het eigen kind een vrijstelling van € 22.918,--. Erft het kind meer dan de vrijstelling, dan betaalt deze over de eerste € 138.642,-- tien procent erfbelasting en daarboven twintig procent.

Als het huwelijk of geregistreerd partnerschap van de ouder en stiefouder door echtscheiding wordt ontbonden dan wordt een verkrijging uit de nalatenschap van de ex-stiefouder zwaarder belast. Enerzijds omdat de vrijstelling voor hen dan wordt beperkt tot € 2.418,-- (vrijstelling derden) en anderzijds omdat hetgeen wordt verkregen boven die vrijstelling dan wordt belast met dertig procent erfbelasting over de eerste € 138.642,-- en daarboven tegen veertig procent (het derdentarief).

Erfbelasting pleegkind

Een pleegkind wordt voor de erfbelasting als kind aangemerkt als het pleegkind tenminste vijf jaar door de pleegouder werd opgevoed en onderhouden voordat het pleegkind 21 jaar werd of trouwde. Bovendien moet de pleegouder het kind aantoonbaar voor tenminste veertig procent uit eigen geld hebben onderhouden. Wordt niet aan deze voorwaarden voldaan dan erft het pleegkind wel maar is diens erfrechtelijke verkrijging belast tegen het voormeld derdentarief, dat van toepassing is op de verkrijging na aftrek van voormelde vrijstelling derden.

De in dit artikel genoemde vrijstellingen en percentages gelden overigens voor het jaar 2023 en kunnen veranderen.

Wilt u meer informatie voor het opstellen van in uw situatie passend testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

De bedrijfsopvolgingsregeling aangepakt
11-09-2023

Politiek is het al langer een heet hangijzer, de bedrijfsopvolgingsregeling. De bedrijfsopvolgingsregeling voorziet op dit moment in een vrijstelling van € 1.205.871,00 van het te erven of te schenken bedrag en daarboven een vrijstelling voor 83%. In de praktijk een veel gebruikte (riante) regeling en voor velen een doorn in het oog.

Het kabinet acht de tijd rijp om de regeling te heroverwege. De minister van Financiën heeft in dat kader de volgende voorstellen gedaan:

  1. Onroerende zaken aan een derde verhuurd vormen altijd beleggingsvermogen en kwalificeren dus niet meer voor de regeling. Intern binnen het concern verhuurde onroerende zaken kwalificeren (nog) wel als zodanig.
  2. Verhoging van de vrijstelling; het vrijgestelde bedrag gaat naar 1.500.000,00, maar daarboven geldt een vrijstelling voor 70%.
  3. Het beperken van de regeling voor goederen die ook privé worden gebruikt. Voor goederen met een waarde van meer dan € 100.000,00 geldt de regeling niet indien voor tien procent of meer privé gebruik van die goederen word gemaakt.
  4. De minimumleeftijd om gebruik te maken van de regeling voor de inkomstenbelasting wordt 21 jaar. De dienstbetrekkingseis van 36 maanden komt dan te vervallen.
  5. De regeling wordt ingeperkt op het gebied van beleggingsvermogen. Tot vijf procent beleggingsvermogen mag nu nog in de regeling worden meegenomen. Dat wordt nul procent.
  6. Fiscale knelpunten, het gevolg van ruisende inbreng of herstructurering, waardoor de bezitstermijn of de voortzettingstermijn niet wordt behaald, worden opgelost zolang het belang van de ondernemer niet wijzigt.
  7. Alleen reguliere aandelen doen mee voor de regeling, andere belangen zoals tracking stocks en opties worden uitgesloten.
  8. Rollatorinvesteringen - erfbelasting besparen - door op hoge leeftijd in te stappen worden beperkt door op moment dat erflater schenker de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt de bezitstermijn te verlengen.
  9. Draaideurconstructies worden tegengegaan - als de erfgenaam/de begiftigde eerder gerechtigd was tot de onderneming dan wordt de regeling buiten beschouwing gelaten.

We weten nog niet wat er gaat veranderen maar het wordt sowieso soberder en minder riant. Wellicht zaak om dit jaar nog werk te maken van een bedrijfsoverdracht?

De rechter en het opgesteld levenstestament
11-09-2023

Het levenstestament is een notariële akte die steeds vaker wordt opgesteld naast een “gewoon” testament. U kunt met het levenstestament uw wensen en beslissingen op juridisch en medisch gebied vastleggen voor het geval u zelf niet meer in staat bent om deze beslissingen te nemen. Het levenstestament biedt namelijk onder meer een oplossing voor situaties waarin u wilsonbekwaam wordt, bijvoorbeeld door een ernstige ziekte als dementie of door een ongeval.

In het levenstestament wijst u een of meer personen aan, de gevolmachtigde(n), die namens u deze wensen en beslissingen kunnen uitvoeren als dat nodig blijkt. Het is van groot belang dat deze wensen worden gerespecteerd en uitgevoerd door de gevolmachtigde(n). U geeft immers uw vertrouwen aan die persoon en u kunt dat bij wilsonbekwaamheid niet meer controleren.

Met het aanwijzen van een door u uitgekozen gevolmachtigde kunt u voorkomen dat bij uw wilsonbekwaamheid aan de rechter moet worden gevraagd om een bewind of mentorschap in te stellen. Bij een dergelijk bewind zal de rechter toezicht blijven houden over de bewindvoerder. De bewindvoerder moet dan niet alleen jaarlijks rekening en verantwoording afleggen aan de rechter, maar onder meer ook toestemming vragen als het gaat om bijvoorbeeld de verkoop van de woning of het doen van een uitgave van € 2.000 of meer. Een voordeel van het zelf opmaken van een levenstestament is dat de rechter geen toezicht houdt en u de regie houdt over uw eigen leven binnen uw eigen kring van vertrouwde personen. U heeft dan zogezegd geen bemoeienis van buitenaf.

Geschil

Helaas kan het soms voorkomen dat er een geschil ontstaat met betrekking tot het gemaakte levenstestament, bijvoorbeeld ingeval van verstoorde familieverhoudingen. In een dergelijk geval kan het nodig zijn om de rechter in te schakelen om een beslissing te nemen over het ingrijpen in het levenstestament. De rechter zal een zorgvuldige afweging moeten maken tussen de belangen van de opsteller van het levenstestament en de bescherming van zijn rechten, diens welzijn en het voorkomen van misbruik. De rechter moet dan ook beoordelen of het in het belang is van de betreffende persoon om de inhoud van het levenstestament te wijzigen of om de volmacht in te trekken. Om een dergelijke beslissing te kunnen nemen, zal de rechter verschillende factoren in overweging nemen. De rechter zal nagaan of er sprake is van wilsonbekwaamheid bij de betreffende persoon door dit bijvoorbeeld te laten vaststellen aan de hand van een medisch rapport. Ook zal de rechter de inhoud van het levenstestament onderzoeken en beoordelen of deze nog steeds in lijn is met de wensen en belangen van de betreffende persoon. De rechter kan vervolgens een onafhankelijk persoon aanstellen als curator, bewindvoerder en/of mentor in plaats van de gevolmachtigde, die dan de beslissingen neemt en zijn of haar belangen behartigt.

Uitzonderlijke situatie

Het ingrijpen door de rechter in het levenstestament is een uitzonderlijke situatie. Dit gebeurt alleen als er geen andere alternatieven zijn om de belangen van de betreffende persoon te beschermen. De rechter zal altijd proberen om de autonomie van deze persoon zo veel mogelijk te respecteren en te waarborgen. Het doel is om de individuele wensen en beslissingen zoveel mogelijk voorrang te geven. De rechter zal daarbij ook de wensen die in het levenstestament staan in acht blijven nemen en wijkt alleen af van het levenstestament als deze niet (langer) de bescherming biedt die de betreffende persoon voor ogen had bij het opstellen van het levenstestament. Het handelen van de gevolmachtigde als “een behoorlijk handelend gevolmachtigde” speelt hierbij ook een belangrijke rol, de rechter kijkt hierbij naar:

  • het zich toe-eigenen door de gevolmachtigde van gelden van de gerechtigde;
  • conflicterende belangen tussen de gevolmachtigde inzake huisvesting van de rechthebbende;
  • het onvoldoende transparant te werk gaan door de gevolmachtigde en geen openheid van zaken geven over de financiën;
  • het verhinderen van bezoek aan de rechthebbende;
  • verstoorde familieverhoudingen en wantrouwen binnen de familie en hoe de gevolmachtigde daarmee omgaat.

Ondanks dit alles wel een levenstestament opstellen? Zeker wel!

Dit alles neemt echter niet weg dat het levenstestament een belangrijk instrument is om bij uw leven de zaken op orde te brengen. Het versterkt juist de waarde ervan nu u de geruststelling krijgt dat uw wil gerespecteerd wordt, maar de rechter ingrijpt als de uitvoering anders uitpakt.

Overigens is een levenstestament niet alleen van belang voor het moment dat u wilsonbekwaam wordt. Ook in het geval u wel wilsbekwaam bent is een levenstestament een uitkomst. Het kan immers zo zijn dat u het gewoon prettiger vindt dat een ander uw financiële zaken voor u regelt.

Wij helpen u graag verder bij de advisering over het aanwijzen van een gevolmachtigde en het maken van uw levenstestament. Daarmee houdt u de regie over uw eigen leven.

Woningkoper heeft recht op duidelijkheid over erfdienstbaarheid
04-09-2023

Kopers van woningen worden wel eens geconfronteerd met het feit dat tussen koopovereenkomst en leveringsakte blijkt dat de onroerende zaak (pand en bijbehorende grond) belast is met een erfdienstbaarheid. Een erfdienstbaarheid is het recht om gebruik te maken van een stuk grond (perceel), ook al bent u niet zelf de eigenaar. Voorbeelden zijn recht van overpad, recht op uitzicht, recht van weg en recht van goot. Bij recht van overpad mag u over (een deel van) het erf van de ander lopen of mag de ander dat bij u. Een voorbeeld is het gezamenlijk gebruik van een oprit. In sommige gevallen kost dit gebruik geld. Dit wordt ‘retributie’ genoemd.

Als koper in de periode tussen koop- en leveringsakten in kennis wordt gesteld van de erfdienstbaarheid is de vraag hij of zij de erfdienstbaarheid uitdrukkelijk heeft aanvaard. Soms wordt voorafgaand aan de koopakte een kopie van de voorgaande leveringsakte aan de koper overhandigd waarin staat dat de onroerende zaken worden geleverd met alle erfdienstbaarheden met alle andere daaraan verbonden rechten en verplichtingen.

De clausule in een dergelijke akte is echter een standaardbepaling waarin slechts in algemene zin staat vermeld dat de onroerende zaken worden overgedragen met alle erfdienstbaarheden. De betreffende specifieke erfdienstbaarheid wordt daarin niet expliciet genoemd. Als de erfdienstbaarheid niet voldoende blijkt uit de voorgaande leveringsakte kan daaraan gelet op de omschrijving in de koopovereenkomst geen uitdrukkelijke aanvaarding van de erfdienstbaarheid. De verkoper is in dat geval tekort geschoten en dat kan hem worden aangerekend, waarmee de verkoper schadeplichtig wordt ten opzichte van de koper.

Wilt u meer weten over het meeleveren van erfdienstbaarheden bij de koop of verkoop van een woning? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Meer transparantie bij turboliquidaties
04-09-2023

De positie van schuldeisers van een rechtspersoon waarvan het bestaan via turboliquidatie is geëindigd, wordt verbeterd. Op 15 november 2023 treedt de dat de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie in werking. Turboliquidatie is een snelle manier om een rechtspersoon te beëindigen.

Bij turboliquidatie is geen vereffening nodig. De rechtspersoon bestaat niet meer vanaf het moment dat de algemene vergadering van een nv of bv, de ledenvergadering van een vereniging of het bestuur van een stichting het ontbindingsbesluit heeft genomen. Om turboliquidatie te kunnen toepassen mogen er op het moment van het ontbindingsbesluit geen baten meer zijn. Zonder baten valt er immers niets te vereffenen. Als er wel baten zijn, moet de gebruikelijke ontbindingsprocedure te worden gevolgd.

Als er toch nog schulden in de rechtspersoon zitten, blijven de schuldeisers met lege handen achter. Zij moeten verhaal zien te halen bij bestuurders van de geturboliquideerde rechtspersoon.Zo blijkt turboliquidatie ook een mogelijkheid voor malafide bestuurders om zonder problemen van hun schulden af te komen en weer met een andere rechtspersoon te starten.

Verplichtingen

De nieuwe wet bevat nieuwe informatieverplichtingen voor bestuurders. Binnen twee weken na het besluit tot ontbinding, moeten de bestuurders financiële gegevens en gegevens over de ontbinding zelf. bij het Handelsregister deponeren. De financiële gegevens moeten een balans en een staat van baten en lasten (vergelijkbaar met een resultatenrekening) van het laatste boekjaar, en van het daaraan voorafgaande boekjaar bevatten. Ook de jaarrekeningen moeten dan worden gepubliceerd, inclusief eventuele accountantsverklaringen als de rechtspersoon daartoe was verplicht.

De gegevens over de ontbinding zelf omvatten een beschrijving van de oorzaak van het ontbreken van baten. Als voorafgaand aan het besluit tot ontbinding al een ‘feitelijke vereffening’ heeft plaatsgevonden, moet dat worden beschreven. Als schuldeisers onbetaald zijn gelaten, moet dat met redenen omkleed worden aangegeven.

Als deze verplichtingen niet of niet voldoende worden nageleefd, pleegt de te liquideren rechtspersoon een economisch delict. Daarop staat een boete van maximaal € 22.500. Een schuldeiser kan de kantonrechter vragen de administratie van de rechtspersoon in te zien.

Vooralsnog tijdelijk

De wet geldt vooralsnog twee jaar. Uiterlijk 21 maanden na inwerkingtreding van de wet ontvangt het parlement een evaluatie, waarna wordt bepaald of de wet blijft bestaan.

Wilt u meer weten over turboliquidatie? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Zonder samenlevingscontract geen partnervrijstelling in meerrelatie
28-08-2023

Het komst regelmatig voor dat twee broers, twee zussen of broer en zus jarenlang met elkaar samenwonen, maar geen samenlevingscontract hebben. Wie langer dan vijf jaar samenwoont, wordt op grond van de wet als fiscaal partner beschouwd en heeft dan ook recht op de partnervrijstelling als degene met wie hij of zij samenwoont, overlijdt. Hoe zit dat als er meer broers en/of zussen meerdere jaren op datzelfde adres wonen of hebben gewoond?

De partner die in die situatie een beroep doet op het fiscaal partnerschap slaagt niet in dat beroep. In de wet staat dat twee ongehuwde personen slechts als partner worden aangemerkt als zij:

  1. allebei meerderjarig zijn,
  2. op hetzelfde woonadres staan ingeschreven,
  3. een notarieel samenlevingscontract hebben met daarin een wederzijdse zorgverplichting,
  4. geen bloedverwanten in de rechte lijn zijn en
  5. niet met een ander aan de hiervoor vermelde onderdelen voldoet.

Deze voorwaarden gelden niet als beide partners vijf jaar of langer met elkaar hebben samengewoond. Echter, als met meerdere personen in die periode is samengewoond, gaat die vlieger niet op. Uitgangspunt is dat iedereen maar één fiscale partner kan hebben. Bovendien is het niet de bedoeling van de wetgever dat niet kan worden voorzien in fiscaal partnerschap bij meerrelaties. Er geldt geen uitzondering voor broers en zusters die in de ouderlijke woning zijn blijven wonen.

Wilt u meer weten over partnervrijstelling als er geen samenlevingscontract is? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Geruisloze inbreng eenmanszaak in bv is profijtelijk
28-08-2023

Groeiende eenmanszaken zetten nogal eens hun rechtsvorm om in een bv (besloten vennootschap). Bijvoorbeeld als je onderneming groeit en meer omzet genereert. Hoe geruisloze inbreng werkt leest u in dit artikel.

Een belangrijk voordeel van omzetting van uw eenmanszaak naar een bv is dat u niet langer persoonlijk – hoofdelijk – aansprakelijk bent, een bv kent een beperkte aansprakelijkheid voor de aandeelhouder-bestuurder. De bv beschermt uw privévermogen tegen de ondernemersrisico’s. Als uw eenmanszaak of vennootschap onder firma (vof) failliet gaat, bent u persoonlijke aansprakelijk voor de aanwezige schulden. Dat kan een aanslag betekenen op uw privévermogen. Als u vanuit een bv onderneemt, is uw privévermogen veilig en loopt u slechts risico over het bedrag dat u in de bv hebt gestort.

Nog een voordeel van de bv ten opzichte van de eenmanszaak, u betaalt minder belasting over de behaalde winst dan in een eenmanszaak of vof. In deze laatste twee betaalt u inkomstenbelasting. Hoe meer winst u maakt, hoe hoger de belastingschijf – en belastingpercentage – waarop de belasting wordt gebaseerd. Als u vanuit een bv werkt, betaalt u naast inkomstenbelasting ook vennootschapsbelasting. Echter, het totale belastingtarief is meestal lager.

Geruisloze inbreng

Geruisloze inbreng is een fiscale regeling die geldt voor omzetting van een eenmanszaak of vof in een bv. Alle activa en passiva gaat dan over naar de bv. Het voordeel is dat dit zonder fiscale afrekening met de Belastingdienst kan. Ook hoeft geen overdrachtsbelasting worden betaald als er een pand bij de overgang is betrokken. U kunt zelfs met terugwerkende kracht vanaf 1 januari profiteren van fiscale voordelen bij een dergelijke stap. U moet dan vóór 1 oktober een intentieverklaring bij de Belastingdienst hebben ingediend.

Bij geruisloze inbreng worden dezelfde boekwaarden als de eenmanszaak gehanteerd. U hoeft geen belasting te betalen over de meerwaarde van de eenmanszaak. De nieuwe bv start met een balans die gelijk is aan de eindbalans van de eenmanszaak. Ingeval van terugwerkende kracht kent de Belastingdienst alle inkomsten van de eenmanszaak of vof met terugwerkende kracht, per 1 januari toe aan d nieuwe bv. Over de dit jaar behaalde winst profiteert u dan van de voordelige vennootschapsbelastingtarieven.

Wilt u meer weten over de inbreng van een eenmanszaak of vof in een bv? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Opgelet bij (particuliere) erfpacht
21-08-2023

Als u een woning koopt, is het van groot belang om van te voren na te gaan of er sprake is van een woning op eigen grond of van een erfpachtsituatie. In dit artikel wijzen we u op de voor- en nadelen van erfpacht.

Erfpacht is het recht om een stuk grond en de daarop aanwezige woning te mogen gebruiken. De grond en de woning blijven eigendom van de erfverpachter, ofwel de eigenaar. Dit is meestal een gemeente of een woningcorporatie. Voor dit gebruiksrecht betaalt de erfpachter een jaarlijkse vergoeding aan de eigenaar. Die vergoeding heet "de canon" en is normaal gesproken fiscaal aftrekbaar als er sprake is van een eigen woning.

Voor gemeenten is het uitgeven van erfpacht een langlopend verdienmodel. In plaats van een keer een koopsom voor de grond te ontvangen komen er jaarlijkse inkomsten binnen en kan er bij afloop van de erfpacht (vaak pas na 100 jaar) worden gekozen de erfpacht te verlengen (tegen een doorgaans fors hogere canon), of de grond alsnog te verkopen aan de bewoner. Tegenwoordig zien we ook wel constructies voorbijkomen waarin de grond wordt uitgegeven in erfpacht en er voor de woning een opstalrecht wordt gevestigd. U wordt dan juridisch wel eigenaar van de woning maar niet van de grond. Dit wordt gedaan om een woning voor een lagere prijs dan en woning op eigen grond te kunnen aanbieden. We zien in deze constructie vaak woningcorporaties en beleggers optreden als grondeigenaren. Bij deze variant is het van groot belang dat u als koper weet hoe de erfpachtvoorwaarden in elkaar zitten. De gekozen constructie kan van grote invloed zijn op de financierbaarheid en/of de latere verkoopbaarheid van de woning.

Als een verkoper een woning op erfpacht wil verkopen, moet hij vooraf duidelijk aangeven dat het om erfpacht gaat. Op de website Funda staat dat bijvoorbeeld bij de ‘kenmerken’ van de woning. Ook uit de akte die de notaris heeft opgemaakt toen de verkoper de woonruimte kreeg (de ‘akte van levering’), staat of het gaat om een erfpachtrecht. En natuurlijk komt het ook in het aan de akte van levering voorafgaande koopovereenkomst te staan.

Wanneer sprake is van erfpacht gelden er regels, die door de erfverpachter zijn opgesteld. Dit zijn de erfpachtvoorwaarden. De erfpachtvoorwaarden zijn vastgelegd in de akte van uitgifte in erfpacht en in algemene erfpachtvoorwaarden. Uit de erfpachtvoorwaarden blijkt onder andere: wie de erfverpachter is, de duur van de erfpacht, de canon (hoogte, afkoop, indexering, herziening), de bestemming van de grond en de woning, de opzeggingsmogelijkheden, of er toestemming nodig is van de erfverpachter om het erfpachtrecht te verkopen, welke lasten en onderhoud voor rekening van de erfpachter komen, etc. etc. Voor een niet-jurist zijn de akten van uitgifte in erfpacht en algemene erfpachtvoorwaarden zeer lastig te begrijpen, laat u daarom vooraf goed door ons informeren om latere verassingen te voorkomen.

Bij het aanvragen van een hypotheek voor de aankoop van een woning op erfpacht gelden andere regels dan bij eigen grond. Zo krijgt u bijvoorbeeld geen financiering als de erfpacht binnen de looptijd van de hypotheek (meestal 30 jaar) afloopt. Ook kan er sprake zijn van rente-opslag of een aangepast aflosschema. Zeker als er sprake is van erfpacht met een particuliere (belegger) grondeigenaar kan het verkrijgen van een financiering lastig zijn. Bij een financieringsaanvraag voor een erfpachtrecht dat is gevestigd vóór 2013 vragen banken om een erfpachtopinie. U kunt hiervoor bij ons terecht. Kortom erfpacht kan prima zijn mits u zich vooraf goed laat informeren.

Waarde effecten op tijdstip overlijden leidend voor erfbelasting
14-08-2023

Als iemand overlijdt, wordt de waarde van diens nalatenschap op datum overlijden vastgesteld. Saldi van bestaande bankrekeningen, WOZ-waarde van de woning, de waarde van de effectenportefeuille, enzovoort. Wat nu als na het overlijden de waarde van de effecten ineens gaat dalen? Wordt daar rekening mee gehouden als de erfbelasting wordt berekend?

Het antwoord is: nee. In de wet staat dat voor de bepaling van de waarde van nalatenschap de waarde daarvan in het economisch verkeer op het tijdstip van overlijden geldt. De erfbelasting is een tijdstipbelasting. Het moment van overlijden is bepalend voor de vaststelling van de waarde van de verkrijging. Veranderingen in de waarde na het moment van overlijden zijn daarin niet meer relevant.

Een waardeverminderingen kan leiden tot een forse extra last voor de ontvanger(s) van de nalatenschap.

Eerder dit jaar beriep een erfgenaam zich op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waaruit de erfgenaam opmaakte dat de waardedaling voor hen leidde tot een individuele en buitensporige last omdat geen rekening werd gehouden met het waardeverlies tussen de overlijdensdatum en het moment van liquidatie van de effectenportefeuille. Dat beroep hield geen stand. De erfbelasting – een inbreuk op het ongestoorde genot van eigendom – streeft op basis van de wet een legitiem doel in het algemeen belang na. Inbreuk op het ongestoorde genot van eigendom is alleen toegestaan als er een redelijke mate van evenredigheid bestaat tussen de gebruikte middelen en het doel dat ermee wordt nagestreefd. Er is in dit geval geen sprake van een individuele buitensporige last, omdat deze ook voor anderen – in het algemeen – in een verglijkbare situatie geldt.

Wilt u meer weten over de waardering van een nalatenschap en de gevolgen daarvan voor de erfbelasting? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Nalaten door het maken van een legaat
07-08-2023

Als u uw vermogen aan iemand wilt nalaten en daarvoor een testament maakt dan zijn er verschillende manieren om dit in het testament te laten zetten. Meestal denkt men aan het aanwijzen van een erfgenaam, maar u kunt in uw testament ook een legaat vaststellen. Er is een groot verschil tussen iemand als erfgenaam aanwijzen of aan iemand iets legateren.

Een aangewezen erfgenaam treedt als het ware in de plaats van de overledene en erft zijn gehele vermogen of een aandeel (erfdeel) daarin. Een erfgenaam erft dus zowel de bezittingen als de schulden van de overledene. Tot deze schulden behoren bijvoorbeeld eventuele hypotheekschulden, begrafeniskosten en de te betalen erfbelasting.

Wat is een legaat

Bij een legaat krijgt iemand iets, zonder dat hij of zij bij de verdere afwikkeling van de nalatenschap betrokken raakt. Op deze manier kunt u een bepaald geldbedrag of een object, zoals een kunstvoorwerp of een woning veilig stellen voor een bepaalde persoon of instantie zonder dat deze ook erfgenaam is. Een legaat kan ook bestaan uit een bepaald recht, bijvoorbeeld het recht van vruchtgebruik van een woning.

Door het legaat te maken weet u zeker dat het geldbedrag, de goederen of het bepaalde recht bij die persoon of instantie terecht komen. De erfgenamen zijn verplicht de persoon of instantie voor wie het legaat bedoeld is op de hoogte te brengen en verplicht om de legaten af te geven aan de betreffende legataris die daar recht op heeft. De legaten worden gezien als schulden van de nalatenschap en verkleinen dus de omvang van de nalatenschap. Het kan zelfs zo zijn dat de nalatenschap door de opname van allerlei legaten negatief wordt en er voor de erfgenamen niets meer overblijft.

Het is erg belangrijk dat de wettelijke formaliteiten voor de afgifte van het legaat worden nageleefd. Bij de overdracht van een woning of het vestigen van een vruchtgebruik moet een notariële akte worden opgesteld en door de notaris worden geregistreerd bij het kadaster. Als dit niet gebeurt kan dit later zowel juridische als fiscale problemen met zich meebrengen.

De persoon of instantie aan wie u een legaat wilt nalaten, hoeft dit legaat niet te accepteren. Zijn er bijvoorbeeld veel onderhoudskosten bij een gelegateerde woning, dan kan dit een reden zijn om het legaat te verwerpen. Voor elk legaat mag de ontvanger apart beslissen om hij of zij deze accepteert of weigert.

Zowel legataris als erfgenaam

Het is overigens ook mogelijk om iemand in een testament zowel tot erfgenaam te benoemen en daarnaast ook een legaat te geven van een bepaald goed, bijvoorbeeld de woning. Dit bepaalde goed moet dan eerst aan deze erfgenaam/legataris worden afgegeven, voordat de overige bezittingen tussen de erfgenamen kunnen worden verdeeld. De erfgenaam/legataris krijgt iets vooraf, voordat de rest van de erfenis tussen de erfgenamen wordt verdeeld. De andere erfgenamen hebben dan geen recht op dit goed.

Legaat tegen inbreng

U kunt ook in uw testament een legaat “tegen inbreng” opnemen. De waarde van het gelegateerde goed moet dan door de legataris aan de nalatenschap worden vergoed. Stel u wilt uw woning aan een van uw kinderen legateren zodat deze daar kan blijven wonen, maar u wilt wel dat de andere kinderen meedelen in de (bij taxatie bepaalde) waarde van die woning. Die waarde moet dan door dat ene kind worden ingebracht in uw nalatenschap. De legataris (uw kind) heeft dan het recht om het gelegateerde als het ware uit de nalatenschap te ‘kopen’.

Onlangs deed de Rechtbank Noord-Nederland een uitspraak in een zaak waarin een erfgenaam een gelegateerde woning moest afgeven welke woning zelfs niet volledig behoorde tot nalatenschap. Deze zaak ging over wat is bepaald in artikel 4:49 van het Burgerlijk Wetboek. In dit wetsartikel staat het volgende:

  1. Een ten laste van een erfgenaam gemaakt legaat van een bepaald goed, of van een op een bepaald goed te vestigen recht, vervalt indien het goed bij het openvallen van de nalatenschap daartoe niet behoort, tenzij uit de uiterste wil zelf is af te leiden dat de erflater de beschikking niettemin heeft gewild.
  2. Kan in laatstgenoemd geval degene op wie de verplichting rust, zich het gelegateerde goed niet of slechts ten koste van een onevenredig grote opoffering verschaffen, dan is hij gehouden de waarde van het goed uit te keren.

Bij deze rechtszaak ging het om twee kinderen die de erfgenamen waren van hun overleden moeder. In haar testament had de moeder onder meer een woning aan kind Y gelegateerd tegen inbreng van de WOZ-waarde (de werkelijke van de woning was echter aanmerkelijk hoger). Moeder was maar voor de helft (!) gerechtigd tot de woning omdat de beide kinderen de andere helft al van hun vader hebben geërfd. In het testament staat hierover het volgende: “Wat betreft het legaat […] ben ik mij ervan bewust dat dit onroerend goed behoort tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van mijn echtgenoot, voornoemd, en mij. Ik verklaar de uitvoering niettemin te willen.” Kind X wil geen medewerking verlenen aan afgifte van het legaat en stelt onder meer dat zij onevenredig zou worden benadeeld als kind Y slechts de WOZ-waarde in plaats van de getaxeerde waarde van de woning hoeft in te brengen.

De Rechtbank is het echter niet eens met kind X en veroordeelt dit kind om medewerking te verlenen aan de afgifte van het legaat. Op grond van de wet kunnen ook goederen worden gelegateerd die niet tot de nalatenschap behoren als uit de uiterste wilsbeschikking is af te leiden dat de testateur dit heeft gewild. Daarvan is in dit geval sprake. Bovendien kunnen kind X en kind Y als gezamenlijke erfgenamen van de moeder, het ‘ontbrekende’ deel verschaffen aan kind Y als legataris omdat zij als erfgenamen in de nalatenschap van vader voor dat deel al gerechtigd zijn tot de woning en nu dus samen volledig beschikkingsbevoegd zijn. De Rechtbank begrijpt wel dat kind X dit als een onevenredig grote opoffering beschouwt. Immers, zji komt bij afgifte van het legaat aan kind Y vermogensrechtelijk in een slechtere positie terecht dan wanneer de woning aan een derde tegen de marktwaarde zou zijn verkocht of wanneer moeder niet over het aandeel van X in de woning zou hebben beschikt. Dat betekent echter niet dat er ook in juridische zin sprake is van een onevenredig grote opoffering om zich het gelegateerde goed te verschaffen. De wetgever heeft nou eenmaal een prominente rol toebedeeld aan de wil van de erflater, ook indien die wil betrekking heeft op goederen die de erflater slechts voor een onverdeeld aandeel in een bijzondere gemeenschap toebehoren.

Advies

Wij helpen u graag verder bij de advisering over het aanwijzen van uw erfgenamen en het legateren van bepaalde goederen uit uw nalatenschap. Met een goed doordacht testament kunt u ongewenste verervingen van uw vermogen voorkomen en vaak ook belasting besparen.

Concepttestament is niet rechtsgeldig
31-07-2023

Een uiterste wil moet voor de rechtsgeldigheid worden ondertekend door de erflater. Zonder handtekening is een concepttestament niet rechtsgeldig. Dat antwoordt de minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, op Kamervragen van Lisa van Ginneken (D66).

Aanleiding voor de vragen van Van Ginneken was een aan de Tweede Kamer aangeboden petitie waarin wordt voorgesteld dat ook aan een concepttestament rechten kunnen worden ontleend. Weerwind gaat daar dus niet in mee.

Rechtszekerheid

De minister benadrukt dat de ondertekening door de erflater belangrijk is voor de rechtszekerheid en voor de bescherming van de erflater. 'De tussenkomst van de notaris waarborgt de vrije wilsvorming door de erflater bij het definitief vaststellen van zijn uiterste wil.' Zolang de akte niet is ondertekend en er alleen een concepttestament bestaat, kan niet met zekerheid worden gezegd dat de uiterste wil van de erflater overeenstemt met het concept op het moment van diens overlijden.

Geen algemene regel

Volgens Weerwind is het aan de rechter om in individuele gevallen te beslissen of onder bijzondere omstandigheden voorbij kan worden gegaan aan de verplichte ondertekening van het testament en de nalatenschap af te wikkelen zoals beschreven staat in een concepttestament. De minister ziet geen mogelijkheden daar een algemene regel voor op te stellen.

Notaris als begeleider bij opstellen draagmoederschaps­overeenkomst
24-07-2023

Een nieuwe wet moet draagmoederschap in goede (juridische) banen leiden. In het door de minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, ingediende wetsvoorstel is het opstellen van een draagmoederschapsovereenkomst onder begeleiding van een juridisch deskundige verplicht, zoals de notaris.

De huidige wet- en regelgeving voorziet niet in een specifiek kader voor draagmoederschap. Daarom heeft Weerwind nu het wetsvoorstel Wet kind draagmoederschap en afstamming ingediend. Belangrijk punt daarin is dat de draagmoederschaps­overeenkomst zorgvuldig tot stand komt. Zowel de draagmoeder als de wensouders worden bij het opstellen van deze overeenkomst begeleid door een onafhankelijke juridische deskundige. Weerwind denkt daarbij aan een advocaat of notaris.

Holding populair bij ondernemers
17-07-2023

Veel ondernemers hebben als rechtsvorm voor hun bedrijf een besloten vennootschap (bv). Tegenwoordig brengen zij de aandelen van de bv onder in een holding. In ruim een decennium tijd is dat aantal zelfs verdubbeld. In 2022 groeide het aantal holdings ten opzichte van 2021 met 16%.

De constructie houdt in dat de werk-bv de contracten heeft en de eigendommen zijn ondergebracht in de holding-bv. Het oprichten van een holding-bv is betrekkelijk eenvoudig, net als bij de werk-bv. De toename van het aantal holdings is niet alleen te danken aan de vereenvoudigde manier van oprichting, ook de onzekerheid in de economie is een aanleiding.

Het voordeel van een holding boven de bv is dat – zolang de holding geen andere verplichtingen aangaat dan met de werk-bv – de holding-bv niet aansprakelijk is voor de schulden van de werk-bv. Een ander voordeel is dat een holding een eventuele verkoop van de onderneming makkelijker maakt. Tot slot spelen ook fiscale argumenten een rol, zoals de vennootschapsbelasting. Met een holding-bv boven de werk-bv hopen bedrijven de winstbelasting zo laag mogelijk te houden.

Wilt u meer weten over het oprichten van een holding-bv voor uw werk-bv? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Drietrapsraket moet misleiding bij grondhandel voorkomen
10-07-2023

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) stelt voor om een zogenoemde ‘drietrapsraket’ in te voeren die consumenten moet beschermen tegen speculatieve grondhandel. Het voorstel voorziet in toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op dit soort transacties, het verplicht stellen van een notariële koopovereenkomst en het hierdoor tijdig en actief tegengaan van misleiding van consumenten.

In de praktijk is het voor notarissen in verband met hun ministerieplicht momenteel heel moeilijk om niet mee te werken aan de overdracht van onroerend goed als deze niet in strijd is met het recht of de openbare orde. Bij speculatieve grondhandel knippen grondhandelaren landbouwpercelen op om dit te verkopen aan kleine beleggers. Vaak met de (valse) belofte dat er op termijn op deze grond gebouwd mag worden. De notaris komt over het algemeen pas in beeld nadat de koopovereenkomst is gesloten, dus bij de eigendomsoverdracht.

Eerder betrokken

Om misleiding van consumenten bij grondspeculatie tegen te gaan, willen notarissen eerder bij transacties worden betrokken. Ook willen zij meer mogelijkheden krijgen om medewerking aan dubieuze grondtransacties te weigeren.

Vergunningsplicht AFM

Om consumenten voor deze misleiding te behoeden, stelt de KNB in een position paper aan de Tweede Kamer een ‘drietrapsraket’ voor. De eerste maatregel is om ervoor te zorgen dat dit soort transacties onder AFM-toezicht komen te vallen en dus vergunningsplichtig zijn. Dit wordt bereikt door het afschaffen van de vrijstelling van de vergunningsplicht voor aanbieders van dit soort grondbeleggingen Nu gelden er namelijk nog vrijstellingen van deze vergunningsplicht, bijvoorbeeld als de aanbieder een kavel aan minder dan 100 consumenten aanbiedt, als het beleggingsobject deel uitmaakt van een serie kleiner dan 20 beleggingsobjecten of als de investering per beleggingsobject 100.000 euro of meer is. Daarnaast dient het begrip beleggingsobject aangepast te worden, zoals al eerder is gemeld in een brief aan de Tweede Kamer. Een perceel grond is nu namelijk geen beleggingsobject als de verkrijger ervan zelf verantwoordelijk wordt voor het beheer (onderhoud) ervan. Aanbieders van grondbeleggingen maken hiervan slim gebruik, waardoor er geen vergunning van de AFM nodig is.

Notariële koopovereenkomst

De tweede maatregel is het laten opstellen van de koopovereenkomst voor dit soort transacties door de notaris. Daardoor kan de notaris de koper tijdig – dus voor het sluiten van de koopovereenkomst – waarschuwen voor de risico’s van deze transactie.

Relevante informatie

Door de notaris verplicht de koopovereenkomst te laten opstellen voor dit soort transacties, kan deze actief controleren of de potentiële koper vooraf beschikt over alle voor de koop relevante informatie. Als de koper de koop desondanks toch wil doorzetten, dan is dat een bewuste keuze om op deze wijze te speculeren met dit soort grond.

Momenten die vragen om de notaris
03-07-2023

De notaris speelt een essentiële rol speelt tijdens cruciale momenten in ons leven. Of het nu gaat om een huwelijk, bedrijfsovername of overlijden, de notaris staat klaar om ons te begeleiden en te adviseren bij belangrijke beslissingen. Benieuwd naar de waarde van een notaris in jouw leven? Maak kennis met de inspirerende communicatiecampagne 'Het moment', gelanceerd door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB).

De campagne neemt je mee naar betekenisvolle momenten waarin de notaris een rol speelt. De 3 video's laten zien hoe de notaris op een professionele en betrokken manier helpt bij het vormgeven van de toekomst. Of je nu op het punt staat om in het huwelijksbootje te stappen, je bedrijf wilt overdragen aan de volgende generatie, of te maken krijgt met een overlijden, de notaris staat voor je klaar om je door deze complexe processen te leiden.

Betrouwbare adviseur

Met de campagne "Het moment" wil de KNB laten zien dat de notaris niet alleen een expert is in juridische zaken, maar ook een betrouwbare adviseur en vertrouwenspersoon. Ontdek nu zelf de bijzondere verhalen op de speciale landingspagina www.notaris.nl/hetmoment en laat je meenemen in de wereld van de notaris.

Voorstel voor grensoverschrijdende bescherming kwetsbare volwassenen
03-07-2023

De Europese Commissie heeft onlangs een voorstel voor nieuwe regelgeving gepubliceerd ter bescherming van kwetsbare volwassenen in grensoverschrijdende situaties. Bijvoorbeeld in geval van een verhuizing naar een ander EU-land. Het gaat specifiek om volwassenen die op grond van wilsonbekwaamheid niet in staat zijn voor hun eigen belang op te komen.

De nieuwe regelgeving bestaat onder meer uit een verordening die grensoverschrijdende zaken regelt voor de bescherming van volwassenen tussen EU landen. De verordening stelt welke rechtbank bevoegd is, welk recht van toepassing is, onder welke voorwaarden buitenlandse maatregelen van toepassing zijn en hoe autoriteiten kunnen samenwerken. Daarnaast legt het procedures voor om te bepalen welke persoon of autoriteit de volwassene in kwestie kan ondersteunen en representeren. Ook het opstellen van een levenstestament en de erkenning daarvan in grensoverschrijdende gevallen maakt deel uit van de regeling.

Uniform rechtskader

Een ander onderdeel van de regelgeving is een besluit van de Raad van de EU dat voorziet in een uniform rechtskader voor de bescherming van volwassenen waarbij niet-EU-landen betrokken zijn. Het verplicht alle EU-lidstaten om partij te worden of te blijven bij het Verdrag van 2000 inzake de bescherming van volwassenen, het zogenoemde HCCH 2000-verdrag.

Nederland

Het voorstel past goed in de inzet van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) om de toegang tot het recht voor iedereen te vergroten. De nieuwe regels zijn dan ook een stap in de goede richting om uniforme en grensoverschrijdende bescherming van kwetsbare volwassenen te realiseren en kunnen de notarissen helpen door rechtszekerheid te bieden, onder andere over de vraag welk recht van toepassing is. Naast het recente initiatief met Steffie.nl spant de KNB zich ook op Europees vlak in om gezamenlijk met onze partnerlanden in de CNUE zorg te dragen voor de maatschappelijke positie van de notaris. Om die reden zal de KNB dit wetgevingstraject goed monitoren.

(Bron KNB)

Wet modernisering personenvennootschappen moet verouderd systeem vervangen
26-06-2023

Na meer dan een eeuw getouwtrek over de modernisering van de wetgeving rondom personenvennootschappen lijkt de kogel door de kerk. De consultatie over de Wet modernisering personenvennootschappen is van start gegaan. Iedere belanghebbende kan meepraten over hoe die nieuwe wet er uit zou moeten gaan zien.

De nieuwe wet moet voorzien in een juridische regeling voor het beginnen, voortzetten en eindigen van samenwerkingsverbanden die nu nog worden vormgegeven in een vennootschap onder firma, een maatschap of een commanditaire vennootschap.

Naast deze wet zal ook een overgangswet het licht gaan zien en moet ook de fiscale wetgeving worden aangepast.

Verouderde wet vervangen

De huidige regeling is verouderd en biedt de hedendaagse gebruiker te weinig mogelijkheden.De nieuwe wetgeving moet duidelijk en eenvoudig zijn. Een loffelijk streven maar niet makkelijk vorm te geven. Voor het handelsverkeer is rechtszekerheid een groot goed. De wet voorziet in regelingen voor toe- en uittreding van vennoten, aansprakelijkheid, vertegenwoordiging en de rechtsverhouding tussen vennoten.

Het wetsontwerp maakt onderscheid tussen personenvennootschappen met rechtspersoonlijkheid en personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Voor het aangaan van personenvennootschappen is de inschakeling van een notaris niet vereist, maar vanwege hun kennis over dit specifieke recht met alle aandachtspunten wel raadzaam.

Voor het omzetten naar een besloten vennootschap is net zoals nu wel een notaris vereist dus in dat opzicht verandert er helemaal niets.

Wilt u meer weten over het oprichten of wijzigen van personenvennootschappen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Geen hypotheekrente voor een van twee woningen geregistreerde partners
19-06-2023

De belastinginspecteur is extra alert bij aangiftes van geregistreerde partners die elk een eigen woning hebben. Voor de inkomstenbelasting zijn geregistreerde partners ook fiscaal partners. Soms trekken beide partners hypotheekrente af over hun respectieve woningen. Dat is voor de inspecteur reden om in te grijpen.

Volgens de geldende fiscale regelgeving mogen fiscale partners slechts voor één (al dan niet in gezamenlijke eigendom zijnde) eigen woning hypotheekrente aftrekken. Als beide partners dat toch doen, kan de inspecteur niet akkoord met de aangifte inkomstenbelasting van een van beide partners. Deze heeft dan geen recht op hypotheekrente aftrek.

Tot overmaat van ramp stelde de inspecteur in een recente zaak voor het Hof Amsterdam dat de woning van de partner die niet voor de aftrek in aanmerking kwam, als box 3 bezit geldt. Deze partner moet daardoor over de WOZ waarde vermogensrendementsbelasting betalen. Dit alles omdat de andere partner als eerste de aangifte IB had ingediend. Deze woning werd daarmee door de fiscus aangemerkt als (gezamenlijke) eigen woning voor beide partners.

De benadeelde partner vindt dat er sprake was van dwaling bij het aangaan van het geregistreerde partnerschap en het fiscale partnerschap. Het Hof oordeelt dat in het midden kan blijven of een van beide of beide partners bij de keuze voor het geregistreerd partnerschap en het fiscale partnerschap hebben gedwaald over de fiscale gevolgen. De inspecteur is ook niet verplicht om een partner hierover apart te informeren. Voor de woning die de benadeelde partner zelf bewoont, moet voor de box 3 heffing worden uitgegaan van de volle WOZ-waarde, ondanks dat deze aan zichzelf geen huur betaalt. Het beroep is ook voor het overige ongegrond, waarmee de betreffende partner financieel gezien de klos is.

Bovenstaande casus geeft weer eens aan hoe belangrijk het is om u van te voren goed te laten informeren over de financiële / fiscale gevolgen van een geregistreerd partnerschap. Dit geldt ook voor een huwelijk en een samenwoonrelatie. Wij kennen de fiscale regels rond de eigen woning. Maak dus tijdig een afspraak voor een adviesgesprek, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Met het juiste advies en de bijbehorende documenten blijft de belastinginspecteur op veilige afstand.

De 5% regeling bij een nieuwbouwwoning
12-06-2023

In de praktijk blijkt nogal eens onduidelijk wat de rechten van een koper en de plichten van een aannemer zijn bij de wettelijke 5% regeling bij oplevering. Een voorbeeld daarvan speelde onlangs voor de Rechtbank Rotterdam. Een koper heeft bij de oplevering van zijn nieuwe appartement gebruik gemaakt van de 5%-regeling. Hij heeft dit bedrag echter niet gestort bij de notaris, omdat de aannemer volgens hem in gebreke is gebleven. De rechter oordeelt dat de koper dit bedrag alsnog moet storten. Hij heeft geen algemeen opschortingsrecht omdat aan dit recht al invulling is gegeven door het gebruikmaken van de 5%-regeling.

Werking 5%-regeling

De 5%-regeling is het wettelijke recht van de koper van een nieuwbouwwoning om bij de oplevering 5% van de aanneemsom in een depot te storten bij de notaris. De koper heeft daarmee een stok achter de deur voor de aannemer als bij de oplevering of in de eerste drie maanden na de oplevering gebreken blijken en de aannemer deze niet herstelt. Als de aannemer de gebreken niet herstelt, kan de koper de uitkering van 5% via de notaris tegenhouden.

Het achterhouden van de 5% kan op twee manieren:

  1. via een depot : Een nieuwbouwwoning betaalt u in termijnen; deze staan in de koop-/aanneemovereenkomst vermeld. Bij een depot wordt de laatste betaaltermijn van 10% opgesplitst: u betaalt de helft aan de aannemer, de andere 5% zet u in een depot bij de notaris.
  2. Via een bankgarantie: Een andere optie is dat de aannemer een bankgarantie stelt. Dit houdt in dat de bank garant staat voor de laatste 5% van de aanneemsom als de aannemer zijn verplichtingen niet nakomt. De aannemer verstrekt de bankgarantie aan de notaris. Meestal attendeert de aannemer of de notaris u erop dat er een vaak doorlopende bankgarantie is gesteld. In deze situatie betaalt u de volledige koop-/aanneemsom aan de aannemer.
    Controleer dus vóór de oplevering bij de notaris of de aannemer inderdaad een bankgarantie heeft gesteld. Is de bankgarantie er niet of niet goed, dan kunt u alsnog 5% in een depot storten bij de notaris.

Aannemer negeert 5%-regeling

Wat kunt u doen als de aannemer zich niet aan de 5%-regeling houdt? Wijs hem dan op bovenstaande informatie. Het is namelijk uw wettelijk recht. Komt u er dan alsnog niet uit met de aannemer? Neem dan contact op met de transportnotaris.

Zijn er gebreken bij/na de oplevering van de woning, dan zijn er twee opties:

  1. De aannemer herstelt de gebreken binnen drie maanden. Herstelt de aannemer de gebreken binnen 3 maanden, teken dan niet voor het vrijvallen van het depot, maar laat het depot of de bankgarantie nog even staan. Misschien ontdekt u binnen de resterende tijd van de drie maanden nog nieuwe gebreken en heeft u de 5%-regeling alsnog nodig. Zijn alle gebreken na drie maanden hersteld, dan stort de notaris het bedrag op de rekening van de aannemer of laat de bankgarantie vrijvallen.
  2. De gebreken worden niet binnen drie maanden hersteld. Herstelt de aannemer de gebreken van de nieuwbouwwoning niet binnen drie maanden? Dan mag u na drie maanden een bepaald bedrag in het depot houden. Dit bedrag moet in ‘redelijke verhouding’ staan tot de nog aanwezige gebreken. Stel de notaris en de aannemer hiervan schriftelijk op de hoogte. De notaris kan dan eventueel de gestelde bankgarantie (gedeeltelijk) inroepen. Let wel op dat er niet te veel in depot wordt gehouden aangezien u over het extra bedrag bouwrente moet betalen aan de aannemer.

Bij een appartement geldt de 5%-regeling niet alleen voor het privégedeelte (de woning, parkeerplaats, berging etc.), maar ook voor de gemeenschappelijke delen van het complex, zoals het trappenhuis en de garage.

Wilt u meer weten over de 5% regeling? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Het vergeten testament
05-06-2023

Het zal maar gebeuren… Het huwelijk van uw ouders wordt ontbonden door het overlijden van uw vader. Uw vader blijkt geen testament te hebben gemaakt. Op grond van de wet laat hij als zijn erfgenamen achter zijn echtgenote (uw moeder) en zijn twee kinderen (uw broer en u). Moeder heeft na het overlijden de zeggenschap gekregen over de nalatenschap ten gevolge van de wettelijke verdeling. Vorenstaande is allemaal vastgesteld in een aan moeder afgegeven verklaring van erfrecht, opgesteld door haar notaris. Na het overlijden van uw moeder denkt u waarschijnlijk al snel dat u dan als kinderen gezamenlijk gerechtigd bent geworden tot uw moeders nalatenschap.

Dat hoeft niet zo zijn!

Het feit dat uw vader geen testament heeft gemaakt wil niet zeggen dat uw moeder ook geen testament heeft gemaakt. Het maken van een testament is namelijk persoonlijk. Echtgenoten kunnen de afwikkeling van de nalatenschap niet gezamenlijk vastleggen in een gezamenlijk testament. Het kan dus zijn dat uw moeder wel een testament heeft gemaakt. In dat testament kunnen bepalingen staan die afwijken van de wettelijke regels van erfopvolging, waardoor u als kinderen geen erfgenamen blijken te zijn geworden.

Uw moeder zou een testament gemaakt kunnen hebben in de periode toen zij nog kinderloos was en bijvoorbeeld een goed doel, een goede vriend of een bepaald familielid tot erfgenaam benoemd kunnen hebben.

In dat geval kunt u dus als kind indirect onterfd zijn ten gevolge van dit testament. Ook al zou moeder de regeling in haar testament zeer waarschijnlijk niet meer hebben gewild.

Het gevolg is dat de gehele erfenis dan toch naar de in haar testament genoemde erfgenamen gaat. Haar testament is de uiterste wil van uw overleden moeder en daar kunt u niets meer aan veranderen als zij is overleden. Je moet de regels van het testament respecteren en dus gaat alles naar de testamentaire erfgenamen.

Mogelijkheden bij onterving

Wat zijn de mogelijkheden voor u als onterfd kind? In dit geval zou u – voor zover u het erfdeel van uw vaders nalatenschap nog niet uitgekeerd heeft gekregen – dit bij de erfgenamen van uw moeder kunnen opeisen.

Het is belangrijk om ook na het overlijden van uw vader met achterlating van uw moeder de omvang van uw geldvorderingen op grond van de wettelijke verdeling te berekenen en op schrift vast te leggen. Dat voorkomt problemen aangezien jaren later heel lastig blijkt om deze achteraf alsnog vast te stellen.

Daarmee erft u echter nog niet van uw moeder. Als onterfd kind kunt u nog een beroep doen op uw legitieme portie. Op grond van uw legitieme portie heeft u recht op een geldvordering ter grootte van de helft van het erfdeel wat u zou hebben geërfd indien moeder geen testament zou hebben gemaakt. U krijgt daarmee geen recht op de tot haar nalatenschap behorende goederen. Het gaat hierbij ook immers om een geldvordering. Indien uw moeder is overleden met achterlating van twee kinderen dan bedraagt de legitieme portie per kind een vierde gedeelte (de helft van de helft (aangezien u en uw broer zonder testament ieder de helft zouden erven). U zou dan in geld aanspraak kunnen maken op een vierde gedeelte van het zuiver saldo van haar nalatenschap, bij welke nalatenschap bepaalde schenkingen moet worden opgeteld.

Een vergeten of verouderd testament kan tot ongewenste gevolgen aanleiding geven. Het is dan ook verstandig om met een bepaalde regelmaat een bestaand testament door te nemen en te controleren wat de inhoud is en of dat nog aansluit met uw wensen op dat moment.

Wilt u meer weten over nalatenschappen met en zonder testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Financiële informatie en uitleg notariële akte nodig bij aandelenoverdracht.
30-05-2023

Hoewel een notariële akte dwingende bewijskracht heeft, kan het toch gebeuren dat met voldoende tegenbewijs de uitkomst kan worden aangepast. Dat bleek onlangs uit twee uitspraken van de rechter.

Als een aandeelhouder in een besloten vennootschap aandelen wil overdragen, zal de desbetreffende aandeelhouder meestal verplicht zijn om zijn aandelen aan te bieden aan de overige aandeelhouders. Als de overdragende aandeelhouder dat doet, hebben de overige aandeelhouders in een besloten vennootschap het recht om in het kader van een aanbiedingsregeling financiële informatie van de besloten vennootschap te verkrijgen. Zonder die informatie kunnen de overige aandeelhouders immers niet nagaan of een externe financiering mogelijk is, aldus rechtbank den Haag

In een geschil over de uitleg van een notariële akte besloot het gerechtshof Arnhem Leeuwarden dat hoewel een notariële akte dwingende bewijskracht levert, dat als een van partijen er in slaagt tegenbewijs te leveren waaruit blijkt dat de notariële akte door een fout van een partijadviseur niet de partijbedoeling weergeeft over de over te nemen rekening courant schuld, de koopsom met betrekking tot dat onderdeel toch moet worden aangepast.

Financiële informatie en uitleg van de akte zijn daarom wezenlijke onderdelen bij aandelenoverdracht. Wilt u meer weten over alle rechten en plichten bij aandelenoverdracht? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Overdracht van huis vanuit nalatenschap vergt beschikkingsbevoegdheid
22-05-2023

Bij overlijden van een partner wordt de langstlevende echtgenoot of echtgenote doorgaans op grond van de wettelijke verdeling eigenaar van de woning die tot de nalatenschap behoort. Dat kan ook een tweede huis zijn, soms reden voor de langstlevende om die te verkopen. Om dat met succes te kunnen doen moet de langstlevende wel beschikkingsbevoegd zijn.

Dat bleek onlangs weer toen een langstlevende de woning verkocht en leverde aan een derde die er vervolgens een hypotheekrecht op heeft gevestigd. In deze zaak had de langstlevende de nalatenschap beneficiair aanvaard. Daarmee was deze niet als enige bevoegd om de woning te kunnen verkopen. Dat had tot gevolg dat de overdracht van het huis en de hypotheekvestiging niet geldig tot stand zijn gekomen.

Er gelden specifieke regels voor hoe een nalatenschap moet worden ‘vereffend’. De erfgenamen – of de aangewezen executeur-testamentair – hebben tot taak de boedel te inventariseren en vereffenen, schulden te betalen en vervolgens de baten te verdelen. Als kan worden aangetoond dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots voldoende zijn om alle schulden van de nalatenschap te voldoen, hoeden deze regels niet te worden gevolgd. In deze zaak was dat niet het geval.

‘Ruimschoots toereikend’ verklaring

De langstlevende was benoemd tot executeur en heeft een zogenaamde ‘ruimschoots toereikend’ verklaring afgelegd, wat inhoudt dat de baten de schulden zodanig overtreffen dat onder meer het huis verkocht kon worden. Echter, er was door de overledene bij derden schade veroorzaakt, waardoor daar mogelijk nieuwe schulden zouden kunnen ontstaan. Ook had de langstlevende het dringende advies van de notaris om over te gaan tot vereffening, in de wind geslagen. Er kon namelijk niet worden aangetoond dat de nalatenschap daadwerkelijk ruimschoots toereikend was om de - mogelijke - schulden te voldoen.

Daarmee is de wettelijke verplichting tot vereffening in stand gebleven en dat op grond daarvan alle erfgenamen vereffenaar waren geworden. Zij zijn dan gezamenlijk bevoegd om rechtshandelingen te doen. De langstlevende had de woning onbevoegd verkocht en geleverd aan de koper. De beschikkingsonbevoegdheid van de langstlevende leidde er toe dat de koper van het huis als hypotheekhouder niet beschermd wordt en zelfstandig aansprakelijk is voor de door hem of haar aangegane verplichtingen met betrekking tot het huis.

Wilt u meer weten over beschikkingsbevoegdheid na een overlijden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wetsvoorstel: verlenging vervaltermijn bij beroep op legitieme door minderjarigen
22-05-2023

De vervaltermijn voor een beroep op de legitieme portie moet pas ingaan als een kind meerderjarig wordt. Dat stelt Franc Weerwind, de minister voor Rechtsbescherming, voor in een brief aan de Tweede Kamer. Het voorstel maakt deel uit van een pakket wetswijzigingen die het vermogen van minderjarigen beter moeten beschermen.

Nu geldt ook voor minderjarigen nog een termijn van 5 jaar waarbinnen de legitieme portie moet worden opgeëist. Een minderjarig kind is daarbij afhankelijk van het tijdig optreden door de wettelijke vertegenwoordiger. Daarbij kan er sprake zijn van tegenstrijdige belangen tussen het kind en de vertegenwoordiger.

Ouderlijk vruchtgenot

Ouders die gezag hebben over hun kind, hebben nu vruchtgenot van het vermogen van hun kind. Weerwind vindt dat ouders niet vrijelijk over de opbrengsten van het vermogen van minderjarigen mogen beschikken. Hij stelt daarom voor om het ouderlijk vruchtgenot uit de wet te schrappen. Daarvoor komt een regeling in de plaats. Die geeft de rechter de mogelijkheid om ouders toestemming te geven om het vermogen van het kind te gebruiken voor verzorging en opvoeding van het kind en het levensonderhoud van het gezin.

Boedelbeschrijving en automatisch beschermingsbewind

Andere voorstellen van de minister zijn uitbreiding van de mogelijkheid om ouders op te dragen een boedelbeschrijving te maken van het vermogen van hun kind, automatisch beschermingsbewind over het vermogen van minderjarige kinderen als het vermogen van de ouders onder beschermingsbewind komt en het mogelijk maken van het uitkeren van de som ineens op een BEM-rekening ten name van de minderjarige. De som ineens is een voorziening in de kosten van levensonderhoud van een kind van de erflater jonger dan 21 jaar die door de rechter kan worden opgelegd. Een BEM-rekening is een rekening waarover een ouder alleen kan beschikken met een machtiging van de kantonrechter.

Voogdij regelen
15-05-2023

De toekomst van uw kinderen is van groot belang. Soms loopt dat anders dan u hoopt en verwacht. Een kind onder de 18 jaar mag en kan juridisch niet voor zichzelf zorgen. Elke minderjarige moet onder gezag staan. U kunt dat helemaal zelf in de hand houden, ook na uw overlijden. Daarvoor is een notarieel vastgelegde voogdijregeling nodig.

Gezag houdt in dat er één, maar meestal twee personen verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van een kind. In de meeste gevallen berust dit gezag bij de ouders. Dit "ouderlijk gezag" hebben de ouders in bijna alle gevallen samen tijdens hun huwelijk of samenwoning. Na scheiding geldt dat tegenwoordig meestal ook. Dit staat bekend onder de naam "co-ouderschap".

Wat nu als de ouders er niet meer zijn? Dan benoemt de rechter een voogd over de kinderen. De rechter luistert daarbij naar de familie van de kinderen en naar de kinderen zelf als deze ouder dan 12 jaar zijn. Verder krijgt de rechter advies van instanties voor jeugdzorg/kinderbescherming. Op basis van alle informatie die daaruit komt neemt de rechter een beslissing en wordt iemand als voogd over uw kinderen aangewezen.

In eigen hand houden

Dat betekent dus dat u niet zeker weet wie na overlijden van u en uw partner de verantwoordelijkheid voor uw kinderen gaat krijgen. Wie gaat erop letten dat ze op tijd naar bed gaan, gezond eten, naar school gaan, met geld leren omgaan enzovoort? Kortom, wie neemt in dat geval de zorg voor uw kinderen over?

In Nederland vinden we het belangrijk dat dit goed geregeld is. Zo belangrijk zelfs, dat de mogelijkheid bestaat om zelf te bepalen wie de zorg voor uw kinderen krijgt na uw overlijden. Dat is trouwens helemaal niet ingewikkeld. Het enige dat u daarvoor hoeft te doen is bij ons een voogd van uw eigen keuze voor uw kinderen aan te wijzen en te laten vastleggen. Dat kan door een testament te maken. Het voordeel daarvan is dat u daarin ook andere dingen voor na overlijden kunt vastleggen. Maar de voogd kan ook worden aangewezen in een akte die alleen maar over de voogdij gaat.

Degene die u als voogd wilt aanwijzen hoeft op dat moment niets te doen. Hij of zij hoeft geen handtekening te zetten en geen toestemming te geven. De beoogde voogd hoeft strikt genomen zelfs helemaal niets van de voogdbenoeming te weten! Hoewel het natuurlijk wel verstandig is om vooraf aan de door u gewenste voogd te vragen of hij/zij dat wel wil en kan.

Met zo'n voogdbenoeming kunt u eventueel ook een aantal persoonlijke wensen laten vastleggen. Bijvoorbeeld of u vindt dat uw kinderen bij elkaar moeten blijven. Of dat iemand anders dan de voogd verantwoordelijk wordt voor de financiën van uw kinderen. Daarnaast is het mogelijk om niet één, maar twee personen als voogd aan te wijzen.

Uw kinderen zijn belangrijk genoeg om de voogdij te regelen. Voor u is het daarbij goed om alle informatie te hebben over wat kan en wat niet kan. Wij weten er gelukkig alles van. Wilt u meer weten of een afspraak maken? Bel ons of gebruik onderstaande mogelijkheid zodat wij contact met u kunnen opnemen.

Steffie.nl legt testament en erfgenamen simpel uit
15-05-2023

Mensen met een licht verstandelijke beperking en notarissen kwamen onlangs bijeen in het Louwman Museum in Den Haag voor de presentatie van de zogenoemde Steffie-modules. Daarin wordt in eenvoudige taal uitgelegd wie jouw erfgenamen zijn en wat een testament is.

De teksten van notarissen bevatten veel vaktaal en lange zinnen met veel informatie. Dat is best lastig voor bijvoorbeeld mensen die beperkt de Nederlandse taal spreken, laaggeletterden en mensen met een licht verstandelijke beperking. Daarom zijn er nu de uitlegmodules van Steffie.nl, tot stand gekomen met medewerking van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en ervaringsdeskundigen met een verstandelijke beperking.

Vragen

Tijdens de bijeenkomst in het Louwman Museum kregen de deelnemers de gelegenheid om vragen te stellen aan de aanwezige (kandidaat-)notarissen. En die kans lieten zij niet onbenut. De bijeenkomst bleek in een enorme behoefte te voorzien. De opening van de Steffie-modules is dan ook een eerste stap in een langer traject waarbij notarissen zich meer openstellen voor mensen met een beperking of andere groepen die de weg naar de notaris nog niet weten te vinden. Het project maakt deel uit van het programma “Toegang tot het (notariële) recht voor iedereen”.

Beperkte wetswijziging alimentatie
08-05-2023

Minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind de Tweede Kamer geïnformeerd dat hij een beperkte wijziging in de alimentatie wil invoeren. Introductie van een alimentatieplicht bij het einde van een samenwoning is niet nodig volgens de minister.

Hij sluit niet uit dat ongehuwden na het einde van hun relatie financiële problemen krijgen, maar de minister hecht meer aan de autonomie van de samenwoners. Hij wil daarom geen wettelijke regels opleggen. Volgens hem ligt de oplossing bij meer voorlichting over verschillende juridische relatievormen. Daarbij ziet hij een rol voor onder meer de notaris.

Billijkheidscorrectie

Ongehuwd samenwonenden vallen niet onder een wettelijk huwelijkstelstel met de daarbij behorende rechten en plichten. De onderzoekers hebben ervoor gepleit dat de rechter naar billijkheid een financiële correctie kan toepassen als samenwoners uit elkaar gaan. De minister vindt het belangrijk dat (aanstaande) partners onderling afspraken maken. Het treffen van een wettelijke voorziening in de vorm van een billijkheidscorrectie voor ongehuwd samenwonenden gaat wat hem betreft te ver. Dat zou een inbreuk inhouden op de autonomie van deze partners.

Stiefouders

De alimentatieplicht van stiefouders wordt afgeschaft. De alimentatieverplichting van de stiefouder zorgt voor complexere en kwetsbaardere berekeningen van de kinderalimentatie, omdat meer partijen betrokken zijn. Het afschaffen van de onderhoudsplicht voor stiefouders zorgt voor een eenvoudigere, minder gecompliceerde en doelmatiger berekeningswijze van de kinderalimentatie.

Defiscaliseren

De aanbeveling van de onderzoekers om partneralimentatie te defiscaliseren wordt niet opgevolgd door de minister. Ook de aanbeveling om de rechter de mogelijkheid te geven afkoop van alimentatie op te leggen, wordt niet opgevolgd.

Notarissen pleiten voor vergunningsplicht voor grondbeleggingen
08-05-2023

Om kopers beter te beschermen bij speculatieve grondhandel, pleit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) voor een vergunningsplicht voor dit soort transacties. Daardoor vallen ze onder het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dit stelt de KNB voor in een brief aan de Tweede Kamer.

Speculeren met grond is in beginsel niet in strijd met het recht. Het is eigenlijk een vorm van beleggen. Voor het aanbieden van beleggingsobjecten is een vergunning van de AFM verplicht. Dit geldt voor onder meer kavels landbouwgrond en recreatief vastgoed. Nu gelden er nog vrijstellingen van deze vergunningsplicht, bijvoorbeeld als de aanbieder een kavel aan minder dan 100 consumenten aanbiedt, als het beleggingsobject deel uitmaakt van een serie kleiner dan 20 beleggingsobjecten of als de investering per beleggingsobject 100.000 euro of meer is.

Aanpassingen

De KNB pleit voor afschaffing van de vrijstelling van de vergunningsplicht voor aanbieders van dit soort grondbeleggingen. Ook pleit de KNB voor aanpassing van het begrip beleggingsobject. Een perceel grond is nu geen beleggingsobject als de verkrijger ervan zelf verantwoordelijk wordt voor het beheer (onderhoud) ervan. Aanbieders van grondbeleggingen maken hiervan gebruik, waardoor er geen vergunning van de AFM nodig is. Met deze 2 aanpassingen wordt de bron van het probleem effectief aangepakt, waardoor potentiële slachtoffers in een zo vroeg mogelijk stadium worden beschermd.

Verplicht op kantoor

Volgens de KNB zijn deze aanpassingen eenvoudiger dan het verplichten van notarissen om kopers van speculatieve gronden altijd te zien op hun kantoor. Diverse Kamerleden pleitten daarvoor naar aanleiding van een item op RTL-nieuws over speculatieve grondhandel. De KNB is hier een voorstander van, maar hiervoor is een wetswijziging nodig. Dat kost niet alleen veel tijd, maar het is ook niet de best denkbare oplossing.

Geen verbod volmacht

Een volledig verbod op het gebruik van een volmacht leidt praktisch gezien tot nieuwe en meer problemen dan nu en is onnodig. De volmacht is een veelgebruikt instrument dat in veruit de meeste gevallen goed werkt. Niet de volmacht is het probleem, maar een gebrek aan voldoende voorlichting. Daar waar notarissen niet voldoen aan hun zorgplicht, hebben kopers de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de Kamer voor het notariaat, de notariële tuchtrechter. Bij misleiding ligt het echter meer voor de hand dat kopers aangifte doen bij de politie tegen de verkoper.

Meerwaardeclausule in leveringsakte gebonden aan strakke regels
01-05-2023

Het is niet ongebruikelijk dat bij de koop van een nieuwbouwwoning een meerwaardeclausule ten gunste van de gemeente in de leveringsakte wordt opgenomen voor het geval de woning binnen een bepaald aantal jaren wordt verkocht. Het hangt van de redactie van de clausule in de leveringsakte af in welke gevallen de clausule wel en niet geldt.

Zo deed een gemeente, ten gunste waarvan een meerwaardeclausule was opgenomen voor het geval de woning binnen 15 jaar zou worden verkocht, een beroep op de clausule op grond van het feit dat het sociale koopwoningen betrof die onder de werking van de clausule zouden vallen. Echter, de leveringsakte bevatte een algemeen geformuleerde meerwaardeclausule, hetgeen niet voldoende is voor de conclusie dat de geleverde woningen sociale koopwoningen zijn en dat de koper daarom een nabetaling aan de gemeente zou moeten doen als de woning binnen 15 jaar zou worden verkocht. Om een nabetaling wel te rechtvaardigen, moet in een gemeentelijke verordening het vereiste zijn opgenomen voor welke doelgroep de woningen zijn bestemd.

In dit specifieke geval was in de Huisvestingsverordening bepaald dat in de gemeente geen woningen in de koopsector beneden de koopprijsgrens in gebruik mochten worden genomen zonder een huisvestingsvergunning. De gemeente kon echter geen feiten en omstandigheden overleggen waaruit zou blijken dat dat de koper wel of niet aan de eisen in de Huisvestingsverordening voldeed. Ook kon zij niet aantonen of zij op een andere manier had vastgelegd dat de woningen voor een specifieke doelgroep waren bedoeld.

Bovendien geldt een wettelijke bepaling dat de kwalificatie als sociale koopwoning, bestemd voor een omschreven doelgroep, slechts 10 jaar mag duren. Een looptijd van 15 jaar betekent om die reden ook dat er geen sprake kan zijn van een sociale koopwoning

Al met al redenen voldoende om vast te stellen dat aan de gemeente geen beroep op de meerwaardeclausule toekomt.

Wilt u meer weten over meerwaardeclausules bij de koop van een woning? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Aftrek schenking door ANBI-instelling afhankelijk van schenkingsdoel
01-05-2023

Het zijn van een ANBI-instelling (Alegemeen Nut Beogende Instelling) is niet voldoende voor de aftrekbaarheid van een schenking aan die instelling. Als de schenking een doel heeft dat niet spoort met het algemeen belang, vervalt de belastingaftrek. Uitkeringen die een ANBI zelf doet ten behoeve van het algemeen belang zijn ook vrijgesteld van schenkbelasting.

Belastbaar inkomen

Om als ontvanger van een schenking geconfronteerd te worden met heffing van inkomstenbelasting, moet er sprake zijn van een belastbare bron van inkomen. Die vraag wordt beantwoord door de Belastingdienst en kan per geval verschillen. Er is (ook) sprake van vrijstelling van schenkbelasting als de ontvanger over hetgeen hij of zij heeft ontvangen, inkomstenbelasting is verschuldigd.

Tegenprestatie

In de wet worden de verschillende categorieën "algemeen nut" vermeld, zoals welzijn, cultuur, onderwijs, wetenschap en onderzoek. Als een ANBI een bedrag schenkt binnen haar algemeen nuttige doelstelling, geniet de ontvanger vrijstelling van schenkbelasting.

Voor de ontvanger kan de uitkering door de ANBI echter ook een bron van inkomen zijn (waarover eventueel inkomstenbelasting verschuldigd wordt). De Belastingdienst beoordeelt per geval of dat zo is, aangezien de eisen per bron verschillen. Het is namelijk relevant of tegenover resultaat uit overige werkzaamheden (row) een tegenprestatie staat. Voor een belastbare periodieke uitkering is dat niet per definitie een vereiste. Afhankelijk van feiten en omstandigheden wordt bepaald of sprake is van een belastbare bron van inkomen.

Wilt u meer weten over giften aan of door ANBI’s? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Een holding boven uw werk-BV’s biedt voordelen
24-04-2023

Ons land telt elk jaar weer meer ondernemers dan het jaar daarvoor, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Kamer van Koophandel. De meeste daarvan zijn zelfstandige ondernemers. Veel ondernemers beginnen als eenmanszaak, maar al snel blijkt dat een rechtsvorm met minder privé risico’s aantrekkelijker is. De activiteiten worden dan ondergebracht in een BV. Het heeft zo zijn voordelen om de eigendom van deze BV onder te brengen in een holding met de ondernemer als eigenaar.

Ondanks dat uzelf in privé niet aansprakelijke bent in een BV, blijft het een risico dat het vermogen dat in de BV zit ook zomaar kan verdwijnen, bijvoorbeeld bij een faillissement. Om die reden is het oprichten van een holding een goede optie, een “moeder” die boven de “dochters”, de werkmaatschappij(en) staat en eigenaar van de werkmaatschappij(en is). Een holding maakt of levert zelf geen producten of diensten, maar ontvangt bijvoorbeeld de managementfee – waaruit uw loon wordt betaald – en dividend uit een werkmaatschappij. Zo bouwt u vermogen op in de holding en blijft dat niet in de BV daaronder zitten met alle risico’s van dien. Bovendien geniet de holding

een lager belastingtarief met dividenduitkering en kunt u een hypotheek vanuit de holding verstrekken of geld herinvesteren.

Het oprichten van een BV en een holding is omgeven door allerlei wettelijke regels. Daarnaast moet u allerlei afwegingen maken met betrekking tot juridische en fiscale mogelijkheden en de risico’s die daarmee samenhangen.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden die een holding u biedt? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onenigheid over automatische beneficiaire aanvaarding erfenis bij meerderjarigenbewind
24-04-2023

Het komt niet vaak voor dat een kantonrechter een in een eerdere uitspraak van het Hof terzijde legt. Dat gebeurde onlangs wel met een oordeel van het Hof Arnhem-Leeuwarden uit 2022. Het Hof vond dat het wetsartikel dat de nalatenschap door de erfgenaam beneficiair aanvaard wordt geacht als de bewindvoerder de termijn van drie maanden die daarvoor geldt, heeft laten verlopen, niet geldt voor een erfgenaam over wiens vermogen een meerderjarigenbewind is ingesteld.

Volgens het Hof moeten beschermingsmaatregelen niet verder ingrijpen dan noodzakelijk is en verwees hiervoor naar een ander wetsartikel waarin wordt gesteld dat de bewindvoerder, met uitsluiting van de rechthebbende, bevoegd is een nalatenschap namens de rechthebbende onderbewindgestelde te aanvaarden. Alleen als de aanvaarding de instemming van de rechthebbende heeft, moet de bewindvoerder de erfenis beneficiair aanvaarden.

Een kantonrechter gaat hier tegenin. De betreffende kantonrechter vindt dat het beginsel van rechtszekerheid dient te prevaleren boven het proportionaliteitsbeginsel. Proportioneel houdt in dat de mate van inbreuk op het individueel belang in verhouding moet zijn met het beoogde doel van een maatregel. Inbreuk mag nooit groter te zijn dan noodzakelijk is voor het beoogde doel.

De kantonrechter vindt dat met de uitspraak van het Hof de weg vrij is voor bewindvoerders om de belangen van de rechthebbende te negeren en ‘stil te zitten’ na het openvallen van een nalatenschap. In die periode van stil zitten worden belangen van de begunstigde niet beschermd. Bij beneficiaire aanvaarding en vereffening moeten zowel de belangen van erfgenamen als van schuldeisers een rol spelen. Het uitgangspunt is dat de nalatenschap namens de rechthebbende binnen drie maanden kan worden verworpen. Deze termijn is in het belang van de rechtszekerheid én dat van alle betrokkenen in een nalatenschap en is om die reden volgens de kantonrechter ook niet buitenproportioneel. De bewindvoerder is verantwoordelijk voor het binnen de wettelijke termijn actie te ondernemen die in het belang van de rechthebbende is. Daarmee is ook de rechtszekerheid bij de afwikkeling van de nalatenschap gediend.

Wilt u meer weten over het afwikkelen van een nalatenschap waarin onderbewindstelling van een erfgenaam aan de orde is? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Verantwoordingsplicht voor bestuurders en mogelijk bestuursverbod in aantocht
17-04-2023

Liquidatie – ontbinding – van een vennootschap, stichting of vereniging waarin geen baten en schulden meer zijn, kan op een vrij eenvoudige manier worden gerealiseerd via een zogenaamde turboliquidatie. Er is dan geen vereffening nodig. Als er dan toch nog schuldeisers blijken te zijn, vissen die achter het net. De Tweede Kamer wil daar iets tegen doen door het vergroten van de transparantie en de rechtsbescherming van schuldeisers te verbeteren. Daarmee kan misbruik effectiever worden tegengegaan.

Financiële verantwoording

Het wetsvoorstel bevat een verplichting voor het bestuur om een aantal stukken openbaar te maken door deze te deponeren bij de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven. Veelal is dat het handelsregister. De deponering betreft stukken waarin het bestuur financiële verantwoording aflegt.

Na deponering moet het bestuur de schuldeisers hiervan in kennis stellen. Die kunnen dan de financiële gegevens van de ontbonden rechtspersoon nog raadplegen. Als daarvoor redenen zijn, kunnen zij via een machtiging van de kantonrechter inzage krijgen in de administratie.

Bestuursverbod

Als er nog schulden in de te liquideren rechtspersoon aanwezig zijn, kunnen – als het wetsvoorstel wordt aangenomen– bestuurders een bestuursverbod opgelegd krijgen door de rechter. Gronden daarvoor zijn het niet voldoen aan de deponeringsverplichting, het doelbewust benadelen van schuldeisers, het bij herhaling betrokken zijn geweest bij ontbindingen zonder baten maar wel met schulden, of bij een persoonlijk verwijtbaar faillissement.

Wilt u meer weten over turboliquidaties? Bel ons voor het maken van een afspraak

Vorderingen soms opeisbaar als langstlevende inteert op nalatenschap
17-04-2023

Samenwonen en erven vergt nauwkeurige vastlegging van wensen in testament. Samenwonende partners benoemen elkaar vaak tot enig erfgenaam en legateren hun nalatenschap aan hun kinderen in de vorm van niet-opeisbare vorderingen. Opeisbaarheid wordt dan in veel gevallen geregeld voor onder meer situaties waarin de inkomsten van de begunstigde partner niet meer toereikend zijn voor de kosten van zijn of haar levensonderhoud en deze zou moeten interen op de nalatenschap. Een ontsnappingsclausule daarbij is dat de partner opeisbaarheid van de legaten kan voorkomen door het stellen van zekerheid.

Als het stellen van zekerhe4id – bijvoorbeeld via een hypotheek – niet mogelijk is, komt de opeisbaarheid wel heel dichtbij. Dat bleek onlangs in een rechtszaak waarbij de partner tijdelijk geen inkomen genoot en voor de kosten van levensonderhoud geld uit de nalatenschap nodig had. De overleden partner had beoogd dat de langstlevende partner zou kunnen leven van de opbrengst van de nalatenschap, niet van de nalatenschap zelf.

Als een hypotheek geen uitkomst biedt, zou mogelijk een levensverzekering ten gunste van de kinderen aan de orde kunnen komen. Echter, een levensverzekering biedt onvoldoende zekerheid. Er is immers geen sprake van een gelijkwaardig onderpand en bovendien is het welsagen daarvan afhankelijk van het premie-betaalgedrag van de partner. Dat betekent dat de legaten opeisbaar zijn geworden.

Wilt u meer weten over de opeisbaarheidsgronden van legaten en hoe u die naar uw wensen kunt vastleggen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bank betaalt voor nieuwe hypotheekakte bij wijziging erfpacht
11-04-2023

Als een erfpachter overstapt van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht, mag de bank hem om een nieuwe hypotheekakte vragen. De kosten voor het opstellen van deze nieuwe akte komen echter voor rekening van de bank. Dat blijkt opnieuw uit een uitspraak van klachteninstituut Kifid, ditmaal in hoger beroep.

De uitspraak van de Commissie van Beroep van Kifid is bindend, en volgt op een uitspraak van de Geschillencommissie van het klachteninstituut die in maart vorig jaar vergelijkbaar oordeelde.

Miniem risico voor de bank

In deze zaak maakte een huiseigenaar gebruik van de mogelijkheid van de gemeente Amsterdam om over te stappen van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht. Volgens de bank bracht dit het risico met zich mee dat het bestaande hypotheekrecht van de bank niet mede het gewijzigde recht van erfpacht omvat. Kifid oordeelt echter dat de overstap naar eeuwigdurende erfpacht niet zo wezenlijk is dat er een nieuw recht van erfpacht is ontstaan.

De wijziging van het recht van erfpacht brengt voor de bank dan ook een miniem risico met zich mee dat haar hypotheekrecht in gevaar komt. Dit maakt het opstellen van een nieuwe hypotheekakte niet noodzakelijk, stelt de Commissie van Beroep. Als de bank toch een nieuwe hypotheekakte van de erfpachter verlangt, dan moet zij hier zelf de kosten voor betalen.

Soortgelijke klachten

Kifid heeft nog een aantal soortgelijke klachten in behandeling over de kosten voor een hypotheekakte bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht. Het klachteninstituut zal die in lijn met deze nieuwe uitspraak beoordelen.

(Bron KNB)

Erfgenamen van slapende tegoeden gezocht
11-04-2023

Er zijn in Nederland nog tal van inactieve bankrekeningen, waarvan de erfgenamen nog gevonden moeten worden. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft nu het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ingeschakeld, die op zoek moet gaan naar erfgenamen van deze slapende tegoeden. Het RVB heeft de taak om erfgenamen van onbeheerde nalatenschappen (erfenissen waar niemand zich om bekommert) te zoeken.

Vaak lukt het om die erfgenamen op te sporen. Als er niemand kan worden gevonden, vervalt de erfenis aan de staat. Wordt er dan binnen twintig jaar toch nog een erfgenaam gevonden, dan krijgt deze alsnog de opbrengst met aftrek van de gemaakte kosten. Het RVB gaat nu zoeken naar erfgenamen van rekeninghouders die minder dan twintig jaar geleden zijn overleden en naar erfgenamen van rekeninghouders die vermoedelijk overleden zijn omdat de geboortedatum 115 jaar geleden is.

Er wordt alleen gezocht naar erfgenamen van slapende tegoeden van meer dan € 8.000. Daarmee kan het RBV kostendekkend werken. Inschakeling van het RVB heeft als voordeel dat ook wordt gekeken naar rekeningen bij andere banken, niet uitgekeerde polissen en onroerend goed.

Het RVB gaat ook zoeken op basis van slapende tegoeden van rekeninghouders die 115 jaar of ouder zouden zijn, maar waarvan de rekeninghouder al meer dan twintig jaar geleden is overleden.

Als er geen erfgenamen gevonden worden, wordt de rechtbank gevraagd een vereffenaar te benoemen. Die treedt dan in plaats van alle erfgenamen en wikkelt de nalatenschap af. Het geld uit die nalatenschappen blijven ook 20 jaar in de consignatiekas beschikbaar voor eventuele erfgenamen.

Einde jubelton, familiehypotheek biedt uitkomst
27-03-2023

Het einde van de jubelton – de mogelijkheid van ouders om kinderen een fors bedrag belastingvrij te schenken – betekent niet dat ouders geen mogelijkheid meer hebben om kinderen financieel te ondersteunen bij het kopen of verbouwen van een huis. De familiehypotheek is een prima vervangende mogelijkheid.

Een familiehypotheek is een lening bij familie, al dan niet aanvullend op de hypothecaire lening bij een bank. Ouders ontvangen rente over het verstrekte bedrag. De lening moet worden vastgelegd in een overeenkomst, waarin ook wordt geregeld hoe de aflossingstermijnen en het rentepercentage er uit zien. De rente is aftrekbaar, deze moet wel gelijk zijn aan de dan geldende gemiddelde rente op hypothecaire leningen bij banken. U kunt een hogere of lagere rente afspreken, waarmee u echter de kans loopt dat de fiscus geen hypotheekrenteaftrek accepteert. U hebt dan geen belastingvoordeel. Het is zaak om te voldoen aan de eisen aan rentes die in aanmerking komen voor de renteaftrek. Wij kunnen u daarbij helpen.

Schenken

Ouders hoeven geen belasting te betalen over de ontvangen rente. Bovendien mogen ouders het bedrag dat een kind jaarlijks aan rente en aflossing betaalt, ook schenken. Het maximaal belastingvrije schenkingsbedrag aan kinderen is op jaarbasis € 6.035.

Het is wel raadzaam om een goede afweging te maken als u een familiehypotheek overweegt. Leent u op deze manier bijvoorbeeld een deel van uw oudedagvoorziening uit? Kan uw kind de rente- en aflossingsverplichting aan? Of heeft een dergelijke lening gevolgen voor de mogelijkheid om bij de bank ook een hypotheek te nemen, aangezien de lening bij ouders meetelt in de schuld van het kind en beoordeelt de bank dan het inkomen niet toereikend voor financiering?

De familiehypotheek biedt uitkomst, maar de haken en ogen zijn niet te onderschatten. Heeft u vragen over de mogelijkheden van een familiehypotheek? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Volmachtverlening in levenstestament niet altijd houdbaar
27-03-2023

Wie een levenstestament opstelt, benoemt daarin een of meerdere kinderen of andere personen tot gevolmachtigde in het geval hij of zij niet meer wilsbekwaam is. De gevolmachtigde mag dan allerlei besluiten nemen, voor zover die in het levenstestament zijn vastgelegd. Soms blijkt echter dat een dergelijke benoeming door de rechter niet gevolgd wordt.

Zo was de situatie in een zaak waarin een bejaarde moeder die bij een notaris in een levenstestament heeft vastgelegd dat haar zoon en diens echtgenote gevolmachtigde zijn in de situatie dat zij zelf geen beslissingen meer kan nemen. Gelijktijdig met het levenstestament verkocht de vrouw haar huis aan haar zoon en zijn echtgenote voor een bedrag dat minder was dan de WOZ-waarde van het huis. De leveringsakte werd twee maande later gepasseerd.

Echter, in die hele periode dat de diverse akten werden opgesteld, was bij de moeder al de diagnose Alzheimer gesteld. De zoon en diens echtgenote waren daarvan op de hoogte, de andere kinderen niet.

Na de levering heeft de rechter op verzoek van de andere kinderen een professionele bewindvoerder en mentor over het vermogen van de moeder ingesteld. De bewindvoerder heeft vervolgens de zoon en diens echtgenote voor de rechter gedaagd om de koopovereenkomst te vernietigen vanwege misbruik van omstandigheden. De zoon en diens echtgenote eisen bij de rechter dat zij op basis van het levenstestament tot bewindvoerder/mentor worden benoemd.

Uitgangspunt bij benoeming van een bewindvoerder en mentor is dat de voorkeur wordt gevolgd van degene die het levenstestament heeft laten opmaken. Vanwege de diagnose Alzheimer kon de rechter niet worden overtuigd van de bekwaamheid van de moeder om de gevolgen van de door haar ondertekende volmacht voldoende te overzien. De zoon en zijn echtgenote hebben willens en wetens en zonder de andere kinderen te informeren, de woning van moeder gekocht. De rechter zag daarin tegenstrijdige belangen, reden om de zoon en diens echtgenote niet tot bewindvoerder te benomen. Het belang van de moeder is juist in deze situatie gebaat bij benoeming van een onafhankelijke bewindvoerder en mentor.

Wilt u meer weten over het opmaken van een levenstestament en het voorkomen van misbruik daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.

BV oprichten uitkomst voor veel ondernemers
12-07-2021

Eenmanszaken worden steeds vaker omgezet in een besloten vennootschap (BV). Dat blijkt de laatste maanden telkens opnieuw uit gegevens van de Kamer van Koophandel. De coronacrisis is daar mede debet aan. Die levert voor veel ondernemers de nodige onzekerheid op. Met een BV willen ondernemers hun privévermogen veilig stellen.

In de rechtsvorm eenmanszaak is de ondernemer hoofdelijk aansprakelijk met zijn of haar vermogen. Dat kan worden voorkomen in een BV. Er zijn echter meer aandachtspunten bij het oprichten van een BV, zoals het storten van een startkapitaal. Dat mag elk gewenst bedrag zijn, maar niet nul. Daarnaast moet de ondernemer een deugdelijke administratie voeren en jaarlijks de jaarrekening deponeren bij de Kamer van Koophandel.

Oprichting

Een BV kan alleen bij de notaris worden opgericht. Wij stellen de oprichtingsakte op, waarin ook de statuten worden opgenomen. Daarin staan de regels en bepalingen van het bedrijf opgenomen, zoals bedrijfsnaam, vestigingsplaats, doel, regels over aandelen, besluitvorming en ontbinding.

Zijn wij daarmee gestart kunt u namens de BV in oprichting al rechtshandelingen verrichten, die u na het ondertekenen van de oprichtingsakte moet bekrachtigen. Zolang de bekrachtiging nog niet is gebeurd blijft u hoofdelijk aansprakelijk voor de gepleegde rechtshandelingen.

Maatschappelijke BV niet opnemen in afzonderlijke BVm-wet
24-05-2021

(Bron KNB) De Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht (GCV) staat achter de keuze van het kabinet om geen nieuwe rechtsvorm in het leven te roepen voor de maatschappelijke bv (BVm). De commissie is niet voor het opnemen van de regeling van de BVm in een afzonderlijke 'BVm-wet'. Verwerking van de regeling als een aparte afdeling van Boek 2 BW ligt meer voor de hand.

Dit schrijft de GCV in haar advies over de aanzet voor een wettelijke regeling voor de bv met een maatschappelijk doel. Doel van de regeling is erkenning en betere herkenning van maatschappelijke ondernemingen. Een BVm is volgens het voorstel een bv die beschikt over bepaalde kenmerken die met de BVm-wet worden gewaarborgd

Overheidsinterventie

De aanzet laat volgens de commissie niet direct de meerwaarde van een nieuwe wettelijke regeling zien. Herkenning en erkenning van maatschappelijk ondernemerschap zijn volgens de GCV geldige overwegingen. Maar zij hoeven nog geen overheidsinterventie door middel van wetgeving te legitimeren als daarvoor bruikbare alternatieven voorhanden zijn, zoals de Code Sociale Ondernemingen. De commissie merkt op dat een nauwkeurige en operationele omschrijving van de maatschappelijke onderneming of maatschappelijk ondernemerschap ontbreekt. Verder vraagt de GCV zich af of de 'm-status' alleen toegankelijk moet zijn voor de bv. De commissie wijst op de belangrijke maatschappelijke economische rol die ook de stichting en de coöperatie (kunnen) vervullen.

Nieuwe relatie na einde samenleven vereist zorgvuldige regeling
13-03-2017
Hoe belangrijk het is om bij echtscheiding in het echtscheidingsconvenant goede en vooral duidelijke afspraken te maken, tonen twee recente uitspraken van de rechter aan. Telkens weer blijken ex-partners later de afspraken verschillend uit te leggen. Of het nu gaat om verandering van omstandigheden bij een van beiden, dan wel om het al dan niet samenwonen met een nieuwe partner.

In de eerste zaak, die diende voor het Hof Den Haag, gaat het erom of de omstandigheden van de alimentatie betalende man zijn gewijzigd op de manier zoals in het convenant omschreven. Daarin hebben man en vrouw afgesproken dat bij wijziging van omstandigheden bij een van beiden de alimentatie in onderin overleg zal worden herzien. Samenleving met een nieuwe partner door de man werd van die afspraak uitgesloten. Hertrouwen door de man zou daarmee geen invloed hebben op de alimentatie.

Dat wordt anders als in de nieuwe situatie op enig moment zijn inkomen drastisch daalt. De rechter betrekt dan het principe van redelijkheid en billijkheid in zijn beoordeling. In dit geval kwam de rechter tot het oordeel dat de alimentatie naar beneden bijgesteld moet worden.

De tweede zaak diende voor het Hof Den Bosch en betreft een situatie waarin de vrouw weliswaar niet is ingetrokken in het huis van haar nieuwe partner, maar wel in een pand op diens erf verblijft. Haar ex-man wil om die reden van de te betalen alimentatie af. De vraag is of er in deze nieuwe situatie wel sprake is van samenwoning. Daarvoor is het nodig dat er sprake is van een duurzame affectieve relatie, wederzijdse verzorging, samenwoning en onderlinge verzorging.

In dit geval is er sprake van een bijzondere woonconstructie. De vrouw woont in een garage op het erf waar ook de man woont. De man woont in bij zijn zoon. Man en vrouw gebruiken hetzelfde huisnummer, dezelfde brievenbus en toegangspoort. De vrouw maakt gebruik van gas, licht en water van het huis, zonder daar een vergoeding voor te betalen.

Voor het Hof is het dan duidelijk, er is sprake van samenwoning. Dat geldt in dit geval ook voor het voeren van een gemeenschappelijke huishouding en voor wederzijdse verzorging (eten, koken, verzorging huisdieren, hulp bij ziekte enzovoort). Bovendien zijn echtgenoten en samenwoners tegenwoordig niet meer verplicht tot samenwoning. Het is heel goed mogelijk dat mensen met een duurzame, affectieve relatie samenleven “als waren zij gehuwd” en niet dag en nacht samen zijn en niet alle financiële middelen met elkaar delen.

Al met al wordt in deze situatie de te betalen alimentatie op nihil bepaald.

Wilt u meer weten over het vastleggen van afspraken in een samenlevingscontract of in huwelijkse voorwaarden (vooraf) of in een echtscheidingsconvenant? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bij koop appartement nu ook minimale afstorting in onderhoudsfonds van belang
13-03-2017
Er komt een wettelijke minimumnorm voor het afstorten van reserves in het onderhoudsfonds van verenigingen van eigenaren. Daarmee is het des te meer van belang geworden om alle haken en ogen bij aankoop van een appartement vooraf goed te onderkennen en onderzoek te doen naar mogelijke hindernissen.

Wie een appartement koopt, wordt automatisch lid van de vereniging van Vereniging van Eigenaren (VvE) van het betreffende complex. U wordt daarmee medeverantwoordelijk voor de gezamenlijke ruimtes in het gebouw. De VvE houdt zich bezig met onderhoud, beheer en gezamenlijke geldzaken. Elk lid heeft een stem in de vergadering en is zijn of haar deel in de gezamenlijke kosten verschuldigd.

In een vergadering stemmen de leden over deze besluiten. En elk lid draagt bij aan gezamenlijke kosten, zoals die voor onderhoud, energie en verzekeringen. Het kan ook zijn dat u een appartement koopt en een woningcorporatie een aandeel in de VvE heeft. Let dan op of de corporatie een meerderheid van stemmen heeft, u kunt dan alseigenaren eigenlijk geen vuist maken.

Er zijn enkele belangrijke aandachtspunten voordat u een appartement koopt. Een van de belangrijkste daarvan is het controleren van de staat van onderhoud. Als koper heeft u een onderzoeksplicht wat betreft de gebreken die u zou moeten kunnen zien. De verkoper heeft mededelingsplicht. Als u vragen heeft over zaken die u zelf niet kunt zien, moet hij of zij daar antwoord op geven.

Controleer ook hoeveel geld er in het onderhoudsfonds of reservefonds zit en of het aandeel van de verkoper van het appartement is volgestort. Als het goed is heeft de VvE een meerjaren onderhoudsplan, als het complex na 2005 is gebouwd is dat zelfs verplicht. Houdt de VvE zich niet actief bezig met onderhoud, dan heeft de gemeente de mogelijkheid om in te grijpen. Die heeft de bevoegdheid om met een aanschrijving onderhoud te verplichten. De VvE die daar niets mee doet, riskeert dat de gemeente het laat uitvoeren en de rekening bij de VvE neerlegt.

Elke appartementseigenaar betaalt servicekosten aan de VvE. Als de verkoper zijn of haar verplichtingen op dit onderdeel niet is nagekomen, moet dit worden verrekend met de koopprijs.

Wilt u meer weten over de haken en ogen bij het kopen van een appartement? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onderhoudskosten gebruik huis overleden partner naar vermogen voor gebruiker
13-02-2017

In heel wat testamenten van weduwen en weduwnaars, die daarna samenwonen met een nieuwe partner, is opgenomen dat de partner na overlijden recht van gebruik en bewoning van het huis – eigendom van de weduwe of weduwnaar – krijgt. De gebruiker kan daarbij op basis van het testament worden verplicht om de gewone als de buitengewone lasten en herstellingen te laten uitvoeren en betalen. De vraag is of dit een onbegrensde verplichting is.

Deze clausule is gebaseerd op de wet. In een aantal gevallen wordt echter bovenop de verplichting om gewone herstellingen te doen uitvoeren, ook buitengewone herstellingen aan de verplichting toegevoegd. In de praktijk moet telkens opnieuw worden bezien wat onder gewone dan wel buitengewone lasten en herstellingen valt. In principe wordt aangesloten bij bepalingen daarover in het huurrecht. Als er ook sprake is van buitengewone herstellingen, dan is de verplichting ruimer dan die in het huurrecht.

Uiteindelijk gaat het om het onderscheid van herstellingen in termen van vernieuwing of verbetering, met uitzondering van kleinere aanpassingen die gekwalificeerd worden als normaal onderhoud. Van de gebruiker kan in elk geval niet worden verwacht dat deze de toestand van de woning verbetert tot boven het niveau bij het overlijden van zijn of haar partner. In die gevallen moeten de erfgenamen financieel bijspringen.
Wat mag dan redelijkerwijs van de gebruiker worden verwacht aan financiële inspanning op dit terrein? Het Hof Den Bosch heeft eind 2016 geoordeeld dat een financiële inspanning kan worden verlangd die in verhouding staat wat gebruikelijk is bij het inkomen dat de gebruiker geniet.

Wilt u meer weten over het regelen of uitvoeren van een clausule over woongenot in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Regels NV en BV ook voor verenigingen, stichting en coöperaties
09-01-2017

Het Wetsvoorstel Bestuur en Toezicht Rechtspersonen blijft de gemoederen bezig houden. Volgens de minister wordt het Nederlandse ondernemingsrecht merkbaar beter hanteerbaar en daarmee ook aantrekkelijker. De achterliggende gedachte is dat er meer eenheid zou moeten ontstaan bij de behandeling van verschillende rechtspersonen, de regels die nu al gelden voor naamloze en besloten vennootschappen gaan deels ook van toepassing worden verklaard op verenigingen, coöperaties en stichtingen.

De minister heeft wel toegezegd dat in geval van faillissement er wel verschil in behandeling zal zijn. De bestuurder van een kleine charitatieve instelling zal niet worden geconfronteerd met dezelfde regels als de regels die gelden bij het faillissement van een besloten vennootschap.

Er komt een wettelijke grondslag voor toezichthoudende organen voor alle rechtspersoenen. Nu al was het niet ongebruikelijk om toezichthoudende organen in de statuten van verenigingen en stichtingen op te nemen.

De tegenstrijdig belang regeling die al gold voor naamloze en besloten vennootschappen gaat gelden voor alle rechtspersonen. De bestuurder met een tegenstrijdig belang mag dan niet meer meebeslissen als er een tegenstrijdig belang is.

Wat aan de ene kant een voordeel lijkt kan aan de andere kant een nadeel blijken te zijn. Waar nu volgens de Raad van State een bonte verscheidenheid van al dan niet professioneel geleide organisaties bestaat, die allemaal binnen het huidige rechtstelsel functioneren, lijkt het er op dat die verenigingen, stichtingen en coöperaties te maken krijgen met aangescherpte eisen en regels, waar wellicht helemaal niet behoefte aan of noodzaak toe was.

Bent u bestuurder of betrokken bij een bestaand vereniging, stichting of coöperatie? Laat u dan terdege voorlichten over de gevolgen, die wellicht verstrekkender zijn dan op het eerste gezicht zou lijken.

Aansprakelijkheid bestuurder blijft actueel
12-12-2016

De wet werpt een blokkade op tegen bestuurders die hun aansprakelijkheid willen ontlopen door een andere rechtspersoon als bestuurder te benoemen. Die blokkade houdt in dat de aansprakelijkheid die op de bestuurder-rechtspersoon rust ook komt te rusten op de bestuurder van deze bestuurder-rechtspersoon.

Het Hof Den Haag heeft dit najaar geconstateerd dat de wet zelf geen bestuurdersaansprakelijkheid vestigt. De blokkade is pas aan de orde als is voldaan aan de voorwaarde dat de bestuurder van een rechtspersoon als bestuurder aansprakelijk is. Een bestuurder is in ieder geval aansprakelijk als de eerste bestuurder aansprakelijk is op grond van bijvoorbeeld taakvervulling als bestuurder of aansprakelijkheid in een faillissement. Er is nog discussie of een onrechtmatige daad ook kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.

Het Hof stelt nu dat ook een onrechtmatige daad kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid. In het betreffende geval bekeek het Hof vervolgens of er dan bestuurdersaansprakelijkheid is ontstaan op basis van de zogenaamde Beklamelmaatstaf. Die maatstaf houdt in dat als een bestuurder van een vennootschap tegenover een schuldeiser van die vennootschappen onrechtmatig handelt, hij daardoor tegenover hem persoonlijk aansprakelijk is.
Dat geldt bijvoorbeeld als hij namens de vennootschap verplichtingen is aangegaan terwijl hij wist of redelijkerwijze moest begrijpen dat de vennootschap niet, of niet binnen een redelijke termijn, aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Hij moet dan ook weten of redelijkerwijs kunnen begrijpen dat er geen verhaal geboden zou kunnen worden voor de schade die de wederpartij ten gevolge van die wanprestatie zou leiden. Uitzondering daarop is weer als de bestuurder omstandigheden zou kunnen aanvoeren op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem voor die benadeling persoonlijk geen voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Het stellen dat er sprake is van een verlieslatende onderneming of twijfels aan de continuïteit van een onderneming is daartoe volgens het Hof in de casus niet voldoende.


Opnieuw blijkt hoe weerbarstig een onderwerp als bestuurdersaansprakelijkheid is. Wilt u er meer over weten? Bel ons voor een afspraak.

Uitgesproken of geschreven wensen zetten wettelijk erfrecht niet opzij
12-12-2016

Als u geen testament heeft opgemaakt, zal bij overlijden het wettelijk erfrecht van toepassing zijn. Met een geldig codicil kunt u nog wel wat roerende goederen toewijzen aan nabestaanden, maar u zet er de wet niet mee opzij. Ook al doet u mondeling uitspraken over uw wensen, of zet u zelf wensen op papier, de wettelijke regeling is dan nog steeds van toepassing.

Dat bleek onlangs weer bij de rechtbank Amsterdam. Een kinderloze vrouw overlijdt zonder dat zij een testament heeft laten opmaken. Het wettelijk erfrecht is van toepassing. Dan komt er iemand – geen familie – op de proppen die stelt dat hij mede-erfgenaam is en daarom aanspraak maakt op een deel van het nagelaten vermogen.

De man verwijst naar een handgeschreven verklaring van de vrouw waarin staat dat zij haar kapitaal aan de man en diens echtgenote wil achterlaten. Hij heeft samen met zijn vrouw enkele decennia voor de kinderloze vrouw gezorgd. Toen zij nog leefde, heeft zij het echtpaar al haar hele inboedel geschonken.


De rechtbank heeft begrip voor de eis van de man. Gelet op de handgeschreven verklaring van de vrouw en haar uitspraken tegenover derden is daar ook alle reden toe. Echter, het komt niet in de plaats van een testament. De wet stelt dat een “uiterste wilsbeschikking” alleen bij “uiterste wil” (= testament) kan worden opgemaakt. Dat is gebonden aan vormvereisten. Zelfs maatstaven van redelijkheid en billijkheid doen daar niets aan af.

Wilt u meer weten over het nalaten van uw vermogen of een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Buiten statuten om handelen leidt tot aansprakelijkheid bestuurder
17-10-2016

Statuten zijn niet zomaar een stuk papier of een document op uw harde schijf. Het zijn de rechtsregels voor uw bedrijf, vereniging of stichting. Wie in strijd met de statuten handelt, kan te maken krijgen met bestuurdersaansprakelijkheid. Dat kan u privé veel geld kosten.

Het Hof Amsterdam behandelde vorig jaar een zaak waarin een bestuurder – tevens mede-aandeelhouder – van een BV 20% aandelenbelang verkocht aan een BV waarvan hij ook bestuurder en aandeelhouder was. Hij deed dat zonder toestemming van zijn medebestuurder/-aandeelhouder. Volgens de statuten had hij in dergelijke gevallen toestemming nodig van zijn mede-aandeelhouder.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van bestuurdersaansprakelijkheid, omdat het aandelenbelang tegen de nominale waarde was overgedragen. Het Hof dacht er anders over en zag een tegenstrijdig belang omdat de bestuurder zowel bestuurder van verkoper als koper was. Hij had op grond van de statuten goedkeuring moeten vragen aan de andere aandeelhouder.. Om de aansprakelijkheid te kunnen vaststellen, was het nodig te kijken of er een verband bestond tussen het nalatigheid van de verkopende bestuurder (niet volgens de statuten handelen) en het verlies van de mogelijkheid voor de andere aandeelhouder om de aandelenoverdracht te voorkomen of een hogere prijs uit te onderhandelen. Het Hof vond dat een dergelijk verband aanwezig was. De bestuurder werd aansprakelijk gesteld tegenover de andere aandeelhouder.

Conclusie: handelen in strijd met de statuten brengt grote risico's op bestuurdersaansprakelijkheid mee. Wilt u dat voorkomen, bel ons dan voor advies.

Schenking aan partner vrij van schenkbelasting
17-10-2016

Normaal gesproken wordt de verzorging van de langstlevende partner in een testament vastgelegd. Soms zijn er echter redenen om dat niet te doen, en in plaats daarvan die – moreel gevoelde – verzorgingsplicht al eerder tot uitdrukking te brengen met een of meer schenkingen aan de partner. De vraag is of er dan wel of geen schenkbelasting moet worden betaald.

Een omstandigheid die tot dergelijk handelen kan leiden kwam aan de orde in een zaak die diende voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Een echtgenote met een herseninfarct, opgenomen in een verzorgingshuis, is niet meer in staat contact te hebben met haar echtgenoot. Na een tijdje gaatde man samenwonen met een nieuwe partner, die haar baan opzegt en de gemeenschappelijke huishouding bestiert. Het UWV beëindigt de uitkering van de partner, waarop de man haar tot twee maal toe een forse schenking doet. Hij voelt een morele verplichting om haar na zijn dood verzorgd achter te laten. Hij doet dat door middel van schenkingen omdat hij vreest dat het regelen van deze zaken in een testament veel problemen met zijn kinderen zal gaan opleveren.

De Belastingdienst kijkt er anders tegenaan. Die vindt dat een schenking tijdens leven niet kan worden aangemerkt als het voldoen aan een natuurlijke verbintenis. De inspecteur onderbouwt dat met de stelling dat een verplichting tot het verzorgd achterlaten alleen bestaat na het beëindigen van de relatie of na het overlijden. De Rechtbank ziet dat anders. Het moment van het verrichten van de prestatie is bepalend, het is niet van belang hoe de partner er later financieel zal voorstaan. De wet mag niet zo worden uitgelegd dat een natuurlijke verbintenis tot voorziening in het levensonderhoud beperkt is tot die gevallen waarbij de relatie is beëindigd.

Wilt u meer weten over het doen van een schenking aan uw partner? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Taalkundige uitleg huurovereenkomst is leidend
10-10-2016

Soms bevatten huurovereenkomsten opties tot koop van de woning door de huurder. Uiteindelijk kunnen de voorwaarden waaronder de optie benut kan worden, mee- of tegenvallen, zowel voor de huurder als voor de verhuurder. Wat te denken van de optie om over vijf jaar na aangaan van het contract de huurwoning te kopen tegen een waarde van tien keer de dan geldende huurwaarde op jaarbasis, en als de verhuurder in die periode de woning wil verkopen, hij die eerst aan de huurder moet aanbieden voor een prijs van eveneens tien keer de dan geldende huurwaarde op jaarbasis.

U raadt het al, de bron voor een geschil is geboren voor situaties waarin de ene partij een groter voordeel kan halen dan de ander heeft voorzien, dan wel een groter nadeel ondervindt dan voorzien bij het aangaan van de overeenkomst. Dan gaan de letters van de overeenkomst ontleed worden. Zo ook in hiervoor vermelde situatie.

De huurder vindt dat uit de tekst moet worden afgeleid dat er na vijf jaar een koopoptie voor hem ontstaat. De verhuurder vindt dat de huurder alleen maar een voorkeursrecht heeft als de verhuurder de woning wil verkopen. Het Hof en de rechtbank vinden dat de tekst een onvoorwaardelijke koopoptie na vijf jaar inhoudt. Dat wordt nog eens ondersteund omdat het om twee alinea's gaat. De eerste gaat over de optie voor de huurder om de woning na vijf jaar te kopen, de tweede over de omstandigheid dat de verhuurder de woning wil verkopen.

Als het standpunt van de verhuurder gevolgd zou worden, zou de eerste alinea overbodig zijn. Vandaar de taalkundige uitleg door het Hof en de rechtbank, met als conclusie dat aan de huurder een onvoorwaardelijke koopoptie is verleend om de woning na vijf jaar te mogen kopen.

Wilt u meer weten over het kopen van een huurwoning? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Airbnb-toeristen moeilijk onder te brengen in woonappartementen
03-10-2016

Met alle media aandacht voor de voor- en nadelen van Airbnb rijst ook de vraag wat u als appartementseigenaar binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE) wel en niet mag met kortstondige verhuur van uw woning. Of u dit wel of niet mag doen, hangt af van de redactie van de splitsingsakte en het splitsingsregelement.

De rechtbank Rotterdam mocht zich hierover afgelopen zomer buigen. In die zaak stond in de splitsingsakte dat het betreffende appartement als woning is bestemd. Bij de uitleg daarvan spelen termen als partijbedoeling, redelijkheid en billijkheid en objectieve maatstaven een rol. Ook moet de samenhang met splitsingsreglement hierin worden betrokken. In dit geval bleek dat de eigenaar/gebruiker verplicht was om het privégedeelte te gebruiken zoals dat in de akte en het reglement was omschreven. Afwijking van de verplichting tot zelfbewoning zou alleen mogelijk zijn met toestemming van de VvE.

Wel zou de eigenaar zijn appartement aan een derde in gebruik mogen geven als die derde een verklaring aan de VvE zou geven dat hij het reglement zou naleven. Die voorwaarde is praktisch onuitvoerbaar bij verhuur voor korte periodes aan toeristen. Voor de rechter is dit aanleiding voor de conclusie dat een dergelijke verklaring alleen betrekking heeft op langduriger verhuur.

Bovendien, zo stelt de rechter, als een woning voor steeds korte periodes wordt verhuurd aan derden, is dat bedrijfsmatige exploitatie en niet gebruik als woning. Dat is in strijd met menig splitsingsakte en bijbehorend reglement.

Wilt u weten welke mogelijkheden u als appartementseigenaar hebt om uw woning voor korte of langere periodes te verhuren? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Privé schulden door BV laten betalen kan tot problemen leiden
03-10-2016

Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Rechtbanken moeten zich met enige regelmaat buigen over geschillen waarbij een bestuurder een privé schuld door zijn BV heeft laten betalen, voorafgaand aan het faillissement van de BV. In de ogen van een curator staat een dergelijke handeling gelijk aan onrechtvaardige verrijking. De bestuurder in kwestie denkt daar meestal wel anders over.

Deze zomer speelde een zaak met deze kenmerken voor de rechtbank Zeeland–West-Brabant. De jaarstukken van de BV bevatten een vordering van de curator op de BV. De curator was namelijk ook in een faillissement van een vroegere BV van de betreffende bestuurder betrokken. In die zaak had hij een vordering tegen de bestuurder in privé ingesteld. Die vordering leidde tot een vaststellingsovereenkomst waarin de bestuurder zich verplichtte tot betaling van die vordering.

Wat schetst de verbazing van de curator die uit de jaarstukken afleidde dat de nu gefailleerde BV het bedrag van die schuld aan de hem heeft betaald, onder vermelding van het zaaknummer van de procedure die eerder leidde tot de vaststellingsovereenkomst. Met andere woorden, de bestuurder liet het bedrag dat hij in privé aan de curator verschuldigd was, door de BV betalen. In de boekhouding had de bestuurder laten opnemen dat het een vordering van de curator op de BV betrof.

De bestuurder heeft zonder grondslag en ten koste van andere schuldeisers betaald. Hij heeft hiermee ook onrechtmatig tegenover de schuldeisers van de gefailleerde BV gehandeld. De bestuurder heeft zich hierdoor in privé verrijkt. Zijn privéschuld was daarmee immers voldaan. Echter, de BV is door die handeling verarmd. De bestuurder werd veroordeeld de vordering van de curator te betalen.

Wilt u meer weten over wat u als bestuurder van een BV wel en niet mag? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Fout in splitsingsaktes opgeheven door VVE-besluit
26-09-2016

Fouten zijn menselijk, ook bij het maken van splitsingsakten en splitsingstekeningen van gebouwen. Soms heeft dat nauwelijks negatieve gevolgen, maar het kan ook heel vervelend uitpakken. Dat overkwam eigenaren van drie gebouwen die vanuit een hoofsplitsing tot stand waren gekomen.

Na de hoofdsplitsing was er voor elk van de gebouwen een akte van ondersplitsing gemaakt en getekend. In de splitsingstekeningen en in de akte van hoofdsplitsing was vastgelegd dat de buitengevels behoren tot de gemeenschappelijke delen van de verschillende ondersplitsingen. In de aktes van ondersplitsing stond echter onbedoeld dat de kosten voor rekening komen van de hoofdsplitsing.

De verenigingen van eigenaren (VvE) van de hoofdsplitsing en de ondersplitsingen hebben – toen zij achter de fout kwamen – unaniem besloten dat de buitengevels tot de gemeenschappelijke gedeelten van de verschillende ondersplitsingen behoren en niet van de hoofdsplitsing. Als gevolg daarvan werd ook besloten dat de kosten voor rekening van de VvE's van de ondersplitsingen zouden zijn.

Eén van de partijen in de ondersplitsing kreeg jaren later echter spijt van dat besluit. Aanleiding was het besef dat de onderhoudskosten erg houden zouden worden. De betreffende VvE probeerde het eerdere besluit van de VvE's nietig te laten verklaren bij de rechter. Een argument daarvoor zou kunnen zijn, dat bij tegenstrijdigheid tussen splitsingstekeningen en splitsingsaktes de rechter moet bepalen of de splitsingstekeningen doorslaggevend moeten zijn of de splitsingsaktes.

Uit de uitspraak van de rechter blijkt dat deze uitgaat van het feit dat een hoofd- en ondersplitsing een veelgebruikte opzet is voor gebouwen met beperkte gemeenschappelijke voorzieningen. Er kunnen immers in de loop der jaren verschillen ontstaan in onderhoudskosten en inrichtingseisen. Daar hoeven de eigenaren van de andere gebouwen niet voor op te draaien, is de algemene opvatting. Dat geldt nog meer als het ene gebouw nieuwbouw is en het andere vernieuwbouw.

In dit geval constateerde de rechter ook een innerlijke tegenstrijdigheid tussen de splitsingsaktes en de splitsingstekeningen. Die fout en onduidelijkheid is met het eerste unanieme besluit van de VvE's over de buitengevels opgeheven. Er is daarom ook geen sprake van strijd met de statuten.. De rechtbank vond dan ook dat één van de partijen zich niet later eenzijdig aan dit besluit kan onttrekken. Er is daarom ook geen sprake van een nietig besluit.

Wilt u meer weten over de gevolgen van besluitvorming in VvE's of over splitsingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vordering op erfenis na 20 jaar verjaard
26-09-2016

In veel testamenten die voor 2003 zijn opgemaakt is de zogenaamde Ouderlijke Boedelverdeling (OBV) opgenomen, ook wel een langstlevende testament genoemd. Daarin worden alle goederen toebedeeld aan de langstlevende, onder de verplichting om de schulden te voldoen. De kinderen krijgen een vordering op de langstlevende echtgenoot ter grootte van hun erfdeel. Die vordering is pas opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende of in andere - in het testament opgenomen - gevallen. In het testament kan bijvoorbeeld als opeisingsgrond worden opgenomen het ongehuwd samenwonen van de langstlevende.

Onlangs was er een rechtszaak waarbij de langstlevende een jaar na het overlijden van zijn echtgenote ging samenwonen met zijn nieuwe partner. In het testament van zijn overleden echtgenote, was een dergelijke bepaling over samenwoning opgenomen. Zijn dochter, met wie hij nauwelijks contact had, was niet ingelicht over het samenwonen. Twintig jaar later overlijdt de langstlevende. Zijn dochter eist haar vordering op die zij bij het overlijden van haar moeder heeft verkregen.

De rechter oordeelde in dit geval dat de vordering opeisbaar werd op het moment dat de langstlevende ging samenwonen met zijn nieuwe partner. Nu de verjaringstermijn van twintig jaar is verstreken, is de vordering dus verjaard.

De rechter vond dat het niet-inlichten van de dochter over de samenwoning, wegens het slechte contact, niet was aan te merken als opzettelijke verzwijging en dat dus de verjaringstermijn niet was verlengd. Ook het feit dat de nieuwe partner van de langstlevende de vordering heeft erkend, betekent niet dat er daardoor een verbintenis ontstaat en de vordering alsnog door de nieuwe partner van de langstlevende uitgekeerd zou moeten worden.

Kortom: bij een langstlevende testament (met OBV) is het voor de kinderen die een vordering verkrijgen op de langstlevende van belang dat zij op de hoogte zijn van de gevallen waarin hun vordering opeisbaar is en dat zij zich van deze opeisbaarheid bewust blijven voordat het te laat is.

Sinds 2003 bestaat de OBV niet meer; de Wettelijke Verdeling is hiervoor in de plaats gekomen. Die zorgt ervoor dat de langstlevende de goederen automatisch – op grond van de wet - verkrijgt, zonder medewerking van de kinderen.

Heeft u vragen over uw testament? Bel ons voor een afspraak.

Nieuwe beherend vennoot CV ook aansprakelijk voor oude schuld
19-09-2016

Wie als beherend vennoot toetreedt tot een CV (commanditaire vennootschap), kan geconfronteerd worden met aansprakelijkheid en in het verlengde daarvan met forse financiële gevolgen. Uit een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam blijkt dat die gevolgen er zelfs kunnen zijn als u maar één dag als beherend vennoot optreedt.

Er was in deze zaak een constructie bedacht waarin een commanditaire vennoot voor één dag beherend vennoot werd van een CV die diezelfde dag werd ontbonden. Het vermogen van de CV ging over naar een BV die zich verplichtte om de schulden voor zijn rekening te nemen. Nadat de BV kort daarop failliet ging, werd de beherend vennoot in privé aansprakelijk gesteld voor de nog in de CV aangegane schuld.

Een beherend vennoot is op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die de CV aangaat, ook al is hij of zij maar beherend vennoot voor één dag. Het helpt de vennoot ook niet om een beroep te doen op een artikel waarin staat dat voor een vennoot die hoofdelijke aansprakelijkheid alleen geldt als de vennoot een verwijt kan worden gemaakt over zijn of haar handelingen. Die regel geldt alleen voor commanditaire vennoten en niet voor beherend vennoten. Wie beherend vennoot wordt, is direct geheel persoonlijk aansprakelijk, ook voor schulden die al voor de datum van toetreding bestonden.

Wilt u meer weten over de verschillen tussen beherend en commanditaire vennoot? Bel ons voor het maken van een afspraak.

De beste redenen om een testament op te stellen op een rijtje
19-09-2016

Ook al is het erfrecht in de wet goed geregeld, in de praktijk blijken maar weinig mensen de wettelijke regels voor 100% als uitgangspunt te nemen. Veel mensen hebben aanvullende of van de wet afwijkende wensen. Deze wensen kunnen zij in een testament laten vastleggen, zodat dat wat zij willen, uiteindelijk ook wordt uitgevoerd. Waarom zou u van de wet afwijken en een testament maken? Wij noemen enkele veelvoorkomende redenen:

Geen partner en/of kinderen

De meeste mensen hebben een partner en/of kinderen aan wie zij hun bezittingen nalaten. Voor mensen in een andere privésituatie is een testament een uitkomst. Zij kunnen dan zelf bepalen wat er met hun vermogen en hun spullen moet gebeuren na hun overlijden.

Bescherming vermogensdeel kinderen

In Nederland zijn verreweg de meeste mensen getrouwd in gemeenschap van goederen. In die gevallen zijn alle bezittingen gezamenlijk eigendom.. U kunt daar in een testament invloed op uitoefenen met een uitsluitingsclausule. Daarin kunt u bepalen dat wat van u is terechtkomt bij uw eigen kinderen en niet bij de zogenaamde 'koude kant'. Deze clausule is met name van belang ingeval van echtscheiding bij een van uw kinderen.

Een uitsluitingsclausule in een testament zorgt ervoor dat uw kinderen het verkregen kapitaal niet in de huwelijksgemeenschap zien verdwijnen. De erfgenaam krijgt als het ware een eigen vermogensdeel buiten de huwelijksgemeenschap om. Bij echtscheiding kunt u met deze clausule voorkomen dat de koude kant aanspraak maakt op dit vermogen.

Erfgenamen

In de wet is de vererving van uw nalatenschap geregeld. U kunt van die regels afwijken met een testament. U kunt de ene erfgenaam bijvoorbeeld meer nalaten dan de ander of u kunt juist een wettelijke erfgenaam onterven. Ook kunt u geld of iets anders toekennen aan bijvoorbeeld een niet-erfgenaam of een goed doel.

Voogdij voor minderjarige kinderen

Wat moet er met uw kinderen gebeuren als zij nog minderjarig zijn en beide ouders overlijden? In een testament kunt u verzorgers benoemen voor die situatie. Doet u dat niet, dan beslist de rechter wie de voogdij over uw kinderen krijgt.

Minder erfbelasting

Erfgenamen betalen erfbelasting over wat zijn uit de nalatenschap krijgen. Partners hebben altijd een grote vrijstelling, andere erfgenamen hebben een kleine vrijstelling. Wij kunnen u adviseren over de mogelijkheden waarbij u met bepalingen in uw testament zorgt voor een zo laag mogelijke erfbelasting.

Meer weten over de mogelijkheden van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Waardering eenmanszaak bij echtscheiding uitsluitend over goederen
12-09-2016

Wanneer bij een echtscheiding ook een eenmanszaak is betrokken, ligt onenigheid over de waarde daarvan op de loer. Voor de rechter wordt menig robbertje op dit punt uitgevochten. Als er sprake zou zijn van het buiten de boeken houden van een deel van de inkomsten, zijn ook de jaarcijfers niet betrouwbaar en zou de waarde van de onderneming niet (juist) kunnen worden vastgesteld. De rechter gaat uit van de feiten.

De ondernemende partner zal in dergelijke gevallen de saldi van zijn bankrekeningen en de jaarrekening van zijn onderneming aan de rechtbank moeten overleggen. Algemeen uitgangspunt is dat de goederen die per datum echtscheidingsverzoek tot de onderneming behoorden, aan de ondernemende partner worden toebedeeld. Die moet wel de waarde van die goederen per datum verdeling delen met zijn of haar partner.

Bij een eenmanszaak is geen ruimte voor waardering van de onderneming 'als geheel'. Een eenmanszaak is immers geen goed in de juridische zin van het woord. Aandelen in een BV zijn daarentegen wel in waarde te berekenen. Bij een eenmanszaak is het gebruikelijk voor de waardering van de aanwezige goederen en schulden aan te sluiten bij wat in de jaarrekening staat.

Wilt u meer weten over de gevolgen van een echtscheiding voor uw onderneming? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Leeg legaat, geen recht op vervangende waarde
12-09-2016

Testamenten bevatten nogal eens legaten aan een bepaald familielid, een goed doel of iets of iemand anders. Soms is dat een legaat in geld, maar het kan ook een legaat in natura zijn, bijvoorbeeld een antieke kast, een kunstwerk of een sieraad. Wat zijn uw rechten als die kast, dat kunstwerk of sieraad er niet meer is?

Het is erg jammer, maar een legaat dat er niet meer is, heeft geen enkele waarde meer. Degene die het testament heeft opgesteld, mag zolang hij of zij nog leeft zelf beslissen of het betreffende goed alvast aan een ander wordt gegeven of bijvoorbeeld wordt verkocht. Is er iets aan u gelegateerd in een testament, maar blijkt dat goed er niet meer te zijn, staat u met lege handen.

Het kan ook zo zijn dat het legaat er nog wel is, maar dat degene aan wie is gelegateerd niet meer in leven is. In dat geval maakt het legaat gewoon weer deel uit van de erfenis en wordt meegenomen in de verdeling onder erfgenamen. Uitzondering daarop is als het een legaat met plaatsvervulling is. In dat geval ontvangen de erfgenamen van degene die het legaat zou ontvangen het betreffende goed.

Wilt u meer weten over legaten in een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Landerijen in verpachte staat voor erfgenaam-pachter
05-09-2016

Wat gebeurt er met agrarische percelen, die bij leven door ouders aan een van meer kinderen zijn verpacht, na de door van beide ouders? Naar de erfgenamen, is de logische conclusie. De vraag is echter tegen welke waarde de percelen aan het betreffende kind kunnen worden geleverd.

De erfgenaam-pachter heeft er belang bij als die waardering in verpachte staat wordt gedaan, terwijl het in het financiële belang van de overige kinderen is om die waardering in vrij opleverbare staat uit te voeren.

De rechter heeft zich over deze vraag uitgesproken en oordeelt dat de percelen tegen de waarde in verpachte staat aan de erfgenaam-pachter moet worden toebedeeld. Ook in deze gevallen moet volgens de rechter rekening worden gehouden met bestaande pachtovereenkomsten. Alleen als de zich benadeeld voelde partij(en) feiten of omstandigheden aan de orde stellen die een afwijking van deze regel zouden kunnen rechtvaardigen, zal de rechter die in zijn afweging meenemen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan dat resulteren in afwijking van de regel.

Wilt u meer weten over pacht en erven? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Erfgenamen vanaf 1 september beschermd tegen schulden
29-08-2016

De Wet bescherming erfgenamen tegen schulden treedt op 1 september 2016 in werking. Erfgenamen die dan nog geen keuze hebben gemaakt of ze de erfenis zuiver zullen aanvaarden, doen dat in elk geval als zij handelingen verrichten waarmee eventuele schuldeisers worden benadeeld.

Erfgenamen die een erfenis al zuiver hebben aanvaard en dan een onvoorziene schuld aantreffen, kunnen zich beroepen op een nieuwe regel in de wet. Die regel houdt in dat wanneer zij binnen drie maanden na ontdekking van de schuld een verzoek indienen bij de kantonrechter, deze hen kan machtigen om de nalatenschap alsnog beneficiair te aanvaarden.
Zodra de erfenis is vereffend of verdeeld, kan de erfgenaam toch nog ontheffing krijgen om de onvoorziene schuld te betalen. Dat geldt uiteraard alleen als de schuld niet uit de erfenis zelf kan worden betaald.
Erfgenamen hebben wel een een onderzoeksplicht. De verwachting van de overheid is daarom dat er niet snel sprake zal zijn van een onverwachte schuld.

Wilt u meer weten over het afwikkelen van een erfenis in het algemeen of een erfenis met schulden in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Betere aanpak faillissementen mogelijk
22-08-2016

Nu voortaan een stille curator al in de aanloop naar een faillissement aan het werk kan, is de kans op doorstart van ondernemingen flink groter geworden. Dat heeft positieve gevolgen voor de schuldeisers, voor de onderneming en voor de medewerkers. Deze maatregel past in de voorziene modernisering van het faillissementsrecht en is slechts een van de vele maatregelen in dit plan.

Als een onderneming nu in financiële mogelijkheden verkeert, kan een stille curator al aan de slag om het faillissement en een eventuele doorstart voor te bereiden. De stille curator krijgt van de rechtbank twee weken de gelegenheid om te bekijken of een eventuele doorstart tot de mogelijkheden behoort. In deze periode krijgen ook werknemers een stem. De stille curator moet de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging bij zijn werk betrekken. Bij afwikkeling van het faillissement krijgen werknemers een zetel in de voorlopige commissie van schuldeisers. Op die manier worden de belangen van werknemers beter gewaardborgd, een faillissement heeft immers grote gevolgen voor werknemers.

Ook de aandeelhouders worden in deze onderzoeksperiode betrokken. Dat is vooral belangrijk als er sprake is van een moedermaatschappij die zich garant stelt voor de schulden van de dochter.

Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Niet tijdig aangepast testament heeft onbedoeld effect
15-08-2016

Bij veranderingen in de samenstelling van uw gezin is het verstandig uw testament eens onder de loep te nemen. Is de inhoud nog accuraat? Bereikt u nog steeds het doel dat u voor ogen heeft? Het kan voorkomen dat uw testament door een veranderende situatie zorgt voor een andere uitkomst dan u nu zou willen.

Zo was er een man die in zijn testament, zonder achterlating van afstammelingen, zijn vriendin als enige erfgename benoemde. Zij waren samenwoners met een samenlevingscontract, waarin was voorzien in een wederzijds nabestaandenpensioen en een verblijvingsbeding voor de woning. Een jaar na het opmaken van het testament werd een zoon geboren. Het testament werd niet aangepast en jaren later overleed de man. De zoon kreeg een aanslag erfbelasting opgelegd, waarvan de hoogte was gebaseerd op de verkrijging van de gehele nalatenschap, minus de vrijstelling voor kinderen. De zoon vond dat zijn vader niet de bedoeling had zijn moeder uit te sluiten als erfgename.

Zowel de Rechtbank Den Haag als het Hof Den Haag stelde voorop dat bij beantwoording van de vraag wie erfgenaam is, gekeken moet worden naar de bewoordingen van het testament. In dit testament was de vriendin van de erflater aangewezen als erfgename indien er geen afstammelingen waren. Nu in het testament niet was bepaald dat zijn vriendin ook voor een deel gerechtigd was als er wel afstammelingen zouden zijn, was slechts de zoon aan te merken als erfgenaam.

Wilt u weten of uw testament nog 'up-to-date' is? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Kleinkinderen profiteren van testament
08-08-2016

Heeft u geen testament en wilt toch dat uw kleinkinderen – als u er niet meer bent – een bedrag uit uw nalatenschap krijgen? De enige zekerheid dat uw wens zal worden uitgevoerd, heeft u met een testament. Volstaat u met een verklaring of een briefje in een la, dan doet u niet meer dan een beroep op uw kinderen om uw wens uit te voeren. Zij zijn daar niet aan gehouden, met alle fiscale gevolgen van dien.

Als uw kinderen, met een dergelijke verklaring, niet aan uw wens tegemoet willen komen, dan is er niets wat hen daarvan weerhoudt. Zij kunnen daarmee niet gedwongen worden om die uitkeringen toch te doen. Echter, er is nog een – net zo belangrijk – argument om niet te volstaan met een verklaring of briefje.

Zowel ouders als kleinkinderen hebben ieder een vrijstelling voor de erfbelasting van € 20.148. Met een testament waarin u een legaat voor ieder van uw kleinkinderen opneemt, levert dit per saldo een behoorlijke belastingbesparing op. Zo kan er in 2016 bij overlijden maximaal€ 20.148 belastingvrij naar elk kind en kleinkind overgeheveld worden, wat per kleinkind een belastingbesparing inhoudt van ten minste € 2.015.

Zonder testament zouden de schenkingen aan de kleinkinderen, ter uitvoering van uw wens, dubbel worden belast door de fiscus. Immers, eerst betalen uw kinderen over dit bedrag als verkrijging uit uw nalatenschap, en vervolgens zal er door de kleinkinderen schenkbelasting verschuldigd zijn. Bij meer kleinkinderen kan het totaalbedrag dat naar de fiscus gaat, behoorlijk oplopen. U kunt één en ander goed regelen met een testament. De kosten daarvan wegen niet op tegen het belastingvoordeel dat u bereikt.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden van een testament of het afwikkelen van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vanaf 1 september betere bescherming erfgenamen tegen schulden
18-07-2016

Wie na een overlijden handelingen verricht die verband houden met de afwikkeling van de erfenis, gedraagt zich als erfgenaam en heeft daarmee de erfenis zuiver aanvaard. Dat kan grote risico's met zich meebrengen. Als er meer schulden dan bezittingen zijn, moeten de erfgenamen in dat geval het tekort uit eigen zak betalen. Per 1 september gaat dat veranderen.

In de nieuwe wet wordt het aantal gedragingen / handelingen waaruit nu nog zuivere aanvaarding voortvloeit, beperkt. Vanaf 1 september wordt een zuivere aanvaarding alleen veroorzaakt door handelingen die een benadeling van schuldeisers tot gevolg hebben. Denk aan het verkopen van goederen uit de nalatenschap.

De nieuwe wet voorziet ook in een regeling voor erfgenamen die al zuiver hebben aanvaard, maar naderhand tot de ontdekking komen dat er een onverwacht grote schuld in de erfenis zit die niet daaruit kan worden betaald. De erfgenaam kan dan door de kantonrechter worden gemachtigd om de erfenis alsnog beneficiair te aanvaarden. Een verzoek hiertoe moet binnen drie maanden na ontdekking van de schuld worden gedaan. Het zal niet eenvoudig zijn om deze mogelijkheid met succes te benutten. Elke erfgenaam heeft namelijk een onderzoeksplicht, hetgeen betekent dat hij of zij al het mogelijke moet hebben gedaan om er tijdig achter te komen of er sprake is van niet verwachte schulden.

Wilt u meer weten over het aanvaarden van een erfenis, het afwikkelen van een nalatenschap of het opstellen van een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak

Vruchtgebruik langstlevende echtgenoot geeft alle stemrechten in BV
04-07-2016

Aandelen in erfenis kunnen soms tot ingewikkelde vragen en situaties leiden. Een voorbeeld daarvan zijn aandelen van de eerstoverleden ouder in een BV, die door de kinderen worden geërfd, maar waarvan het vruchtgebruik is gelegateerd aan de de nieuwe echtgenoot van de ouder. Wat zijn dan de rechten van de erfgenamen?

Deze vraag speelde nadat de nieuwe echtgenoot van de overleden aandeelhouder zonder overleg met de kinderen had besloten een deelneming van de BV te certificeren en een koopoptie op de certificaten te geven aan één van de erfgenamen, hun broer. De overige erfgenamen kwamen hier tegen in het geweer.

Zowel de ontbonden huwelijksgemeenschap, het testament als de afgifte van het legaat leiden tot de conclusie dat de nieuwe echtgenoot in de algemene vergadering van aandeelhouders alle stem- en winstrechten had. Dat werd gestaafd door de statuten van de BV.

Wel hebben de erfgenamen het recht om tijdens algemene vergaderingen het woord te voeren. Zij hebben ook een agenderingsrecht en recht op een afschrift van de jaarrekening. Tot slot hebben zij ook recht op informatie als waren zij volledig aandeelhouder. In deze zaak bleek dat de erfgenamen op de hoogte waren van het voornemen van de vruchtgebruiker om het bedrijf over te dragen aan hun broer. De vruchtgebruiker was ook bevoegd om dat te doen.

Voor de overige erfgenamen rest niet meer dan dat zij over dit besluit moeten worden geïnformeerd en dat zij hierover iets mogen zeggen in de algemene vergadering van aandeelhouders. Echter, duidelijk is in dit geval dat de vruchtgebruiker dergelijke besluiten kan nemen vanwege de door hem beoogde continuïteit van de onderneming.

Wilt u meer weten over het overdragen van ondernemingen in het algemeen, of waarvan de aandelen deel uitmaken van een erfenis in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Hoofdelijke aansprakelijkheid blijft ook bestaan na echtscheiding
30-05-2016

Schulden die uw ex-partner als ondernemer in een vennootschap onder firma (vof) heeft gemaakt, blijven u ook na een echtscheiding achtervolgen. De uitspraak van de rechter in een geschil tussen ex-echtgenoten, tevens ex-vennoten in een vennootschap vof, toont dat weer aan.

Niet ongebruikelijk is dat na een echtscheiding tussen partners – die tevens als vennoten samenwerken in een vof – een van beiden de onderneming voortzet. Dat gebeurt meestal in de vorm van een eenmanszaak. Wat nu als de onderneming na het uiteengaan van de vennoten nog een naheffingsaanslag van de fiscus ontvangt over een of meer jaren vóór de echtscheiding?

Het echtscheidingsconvenant kan mogelijk duidelijkheid verschaffen. In dit geval is bepaald dat de ondernemende ex-partner de schulden van de vof als eigen schulden zal betalen en dat fiscale claims tot een bepaalde datum voor elk van de partners voor de helft zullen worden betaald.

Geregeld en helder, zou je denken. Echter, het echtscheidingsconvenant bindt wel de ex-partners, maar niet een derde als bijvoorbeeld de Belastingdienst. Die stelde dan ook de niet-ondernemende ex-partner hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld. De schulden waren ontstaan in de periode dat beide ex-partners nog vennoot waren. Hij ontkwam dan ook niet aan het voldoen van de claim.

Wilt u meer weten over aansprakelijkheid voor een onderneming na echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Misbruik volmacht kan tot gevangenisstraf leiden
09-05-2016

U zult maar iemand zo vertrouwen dat u hem of haar volmacht geeft om – als u dat zelf bij leven niet meer kunt – uw belangen te behartigen. Met als resultaat dat die vertrouwde persoon uw vermogen mede voor zichzelf en zijn familie gebruikt. Dat lijkt niet in lijn met uw belangen.

De Rechtbank Noord-Nederland kreeg dit jaar een zaak op de rol waarin een gevolmachtigde gedurende meerdere jaren het volledige beheer over de financiën van de volmachtgever voerde. In die periode heeft de gevolmachtigde goed voor zichzelf en zijn familie gezorgd, althans met bedragen die hij van de bankrekeningen van de volmachtgever naar zijn eigen bankrekening overmaakte. Energie, onderhoud van de auto, vliegtickets en boodschappen werden met dat geld betaald. Giften aan de kinderen van de gevolmachtigde werden ook met geld van de volmachtgever gedaan.

Normaal gesproken is een dergelijke handelwijze strafbaar. Het zou alleen mogen als er sprake is van een in de volmacht omschreven recht om geld van de volmachtgever naar de eigen bankrekening over te maken. In dit geval mocht de gevolmachtigde wel beschikken over het vermogen van de volmachtgever, maar alleen als dat het belang van de volmachtgever dient. Bovendien was er in dit geval sprake van een opschortende voorwaarde. De gevolmachtigde mocht pas gebruik van de volmacht maken na een medische verklaring – door een arts – dat hij lichamelijk en/of geestelijk niet meer in staat zou zijn om de eigen rechten uit te oefenen en belangen te behartigen. De volmacht was daarmee beperkt tot gebruik om uitsluitend de belangen van de volmachtgever te behartigen.

Het doet niet ter zake of de gevolmachtigde de overboekingen beschouwt als tegenprestatie voor het verlenen van zorg aan de volmachtgever. Vooral niet omdat de wet verbiedt dat er naast een volmachtrelatie ook een andere relatie ontstaat, waarmee niet kan worden uitgesloten dat de belangen van beide partijen strijdig met elkaar kunnen zijn. Die strijdigheid was in deze zaak overduidelijk. Het levert de gevolmachtigde een gevangenisstraf op van 22 maanden!

Wil u meer weten over de strekking van volmachten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Benadeling door geplunderde spaarrekening vergoeden
02-05-2016

Het plunderen van een gezamenlijke spaarrekening kort voor of op de dag van het verbreken van een relatie roept op zijn minst vragen op. Iedereen weet wel dat zoiets niet hoort en eigenlijk ook dat het niet mag. Soms moet de rechter dat nog maar eens uitspreken omdat de ex-echtelieden er samen niet uitkomen.

Liefhebbers van een goed verhaal kunnen hun hart ophalen bij een onlangs gehouden zitting van de rechtbank Noord-Holland over een dergelijke zaak. Op de dag dat een vrouw de relatie met haar man verbreekt en intrekt bij haar nieuwe partner, haalt zij de gezamenlijke spaarrekening leeg. Drie manden later wordt het verzoekschrift tot echtscheiding ingediend en pas weer een jaar later is de echtscheiding uitgesproken.

De wettelijke regel is dat een partner die binnen zes maanden voor het starten van een echtscheidingsprocedure het (spaar)geld verspilt, de gemeenschap van goederen benadeeld. Vanuit dat oogpunt is het logisch dat de man de aangerichte schade vergoed wil hebben.

De vrouw vond in deze zaak dat zij tot de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding wel degelijk over het gezamenlijke vermogen mocht beschikken. Van verspilling was volgens haar ook geen sprake omdat zij met het opgenomen geld een gezamenlijke schuld aan haar moeder afbetaald, meubels heeft gekocht en tijdelijk in het levensonderhoud van haar en haar kind heeft voorzien.

De vraag is of de rechtbank met de verklaring van de vrouw een rechtsgrond kon vaststellen die de geldopname en de besteding daarvan zou kunnen rechtvaardigen. Nee dus. De vrouw kon het bestaan en de opeisbaarheid van de lening bij haar moeder niet aantonen. Dat kon zij evenmin met de betaling daarvan aan haar moeder. Ook het verhaal over inrichting en levensonderhoud kon zij niet aantonen.

De rechtbank overwoog daarnaast nog dat de vrouw partneralimentatie en een uitkering voor het betalen van haar levensonderhoud ontving. De vrouw moest de helft van het opgenomen bedrag aan de man vergoeden.

Wilt u meer weten over wanneer geld en bezittingen wel of niet in de gemeenschap van goederen vallen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Uitsluitingsclausule bij gift moet vooraf worden bedongen
25-04-2016

Bij echtscheidingen doet zich ook regelmatig de vraag voor van wie de tijdens het huwelijk ontvangen schenkingen zijn. Met andere woorden, zijn de van uw ouders ontvangen schenkingen ook voor de helft voor uw ex-echtgenoot. Naast het huwelijksregime (huwelijkse voorwaarden of gemeenschap van goederen) is ook van belang of er een uitsluitingsclausule (schoonzoon of –dochter krijgt dan niets) op de schenking rust.

Tot 1 januari 2003 moesten schenkingen en de eventueel bijbehorende uitsluitingsclausules in een notariële akte worden vastgelegd. Dat gold alleen niet voor contante schenkingen en – daaronder vallend – schenkingen via girale overboekingen.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden kreeg eerder dit jaar wel een heel curieus geval onder ogen. Een schenking uit 1995 was niet vastgelegd in een notariële akte – dus ook geen uitsluitingsclausule – maar in de daarop volgende aangifte schenkbelasting werd de schenking opgevoerd met als toevoeging dat die onder een uitsluitingsclausule was gedaan. De wet is er helder over, na het doen van een gift kan geen uitsluitingsclausule meer worden bedongen. Een bij de schenkingsaangifte opgestelde uitsluitingsclausule is daarom ongeldig. De schenking valt daarmee in de gemeenschap van goederen en gaat voor de helft naar de ex-echtgenoot.

Wilt u meer weten over de uitsluitingsclausule bij schenkingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Eerder beginnen om falende bedrijfsoverdracht te voorkomen
25-04-2016

In de eerste helft van april kwamen alarmerende berichten naar buiten over het falen van opvolging in familiebedrijven. Volgens een studie van BDO Accountants & Adviseurs, Rabobank en Erasmus Centre for Family Business gaat dat in zeven van de tien gevallen mis. Dat komt vooral omdat de overdragende generatie na overdracht vaak te veel invloed houdt op de gang van zaken. Ook de dividendwens van de familie werkt niet echt mee aan de slagingskans.

Bijna zeventig procent van alle Nederlandse ondernemingen is een familiebedrijf en is goed voor vrijwel de helft van de werkgelegenheid. Meer dan de helft van het zogenaamde bruto binnenlands product is afkomstig uit familiebedrijven. Het belang voor de economie is daarmee wel duidelijk. Hoe kunt u zich wapenen tegen mislukking?

Bedrijfsopvolging in familiebedrijven is niet alleen een zakelijke kwestie, ook emoties en familiebelangen spelen een belangrijke rol. Op tijd beginnen is het devies van de onderzoekers. Notarissen hameren daar al decennia lang op. Vijf tot tien jaar zijn er nodig als u een voor alle partijen soepele overgang wilt realiseren met voldoende kansen voor de opvolger om met het bedrijf verder te kunnen en te kunnen blijven bestaan. Die tijd is bijvoorbeeld alleen al nodig voor de fiscale aspecten. Door tijdig te beginnen kunt u die lasten uitsmeren en zelfs enigszins beperken.

De onderzoekers concluderen dat een groeiend bedrijf in de eerste generatie met zicht op bedrijfsopvolging noodzakelijke investeringen in bijvoorbeeld IT vaak achterwege laat. De opvolger wordt dan geconfronteerd met veel “achterstallig onderhoud”. Dat kan voorkomen worden met goede en tijdige samenwerking tussen de verschillende generaties, met inschakeling van de op onderdelen noodzakelijke deskundigheid.

Vroeg plannen maken, blijven investeren, fiscaal en juridisch voorsorteren. Wie dat nalaat, loopt het risico om in de groep van zeven (op de tien) falende bedrijfsoverdrachten terecht te komen. Wilt u dat voorkomen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Dga's ook geen werknemer na toetreding nieuwe aandeelhouder
18-04-2016

Directeur-grootaandeelhouders van een BV moeten alert zijn op de mogelijkheid dat zij als werknemers in hun eigen BV worden gezien en daarmee ook verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. De fiscus ligt op de loer. Die kijkt naar de onderlinge eigendomsverhoudingen van aandelen.

Het Hof in Den Bosch moest zich onlangs uitspreken over een dergelijke zaak. De aandelen in een BV werden gehouden door twee aandeelhouders. Op een gegeven moment treedt een derde aandeelhouder toe en verwerft 20% van de aandelen. Beide andere aandeelhouders houden elk 40%.

De fiscus concludeerde – na boekenonderzoek – dat beide 40%-aandeelhouders vanaf het moment van toetreding van de derde aandeelhouder werknemer van hun BV zijn geworden en legt een flinke naheffingsaanslag op.

De rechtbank ging niet met de fiscus mee. Volgens de rechtbank – die zich baseerde op de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder en op jurisprudentie van de Hoge Raad – worden bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap een gelijk of vrijwel gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen, aangemerkt als directeur-grootaandeelhouders.

Ook bij het Hof ving de fiscus bot. De fiscus slaagde er in dit geval niet in om te bewijzen dat er sprake zou zijn van een dienstbetrekking van beide groot-aandeelhouders.

Wilt u weten wat uw positie is in dergelijke situaties of regelen dat u niet in een dergelijke situatie verzeild raakt? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Vervaltermijn in testament soms slechts aansporingstermijn
18-04-2016

Veel testamenten bevatten een wettelijke verdeling van de nalatenschap. Dat betekent dat de regels hierover in de wet worden gevolgd. Echter, ook worden vaak aanvullingen hierop in het testament opgenomen. Een voorbeeld daarvan is dat wordt bepaald dat de vorderingen van de kinderen voor de helft opeisbaar zijn binnen zes maanden na overlijden. Wat gebeurt er dan als dat niet binnen zes maanden gebeurt. Het Hof Den Haag heeft daarin duidelijkheid gecreëerd.

Het Hof boog zich over een zaak waarin het betreffende deel twee weken na het verstrijken van de zes maanden werd opgeëist. De achtergebleven echtgenote vond dat zij daarom ook niet tot uitkering hoefde over te gaan. Het Hof boog zich over de vraag of hier sprake is van een vervaltermijn of van een aansporingstermijn.

Bij de uitleg van een testament is niet alleen de grammaticale uitleg doorslaggevend. Ook de verhoudingen die iemand blijkbaar wilde regelen, wegen mee. Datzelfde geldt voor de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. Het Hof vindt dat een dergelijke clausule niet kan worden opgevat als een vervaltermijn. Althans als er niet met zoveel woorden is opgenomen dat de mogelijkheid tot opeisen vervalt als niet aan de gestelde termijn is voldaan. Het Hof ziet er veel meer een aansporing in om na het overlijden niet te lang te wachten met het opeisen van de vorderingen.

Van belang is dat in deze zaak nergens staat dat de mogelijkheid van opeising vervalt als de termijn wordt overschreden. Te meer omdat op andere plaatsen in het testament wel fatale termijnen als zodanig zijn vermeld.

Wilt u meer weten over het opnemen van aansporings- en vervaltermijnen in uw testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Bevoordeling via BV van kind is toch een gift aan dat kind
11-04-2016

Het is een prachtige mogelijkheid, het huren van een aan uw ouders toebehorend bedrijfspand voor uw BV tegen een alleszins schappelijke huurprijs. Ouders willen nu eenmaal voorkomen dat hun ondernemende kind in dergelijke situaties met hoge huurkosten wordt opgezadeld. Echter, het kan zich ook tegen u keren!

Uiteindelijk – bij overlijden van een van de ouders – wordt de vraag relevant of er vanwege de lage huur sprake is van een gift aan het ondernemende kind. Als dat zo is, moet dat bedrag worden meegenomen in de berekening van de erfdelen. De vraag is of de stelling houdbaar is dat de gift niet aan het kind persoonlijk maar aan diens BV ten goede is gekomen. De BV heeft immers de huurovereenkomst gesloten.

Het Hof Amsterdam was er begin dit jaar snel uit in een dergelijke situatie. Wie een ander verrijkt ten koste van zijn of haar vermogen, doet in juridische zin een gift. Bepalend is of de ontvanger wordt bevoordeeld en of dat ook de bedoeling was van – in dit geval – de ouders. Dat laatste bleek, de ouders wilden hoge huurkosten voor het kind vermijden en de huurprijs was lager dan in de markt gebruikelijk was. De lage huur had ook een positief effect op de winst van de BV. Die winst kwam het kind ten goede vanuit zijn hoedanigheid van directeur-grootaandeelhouder. Er was dus sprake van een gift die moet worden meegenomen in de berekening van de erfdelen.

Wilt u meer weten over de erfrechtelijke gevolgen van bevoordeling van een kind ten opzichte van uw andere kinderen? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Onterfde kinderen soms toch recht op uitkering levensverzekering
11-04-2016

Testamenten van mensen die getrouwd zijn of samenwonen bevatten vaak een clausule dat het vermogen eerst toekomt aan de langstlevende partner. Kinderen krijgen meestal een uitgestelde vordering, die opeisbaar wordt als de langstlevende partner overlijdt. Soms echter worden kinderen ook onterfd. Een tot uitkering komende levensverzekering kan bij een onterving de boel aardig in de war schoppen.

Rechtbank Noord-Holland boog zich onlangs over een dergelijke zaak. In de polis werden als begunstigden vermeld de verzekeringnemer, zijn weduwe, zijn kinderen (ieder voor een gelijk deel) en zijn erfgenamen. De verzekeringsmaatschappij kende de uitkering toe aan de kinderen omdat de overledene en zijn partner niet getrouwd of als partner geregistreerd waren en de levensverzekeringsuitkering buiten de nalatenschap om werd ontvangen. De partner vond dat zij recht had op de uitkering omdat de bedoeling van haar overleden partner anders zou zijn dan uit de polissen bleek.

De rechtbank moet ervan uitgaan dat bij een levensverzekering begunstigden worden aangewezen met een schriftelijke mededeling van de verzekeringnemer aan de verzekeringsmaatschappij. Bij de uitleg daarvan moet de rechter uitgaan van de bedoeling van de verzekeringnemer bij de aanwijzing. Ook moet de rechter letten op eventuele andere verklaringen en gedragingen van de verzekeringnemer. Bij het vaststellen daarvan moet de rechter zich baseren op verklaringen en gedragingen ten tijde van de aanwijzing van de begunstigde(n).

De begunstiging in de polissen is in dit geval na het sluiten van de samenlevingsovereenkomst en een herzien testament niet meer aangepast De rechter kan dan niet anders dan concluderen dat – omdat er geen sprake is van een huwelijk – de begunstiging van de weduwe vervalt en de uitkering ondanks de onterving toekomt aan de kinderen.

Wilt u meer weten over het in overeenstemming brengen van levensverzekeringen met uw wensen voor de situatie na uw overlijden? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Samenwoners kunnen rechter inschakelen voor alimentatieregeling
04-04-2016

In veel samenlevingscontracten staat dat bij het einde van de relatie de meest draagkrachtige partner een bijdrage in het levensonderhoud van de andere partner dient te leveren. Er wordt in die gevallen vrijwel altijd aansluiting gezocht bij de alimentatieregeling zoals die in de wet voor getrouwde stellen is geregeld. Desondanks kan dat toch nog tot grote verschillen in inzicht leiden.

Een vrouw vroeg dit jaar de rechtbank in Rotterdam te bepalen dat haar ex-partner na verbreking van de samenwoonrelatie alimentatie aan haar zou moeten betalen. De man verweerde zich door te stellen dat de rechter alleen alimentatie kan vaststellen als de alimentatieplicht uit de wet voortvloeit en niet uit een overeenkomst. De rechter ging in die stelling niet mee.

Omdat de ex-partners er samen niet uitkomen, moet de rechter de uitkering vaststellen. De rechter moet daarbij rekening houden met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank vond dat er wel degelijk de burgerlijke rechter – die geen alimentatierechter is – zich mag uitspreken over de vaststelling van alimentatie op grond van afspraken tussen samenwoners.

In dit concrete geval werd de eis van de vrouw overigens afgewezen omdat zij onvoldoende inzicht had gegeven in haar vermogen en haar mogelijkheden om zelf geld te verdienen.

Wilt u meer weten over het regelen van de gevolgen voor het geval uw samenwoonrelatie wordt verbroken? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Afwaarderen schuld aan overleden ouder scheelt erfbelasting
28-03-2016

Het komt nogal eens voor dat een nalatenschap een schuld bevat van een kind aan de overleden ouder(s). De kans is groot dat in die gevallen verschil van inzicht ontstaat tussen fiscus en erfgenamen over de waardering van die schuld. De rechter moet er nogal eens aan te pas komen.

Dat bleek weer eens bij het Hof Arnhem-Leeuwarden die begin dit jaar uitspraak moest doen in een dergelijke zaak. Een van de kinderen had een schuld van enkele tonnen aan zijn ouders. De fiscus waardeerde die schuld voor de berekening van de hoogte van de nalatenschap en daarmee voor de heffing van erfbelasting op de hoogte van de vordering. Een van de erfgenamen – een broer van de schuldenaar – kwam daartegen in verweer en vond dat de schuld zou moeten worden afgewaardeerd op nul. De rechter ging daarin mee.

Er blijkt namelijk dat de schuldenaar niet wil aflossen en dat daarvan al sprake was voordat de ouder was overleden. Verder wordt de conclusie getrokken dat er geen zekerheden zijn gesteld voor het geval de nalatige broer niet aan zijn aflossingsverplichtingen voldoet. Ook zijn er voor en na het overlijden diverse invorderingsacties geweest, maar ook die hebben niet geleid tot aflossing. Bovendien is de BV van de schuldenaar failliet gegaan.

De fiscus stelde daar tegenover dat er best een koper gevonden zou kunnen worden voor de vordering. Die stelling werd verder echter niet onderbouwd. Reden voor het Hof om het bezwaar van de broer te honoreren en de schuld naar nul af te waarderen en daarmee ook de aanslag erfbelasting te verlagen.

Wilt u meer weten over de afwikkeling van een erfenis? Bel ons voor het maken van een afspraak.

“We hebben het er al eens vaker over gehad…”
21-03-2016

Bij de afwikkeling van een nalatenschap horen we regelmatig: “We hebben het er al vaker over gehad, maar we hebben nooit de stap genomen om zelf een testament op te laten maken. We wisten eigenlijk wel dat het verstandig zou kunnen zijn om een testament te maken. Je denkt echter tegen beter weten in: Ach het overkomt ons niet… we hebben dus niet een testament gemaakt..en we dachten ook nog dat het duur zou zijn. We hadden achteraf toch eerder moet komen dan waren we nu beter en goedkoper uit geweest. ”.

Gek genoeg is er vaak onvoldoende aandacht voor de gevolgen bij overlijden. Juist omdat – hoe vervelend ook – ook, uw overlijden een zekerheid is, is het verstandig om voor uw nabestaanden een goede regeling te maken. Deze regeling moet in een persoonlijk testament worden vastgelegd.

Voor veel risico's heeft u zich – al dan niet verplicht – verzekerd. Daarmee dekt u de financiële gevolgen voor het geval het verzekerde risico zich voordoet. Dat risico doet zich gelukkig vaak niet voor. Daarvoor betaalt u jaarlijks een premie omdat u zich bewust bent van het belang.
Waarom zouden u en uw nabestaanden belang kunnen hebben bij een goed testament? De kosten van een testament zijn – anders dan bij een verzekering – eenmalig bij het opstellen verschuldigd en vallen echt wel mee. Met een testament kunt u zelfs veel geld besparen!
Zonder testament bepaalt de wet wie uw erfgenamen zijn. Wie van u erven wordt dan mede bepaald door het al dan niet gehuwd of als partner geregistreerd zijn en het feit dat er al of geen afstammelingen zijn.

Wij adviseren u om u in een persoonlijk gesprek door ons te laten adviseren over wie uw erfgenamen zijn en of het voor u ook verstandig is om zelf een testament te maken.
Er zijn veel redenen om een testament te maken:

  • uw kinderen zijn minderjarig en u wilt zelf bepalen wie tot hun 18 jarige leeftijd de voogdij verkrijgt indien er geen ouder meer in leven is;
  • u wilt de erfdelen van uw meerderjarige kinderen beschermen met een bewind en daarvoor een bewindvoerder benoemen, bijvoorbeeld bij jonge meerderjarige kinderen of kinderen met een beperking;
  • u wilt dat er over uw nalatenschap zo min mogelijk erfbelasting moet worden betaald;
  • u wilt dat uw kinderen bij een zorgindicatie hun erfdelen mogen opeisen;
  • u wilt bepaalde personen onterven die zonder testament als erfgenaam in uw nalatenschap opkomen;
  • u wilt dat uw nalatenschap bij overlijden zonder afstammelingen als weduwe of weduwnaar ook voor een deel naar uw schoonfamilie moet gaan;
  • u wilt andere erfgenamen benoemen dan die volgens de wet als erfgenamen zouden opkomen;
  • u wilt zelf bepalen wie uw uitvaart moet regelen en/of wie uw nalatenschap moet beheren en/of afwikkelen.
  • u ligt in scheiding en wilt uw echtgenoot of geregistreerd partner onterven;
  • u wilt dat uw nalatenschap bij uw eigen kinderen blijft bij een eventuele echtscheiding en dus niet aan een ex-echtgenoot toekomt;
  • u bent gescheiden en wilt niet dat uw ex-partner indirect de vruchten (bijvoorbeeld rente) geniet van wat uw kinderen van u erven;
  • u gaat als weduwe of weduwnaar samenwonen, hertrouwen of een geregistreerd partnerschap aan;

Natuurlijk zijn er veel meer redenen. Heeft u vragen of over uw eigen situatie kom dan tijdig in aktie. Voor het bespreken van uw persoonlijk testament nodigen wij u hierbij graag uit voor het maken van een afspraak.

Pensioenopbouw in eigen BV mogelijk verleden tijd
14-03-2016

Op dit moment is er in allerlei media en op discussieplatforms veel aandacht voor pensioen, pensioenopbouw en pensioenrechten. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar werknemers die pensioen opbouwen en pensioengerechtigden die (veel) minder pensioen krijgen dan daar waar zij op gerekend hadden. Een vergeten groep is de Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) die pensioen in eigen beheer opbouwt.

De voordelen van opbouw van pensioen in eigen beheer zijn evident. Het op te bouwen pensioen wordt ten laste van het resultaat gebracht. Dat heeft tot gevolg dat u minder vennootschapsbelasting betaalt. Ook betaalt u geen provisie of winstopslag aan een verzekeringsmaatschappij. Bovendien blijft het geld binnen de onderneming.

Nadelen

Vergeet echter de nadelen niet! Bij opbouw in eigen beheer loopt u met uw eigen pensioengeld bedrijfsrisico. Een ander nadeel is dat vaak de rendementen niet worden gehaald, terwijl de fiscus wel wil afrekenen over de behaalde (fictieve) rendementen.

Verder bestaat het risico dat het vermogen van de besloten vennootschap niet toereikend is om op het moment dat uitkeringen moeten worden gedaan, aan de pensioenverplichting te voldoen. Dat kan voortvloeien uit tegenvallende beleggingsresultaten, gestegen levensverwachting en lage rekenrentes.

Uitkeren van dividend kan dan ook een probleem zijn. De belastingdienst vindt namelijk dat bij uitkering van dividend uit de besloten vennootschap rekening gehouden moet worden met de vraag of er wel voldoende dekking is voor de door de besloten vennootschap met de directeur aangegane pensioenverplichtingen. Wordt toch dividend uitgekeerd, dan ziet de belastingdienst dat als afkoop van pensioen, zodat er inkomsten belasting (52%) en revisierente (20%) moet worden betaald (samen maximaal 72%), berekend over de balanswaarde van de pensioenvoorziening.

Ook terugbetaling van kapitaal kan leiden tot dit zelfde probleem.

De staatssecretaris probeert nu met een oplossing te komen voor die situaties waarbij het geld ontbreekt om het pensioen uit te keren, of nog erger, er onvoldoende geld is om de ontstane belastingschuld te vereffenen. Nadat de staatssecretaris eerder met, volgens velen onwerkbare alternatieven kwam, lijkt het er nu op dat hij het pensioen in eigen beheer wil afschaffen. De aftrekpost voor pensioen leidt niet tot een beter pensioen en is alleen maar een mogelijkheid tot belastinguitstel, aldus de staatssecretaris.

Ons advies: kijk nog eens naar uw in eigen beheer opgebouwde pensioen. In een aantal gevallen kan het verstandig zijn om de pensioenregeling aan te passen.